Zes

Van dat vertellen kwam niet veel, want de folders lagen thuis in een grote stapel op hem te wachten. Hij was het totaal vergeten. Zijn moeder was met Feiko aan het spelen en Meike en Carijn had hij al in de tuin gezien. Hij besloot eerst maar de folders te gaan sorteren. Vertellen kon altijd nog.

Hij werkte geconcentreerd door en zag niet dat zijn moeder hem onderzoekend bekeek. Nadat alle pakketjes klaar waren, stopte hij een heel groot pak in de fietstassen van zijn moeder en ging met de fiets aan de hand de straat op. De eerste die hij tegenkwam, was Julian. Ook dat nog, dacht hij.

Waarom moest hij nou uitgerekend deze straat befolderen?

“Zijn je banden lek?” vroeg hij grinnikend.

“Helemaal niet.”

“Waarom ben je dan met je moeders fiets?”

“Ach, ga toch zelf geld verdienen,” zei Luka mokkend, maar hij was toch bang dat Julian ook deze banden leeg zou laten lopen. Hij bleef staan en keek hem aan. Had hij vanmiddag niet genoeg geleerd?

“Waarom heb jij tegen meester gezegd dat het mijn mobieltje was?” hield Julian vol.

“Als ik dat gezegd had, had meester alleen jouw ding afgepakt. Heb je dat nou nog niet door? En als ik het gezegd had, had ik ook geen honderd strafregels hoeven schrijven.”

Luka voelde dat hij kwaad werd. “Wanneer laat je me toch eens met rust?”

“Als je net zo stoer bent als ik. Wat moest je trouwens schrijven?”

“Dat ik mijn mobiele telefoon niet aan mag hebben in de klas.”

“Goeie! Je hebt niet eens zo’n ding. Bij jullie zijn ze zo arm, dat ze er niet eens eentje betalen kunnen. Belachelijk, zeg. Elf jaar en je eigen geld verdienen. Mijn ouders vinden het een schande dat jij een krantenwijkje hebt en ik ook.” Lachend liep hij weg en Luka stond hem beteuterd na te kijken.

Was het dan nooit goed? Vanmiddag had het echt geleken alsof Julian iets geleerd had en alsof hij veranderd was, maar hij was niets veranderd.

Luka zuchtte en ging verder met de folders. Hij moest er wel op letten dat hij geen brievenbus oversloeg, want dan kreeg hij klachten en elke klacht betekende minder geld. Had hij hier nu al wel of niet een stapeltje folders door de bus geduwd? Hij liep op de deur af en gluurde door de brievenbus, maar hij zag niets. Nou, dan nog maar een stapeltje. Beter een te veel dan te weinig. Misschien hadden deze mensen nu alles dubbel, maar Luka had er toch genoeg.

Het was trouwens vrijdag, schoot hem opeens weer te binnen. Nu zou hij voor een hele week betaald krijgen en zijn moeder had gezegd dat het extra veel was, omdat hij dinsdag een folder meer had moeten bezorgen. Hoeveel zou hij krijgen? Hij had er al vijf en minstens tien erbij. Dat was vijftien euro! Lieve help, wat kon je daar wel niet allemaal mee doen? Hij betwijfelde het eigenlijk of hij nog een dure broek zou gaan kopen. Als hij terugdacht aan die middag.

Dan konden kleren van de markt net zo goed. Als je er maar leuk uitzag en Luka zag er altijd leuk uit, vond hij zelf. Dure schoenen dan? Of ook een mobiele telefoon?

Zouden Laura en Cindy echt bij hem thuis komen met een lapje stof? Hij moest niet vergeten dat aan zijn moeder te vertellen. Cindy vond hij wel een stoere meid, maar Laura was echt lief en leuk. Ergens was hij best gek op haar, maar ja, ze zag hem vast niet zitten. Hij werd immers altijd gepest, dus hij zou wel geen normale jongen zijn. Soms dacht hij dat zelf ook. Toch maakte de gedachte aan Laura hem wat vrolijker. Hij hoopte echt dat ze durfde komen en anders zou hij het haar nog een keer aanbieden.

