75
Een vliegticket kopen
-
Buying a plane ticket (B1)
Pam:
Zou je met mij op reis willen?
Jim:
Natuurlijk! Wat heb je in gedachten?
Pam:
Ik heb echt zin in pizza, dus we gaan naar New York!
Jim:
Wil je helemaal naar New York om alleen pizza te eten?
Pam:
Ja! Bovendien kunnen we mijn neven bezoeken. Ik heb ze al een eeuwigheid niet gezien.
Jim:
Oké, doen we. Wanneer gaan we?
Pam:
Ik denk dat ik over een paar weken vrije dagen op kan nemen.
Jim:
Dat is prima, want het duurt nog ruim een maand voordat school weer begint.
Pam:
Zullen we online kijken of we vliegtickets kunnen vinden? Ik denk dat sommige luchtvaartmaatschappijen nu aanbiedingen hebben, dus hopelijk kunnen we een goede deal krijgen.
Jim:
Waarschijnlijk zullen we hier ’s morgens moeten vertrekken, zodat we daar op tijd zijn voor het avondeten.
Pam:
Pizza gelijk nadat we landen? Ik hou nu al van deze reis!
Jim:
En ik ook. Heb je al iets gevonden?
Pam:
Ja, de goedkoopste prijs voor vliegtickets is nu tweehonderdtachtig euro per persoon voor een retourtje, maar dat is een nachtvlucht.
Jim:
En de vluchten in de ochtend?
Pam:
Poeh … zevenhonderd euro.
Jim:
Wat?! Dat is belachelijk!
Pam:
Echt? Ik koop normaal gesproken geen nachtvluchten, maar het prijsverschil is te groot
.
Jim:
Mee eens. Laten we de tickets voor de nachtvlucht nemen en een dutje doen zodra we aankomen.
Pam:
Oké. Hebben we nog airmiles over?
Jim:
Nee, maar we hebben nog wel een hotel credit.
Pam:
Joepie! In orde, ik heb de twee tickets gekocht op mijn creditkaart. Kun jij een hotel voor ons boeken?
Jim:
Dat heb ik net gedaan. Wij gaan naar New York.
Pam:
Pizza, we komen eraan!