226

werk waren. Allebei vlogen zij met een vaart over de natte papierstrooken, gleden natuurlijk uit en bom! vielen zij in de stijfsel en plakten aan het papier, dat hun om het lijf rolde! Toen schopten de mannen hen de deur uit en daarom besloten de jongens, een handje aan de verhuizing te helpen.

Broederlijk wandelden zij terug naar de Breestraat, maar Jan Brinkman werd door zijn moeder geroepen en kon dus niet meehelpen. Dat was geen bezwaar, want Pietje deed het eens zoo lief alleen. Hij wilde zich als een brave, ijverige zoon gedragen en zijn vader helpen in deze drukke dagen. Want hij wist, dat hij veel goed te maken had. De heele stad had weer gelachen toen men in de courant las, wat Pietje Bell op het Kerstfeest in de kerk weer had uitgehaald. Hij leek wel een stadsberoemdheid geworden, maar hij vond dat in het geheel niet prettig. Wacht maar, over een paar dagen was het 1 Januari, dan woonde hij in het nieuwe huis en dan zou men eens zien, wat een keurig nette jongeheer hij werd! Dan liet hij zich niet meer uitlachen, door niemand niet! Komaan, hij zou vandaag alvast eens toonen, dat het werkelijk ernst was met de goede voornemens! Vader was van plan, zelf zijn boeltje te verhuizen. Hij had er tijd en gelegenheid genoeg voor en het spaarde heel wat kosten. Maar Pietje vond, dat het veel gauwer en beter ging met een groote verhuiswagen en daarom liep hij naar de dienstverrichting en bestelde den grootsten wagen met twee paarden. Dan behoefde vader ook

Chr. van Abkoude, Pietje Bell, of de lotgevallen van een ondeugenden jongen