17
Hardlopen is moeilijk
-
Running is hard (A1)
Kylie:
Wil je met mij mee komen hardlopen, Marcus?
Marcus:
Uhm … niet echt.
Kylie:
Waarom niet?
Marcus:
Ik hou niet van hardlopen.
Kylie:
Echt niet? Maar je hebt een goede conditie.
Marcus:
Ja, ik ga naar de sportschool en doe aan gewichtheffen. En soms speel ik basketbal. Maar ik hou niet van lange afstanden rennen.
Kylie:
Als je met mij gaat, kunnen we langzaam hardlopen en veel pauzes nemen.
Marcus:
Hmm … oké. Ik ga wel mee.
Kylie:
Joepie!
Marcus:
Wanneer ga je?
Kylie:
Nu.
Marcus:
O, echt? Oké. Dan ga ik mijn loopschoenen aantrekken.
Kylie:
Prima.
Marcus:
Klaar!
Kylie:
Kom op, we gaan!
Marcus:
Hé, langzaam aan!
Kylie:
Ik ga al langzaam!
Marcus:
Kun je nog langzamer?
Kylie:
Als we nog langzamer gaan, dan wandelen we.
Marcus:
Poeh, hardlopen is moeilijk!
Kylie:
In het begin is het moeilijk. Maar het wordt makkelijker. Je zou één
of twee keer in de week moeten gaan hardlopen. Gewoon kleine stukjes. En dan wordt het makkelijker.
Marcus:
Oké, dat zal ik proberen.
Kylie:
En kun jij me helpen met gewichtheffen? Dan kunnen we elkaar helpen.
Marcus:
Afgesproken!