Terwijl hij in de laatste brievenbus een pakje folders stopte, keek hij lachend om zich heen. Dit was Julians straat, maar Julian kon de pot op. Luka had hem niet nodig en wilde ook niet meer zo stoer zijn als hij. Hij zou alleen wel een beetje meer moed willen hebben. Dan zou hij vaker met Laura gaan praten of het voor haar opnemen. Dat was een ding dat zeker was.

Hij draaide zijn fiets om en wilde naar huis gaan, maar Julian kwam er weer aan. Hij trok aan de riem van de hond, maar Rob kwam nauwelijks vooruit. “Rotbeest. Lopen!” riep Julian kwaad.

“Hij kan toch niet!” riep Luka nog kwader. “Je doet hem pijn Hij moet naar de dierenarts!”

“Betaal jij die?” riep Julian kwaad uit.

Luka keek hem verbaasd aan. “Ik?”

“Ja, mijn vader zegt dat het maar een dier is en aan dieren geeft hij geen geld uit. Rob kost al genoeg aan eten en drinken.”

“Dat meen je niet?”

“Hij wel, dus nou hou je je kop over die dierenarts, anders ga je er zelf maar heen.”

“Maar je hebt toch zakgeld?”

“Dat is voor mijn mobiel. Wat denk je dat al die SMS-jes kosten?”

“Zijn die belangrijker dan je hond? Jij kunt toch zelf wel naar de dierenarts gaan? Heb je geen geld in je spaarpot? Je doet altijd alsof jullie rijk zijn.” Luka begreep dit niet.

“We hebben ook geld zat, maar niet voor dieren.”

Kwaad wilde Julian van hem weglopen, maar hij kreeg de jankende hond niet mee. Hij bukte zich en tilde hem op.

“Kom maar, Robbie,” hoorde Luka hem zacht zeggen en dat verraste Luka. Hield hij dan toch wel van de hond? Verward keek hij hem na, maar toen schoot hem alles van die middag weer te binnen en het geld dat zijn moeder voor de folders had gekregen. Hij haastte zich naar huis.

§

De volgende dag, zaterdag, ging al vroeg de deurbel. Luka kwam juist de trap af en deed open. Verrast keek hij naar het meisje voor de deur. “Laura!” riep hij blij uit.

Ze keek hem wat verlegen aan. “Meende je dat wat je zei van dat bloesje?”

“Natuurlijk! Kom binnen. Ik heb het mijn moeder al verteld. Ze kan echt goed naaien, hoor.”

“Maar vindt ze dat niet gek? En moet ze er geen geld voor hebben?”

“Dat weet ik niet,” zei Luka. “Kom nou binnen, dan gaan we dat gewoon vragen.”

Hij ging haar voor naar de huiskamer. Hij voelde zich plotseling zo blij. Laura was bij hem in huis! Het liefste meisje van de klas, al zou hij dat vermoedelijk nooit toegeven. Hij keek haar in elk geval wel stralend aan. “Mijn moeder is in de keuken. Kom maar.”

Ze volgde verlegen. Keek nieuwsgierig om zich heen, maar liet haar blik zakken, toen ze Luka’s moeder zag.

“Hé, ben jij niet Laura?” zei Marte opgewekt.

“Ja, mevrouw.”

“Kom je met Luka spelen?”

Ze schudde ontkennend haar hoofd.

“Ach, nee, je hebt een lapje stof voor me,” herinnerde Marte zich opeens het verhaal van Luka. “Zit het daarin?” Ze wees naar het zakje dat Laura in haar handen had.

“Ja.”

“Nou, Iaat eens zien, meid. Kom, laten we even naar de huiskamer gaan, dan kunnen we erbij gaan zitten.”

De kinderen volgden Marte en gingen aan de grote tafel zitten. Marte pakte het zakje aan en haalde de stof eruit. “Dat is een leuk stofje. Leuke kleuren, leuk motief. Je hebt wel smaak, Laura!”

Het meisje bloosde.

“En wat wilde je ervan gemaakt hebben?”

“Kost het geld?” durfde ze nu toch te vragen.

Marte glimlachte. Ze wist dat Laura’s ouders het ook niet breed hadden. Bovendien vond ze het leuk om te naaien en ze deed graag wat voor een ander. Vooral voor het meisje dat Luka zo leuk vond. Daarbij was het geweldig, dat de kinderen goedkope kleding opeens ook acceptabel vonden.

