Toto

AAAHHHHHHHHHHH!!! Help me. Ik kan er niet meer tegen. Burn-out, black-out. Ik heb al minstens drie weken niet meer geslapen, gegeten of gedoucht. Mijn hersenen staan op standje TILT. Ik stink en ik drink te veel. Als ik al buiten kom, dan zwalk ik als een zombie over straat. Ik kan nog maar denken aan één ding. Mijn Tourtoto.

Het leek zo leuk. En zo simpel. Gewoon even snel de namen van de tien beste renners van de komende Tour invullen en klaar. Appeltje-eitje. Maar het is geen appeltje-eitje. En leuk is het al helemaal niet meer. Voorspellen is makkelijk, maar alleen als je het achteraf doet.

Ik ben geen toto-Tovenaar. Tien renners kiezen uit een heel peloton is onmogelijk. Na de eerste selectie had ik welgeteld honderdachtentwintig renners van wie ik zeker wist dat ze op mijn lijstje moesten. Sprinters, klimmers, tijdrijders, punchers. Spanjolen, Italianen, Nederlanders, Fransen (al was het maar voor die ene etappe op Quatorze Juillet), Amerikanen, Aussies, Duitsers – en weet ik wat nog meer. Er stond zelfs een Japanner op. Honderdachtentwintig namen, en ik wilde ze allemaal. Ik kon niet kiezen. Wel Contador of geen Contador? Robert Gesink: erin of eruit? En Bauke Mollema dan? Philippe Gilbert? Petacchi? Cavendish? Cancellara? Of toch Tyler Farrar? Welke Sánchez moest ik nemen? De ene of de andere? Of allebei? Hoeveel Schlecks pasten er op de lijst? Ging ik voor Boom of Boonen? Goss of Oss? En voor hoeveel telde de Spaanse Rus Arkimedes Rodrígues Arguelyes als ik hem erop zou zetten? Ik voelde me als een kleuter in een Italiaanse ijswinkel. Je wilt alle smaken proeven, maar je mag maar twee bolletjes van je mama. Maar wat als je ze allemaal wilt? Die roze, die groene, die gele, die oranje, die bruine, die pimpelpaarse-met-rode-spikkeltjes, en die en die en die en die – je draait rondjes en rondjes en op een gegeven moment zit er niets anders meer op dan in huilen uit te barsten.

Tien wielrenners en één lijstje: ik zweer dat ik álle mogelijke combinaties heb bedacht, afgewogen en verworpen. Ik heb overal gezocht naar de sleutel tot succes. Dagen en nachten lang maakte ik berekeningen op basis van statistieken, medische gegevens, etappeprofielen en horoscopen. Ik heb dartpijltjes gegooid op een uitgeprinte startlijst. Ik heb gespiekt bij andere totoslachtoffers. Ik heb God, Allah, Boeddha, Kahlua en nog een paar honderd andere bovenaardse wezens op mijn knieën gesmeekt om een goddelijke ingeving. Het resultaat: nul. Ik ben er nog steeds niet uit. Drie weken na mijn eerste selectie staan er nog honderdzevenentwintig renners op mijn lijst (Thomas Voeckler is geschrapt vanwege te Frans). Nog een paar dagen en dan moet mijn Tourtoto definitief zijn. Ik ben ten einde raad. Vanmorgen heb ik zelfs mijn goudvis om advies gevraagd. Hij blubte iets over Cadel Evans en Levi Leipheimer, maar dat kan ook een Tourtotohallucinatie zijn geweest. Toto. Toto. Toto. Totototototototo. Sánchez of Sánchez? Schleck of Schleck? Ik word gek. Er zit nog maar een ding op. In huilen uitbarsten.

28 juni 2011