46
Een surprise party
-
A surprise party (A2)
Ingrid: Hoi, kom je naar Emma’s surprise party?
Erik: Shh! Dat moet je niet zo hard zeggen. Ze zou je kunnen horen.
Ingrid: Ze is in de andere kamer met Daan aan het praten. Ze kan me niet horen.
Erik: Iedereen kan je horen als jij praat.
Ingrid: Niet iedereen . Mensen in andere steden kunnen me niet horen.
Erik: Weet je het zeker?
Ingrid: Oké, oké, ik ben luidruchtig. Ik snap het al. Hoe dan ook, kom je?
Erik: Ja. En jij?
Ingrid: Natuurlijk, ik help met organiseren.
Erik: Dus, wat is het plan?
Ingrid: Haar vriend Aäron neemt haar mee uit eten. Iedereen komt tussen zes en half zeven naar haar huis. Emma en Aäron zouden rond acht uur terug thuis moeten zijn. Aäron houdt ons met berichtjes op de hoogte. We verstoppen ons allemaal totdat ze binnenkomen. Dan springen we tevoorschijn en roepen we “Surprise!”
Erik: Cool. Is ze een beetje achterdochtig? Vindt ze het niet vreemd dat geen enkele van haar vrienden tijd met haar door wil brengen voor haar verjaardag?
Ingrid: Ze gaat iets doen met haar vrienden dit weekend, na haar verjaardag. Dus ze denkt dat dat het enige feestje is.
Erik: En ze heeft geen idee van de surprise party?
Ingrid: Nee! Ze weet van niks.
Erik: Fantastisch. Ik kan niet wachten om te zien hoe ze reageert.
Ingrid: Ik ook niet!