“Het ligt er een beetje aan wat je van me verwacht. Als het een ingewikkeld patroon is, waar ik uren mee bezig ben…Heb je het voorbeeld bij je?”

“Ik heb het aan,” zei Laura. Ze stond op en trok haar jack uit.

“Wat leuk!” riep Marte spontaan uit. “Dat hesje is ook prachtig, zeg! Wacht even.” Ze vloog overeind en verdween de kamer uit. Luka en Laura keken elkaar verbaasd aan.

“Wat gaat ze doen?” vroeg Laura.

Luka lachte. “Geen idee, maar ze gaat je heus niet opeten, hoor. Je hoeft voor mijn moeder echt niet bang te zijn.”

Laura ontspande zich een beetje. Ze glimlachte voorzichtig.

“Het was best leuk, gisteren. Vond je niet? En Julian kreeg zo mooi op zijn kop.”

Luka grinnikte. “Ja, hij snapte het eerst niet eens. Kreeg hij complimenten van de juf, omdat hij gemene plannen had. Ha! Maar ik vond het wel leuk dat zelfs Cindy de kleren van juf Sofia mooi vond. Goedkope kleren!”

“Heeft jouw moeder ook geen geld om dure kleren te kopen?” vroeg Laura opeens. Die vraag zat haar al maandenlang hoog. Nu had ze hem eindelijk gesteld.

“Nee,” zei Luka, “want wij hebben vier kinderen en kinderen zijn duur, zegt mijn moeder.”

“Ik ben maar alleen,” zei Laura zacht, “maar mijn moeder zegt dat dure kleren niet belangrijk zijn. Leuke kleren, daar gaat het om, zegt ze. We hebben niet veel geld, niet zo veel als bij Julian thuis bijvoorbeeld, maar mijn moeder zegt dat ze ook geen merkkleren zou kopen als ze het geld wel had.”

“Niet?” Luka keek wat verward.

“Nee, ze vindt dat jammer van het geld. Er zijn leuke kleren genoeg in de winkel die niet zo duur zijn en dan hou je geld over voor andere dingen, zegt ze altijd.”

Luka knikte. Opeens schoot hem de hond van Julian te binnen. “Julians vader wil de dierenarts niet betalen. De hond loopt kreupel en heeft pijn, maar hij wil geen geld uitgeven aan dieren.”

“Wat zielig, zeg, voor die hond,” vond Laura.

“Jij ziet er gaaf uit!” Ze hadden het niet gemerkt, maar Meike was binnengekomen en stond Laura’s nieuwe kleren uitgebreid te bewonderen. “Waar heb je die vandaan?”

“O, dat is een lang verhaal, maar je vindt ze leuk?”

“Echt tof, zoiets wil ik ook wel.”

De deur naar de gang ging open en Marte kwam weer binnen. “Kijk eens wat ik nog gevonden heb!” Trots legde ze een effen lapje stof op de tafel. “Ha, Meike, was je weer thuis?”

“Ik kwam vragen of ik met Pien mee mag. Ze gaat met haar ouders naar de voetbalwedstrijd van haar broer kijken.”

Luka keek haar verontwaardigd aan. “Jij houdt niet eens van voetbal!”

Meike bloosde en Marte schudde onzichtbaar haar hoofd.

Die broer van Pien was zeker een leuke jongen. Negen jaar en dan al achter de jongens aan. Maar gelukkig nog wel terwijl de ouders erbij waren. “Dat is goed, hoor, meisje. Veel plezier. Weet Carijn trouwens dat je weggaat?”

“Carijn is op het speelveldje hierachter, maar ik zal het haar zeggen.”

“Oké, veel plezier,” zei Marte en wees toen naar het lapje dat ze net van boven gehaald had. “Kijk, Laura, in jouw lapje zit precies dezelfde kleur paars. Zie je dat? Als je het wilt, wil ik hier wel een bijpassend hesje van maken. Dan heb je nog zo’n setje.”

“Echt waar?” Laura keek haar blij aan.

