87
Je zou met de leraar moeten praten
-
You should talk to the professor (B1)
Debbie:
Ik geloof dat het met mij niet zo goed gaat bij dit vak.
Phil:
Echt? Waarom? Is het vak moeilijk?
Debbie:
Ja, het is wel een beetje moeilijk, maar ik heb onlangs veel gewerkt en ik heb er niet zoveel voor kunnen studeren als ik zou willen. Ik heb iedere avond maar één uur om mijn huiswerk te maken en voor toetsen te studeren. Ik heb ongeveer drie uur nodig!
Phil:
O, ik begrijp het. Dat is echt jammer.
Debbie:
Ik moet ook een goed cijfer halen voor dit vak. Dus ik maak me een beetje zorgen.
Phil:
Kun je niet wat minder werken?
Debbie:
Nu niet. Ik moet mijn familie helpen.
Phil:
Ik snap het. Misschien kun je met de leraar praten en kijken of hij je wat meer tijd kan geven om je opdrachten af te ronden?
Debbie:
Ik heb er al over gedacht om dat te doen. Maar leraren houden er niet van als leerlingen om uitstel vragen. Als je je inschrijft voor een vak, dan is dat een verplichting die je aangaat en je moet het serieus nemen.
Phil:
Ik weet het. Maar je weet nooit. De leraar zou er begrip voor kunnen hebben.
Debbie:
Tsja … ik denk dat ik morgen met hem ga praten tijdens zijn kantoortijd.
Phil:
Laat me weten hoe het gegaan is.
Debbie:
Doe ik
.
(De volgende dag)
Debbie:
Nou, ik heb dus met mijn leraar gepraat.
Phil:
Ja? Hoe ging het?
Debbie:
Hij was heel aardig. Hij geeft me uitstel voor het huiswerk deze week en volgende week. Ik ben zo dankbaar.
Phil:
Dat is echt aardig van hem. Zie je? Ik zei toch dat je met hem moest gaan praten!
Debbie:
Ik weet het. Ik schaamde me om het te vragen, maar ik ben blij dat ik het gedaan heb.
Phil:
Nou, hopelijk is je rooster over een paar weken rustiger en heb je tijd om alles weer te balanceren.
Debbie:
Dat hoop ik wel!