“Natuurlijk en volgens mij zijn het heel gemakkelijke patroontjes. Het handigste zou zijn als ik het bloesje en hesje even een dag mag lenen. Dan kan ik ze natekenen, begrijp je. Dus misschien kun je je thuis even omkleden en deze kleren hier afleveren. Dan kom je ze morgenavond maar weer halen. Of kun je niet zo lang zonder je kleren?” vroeg ze snel, toen ze Laura’s gezicht zag betrekken.

“Liever niet,” zei ze benepen.

Marte lachte. “Dan weet ik wel wat anders. Kom, ga maar mee naar boven. Daar staan mijn naaispullen. Dan moet je je daar maar even uitkleden en wachten tot ik het nagetekend heb. Luka blijft dan zolang beneden. Dat wil je wel? Je bloesje uittrekken waar ik bij ben? Bovendien moet ik even precies je maat opnemen. Kijken hoe lang je armen zijn en je bovenlijf. Oké?”

Ze knikte en stond op.

Terwijl Marte en Laura boven waren, zat Luka in de huiskamer te wachten. Feiko wilde met hem spelen, maar daar was Luka nu te onrustig voor. Hij keek naar buiten en zag iemand voorbijfietsen, maar kon zo snel niet zien wie het was. Direct daarna ging de voordeurbel alweer. Hij stond op en opende de deur. “Dag Cindy,” zei hij verrast.

“Hoi. Ik kom even een lapje stof brengen. Kan je moeder er een bloesje van maken, zoals jij gezegd had. Kan het morgen klaar zijn?” Ze drukte hem een zakje in de hand en wilde er weer vandoor gaan.

“Hé, zeg!” riep Luka. “Wacht even.” Van tevoren had hij zich wel verheugd op het bezoek van beide meisjes. Hij had echt gehoopt dat ook Cindy zou komen, want ze was een van de stoerste meisjes uit de klas en deed zo vaak minachtend tegen hem, dat hij hoopte dat ze zou komen. Hij wilde best wat in haar achting stijgen, maar dit ging toch wel erg raar.

“Wat is er?” Ze draaide zich om en keek hem vanuit de hoogte aan.

“Mijn moeder is geen winkel. Ze doet het gratis en dan moet je maar zien wanneer het klaar is. Bovendien heeft ze al werk en ben jij pas als tweede aan de beurt.” Hij was ontzettend blij dat Laura als eerste gekomen was.

“Hoe bedoel je?”

“Laura is hier en mijn moeder neemt op dit moment haar maat op. Ik denk dat mijn moeder jouw maat ook moet weten, denk je niet?”

Ze aarzelde even, maar keek hem toen opnieuw hooghartig aan. “Daar heb ik geen tijd voor. Mijn ouders wachten op me. Als jouw moeder zo goed is, heeft ze mijn maten niet nodig.”

“Wat doe jij raar, zeg!” riep Luka uit. “Ze weet toch niet of je dik of dun bent of groot of klein.”

“Dan vertel jij haar dat maar. Jij weet precies hoe ik eruitzie, want ik zie je altijd naar mij gluren!”

Luka’s gezicht liep rood aan, maar ze zag het al niet meer.

Ze was op haar fiets gestapt en reed weg, de straat uit.

“Wie was dat?” Marte en Laura kwamen de trap weer af.

“Cindy. Ze wil ook zo’n bloesje, maar ze heeft geen tijd om de maat te laten nemen.”

“Tja, dan kan ik ook niet veel voor haar doen,” zei Marte.

“Ze wil dat het morgen af is,” vertelde Luka.

“Morgen?” Marte fronste haar wenkbrauwen. Wat een verschil tussen beide meisjes. Laura was verlegen en Cindy gaf gewoon opdrachten. “Als ze weer voor de deur staat, zeg je maar niets. Dan haal je mij maar meteen,” zei Marte. “Ik elk geval heb ik Laura’s maten en een tekening van haar kleren. Ik heb best zin om nu al te beginnen, maar vanmiddag zijn er nog andere dingen te doen. Maandagmiddag, Laura. Komt je dat uit? Kom maandagmiddag uit school maar met Luka mee, dan is het hesje ook af en kun je de kleren passen. Als het niet helemaal goed zit, verander ik dat nog. Is dat afgesproken?”

Laura knikte blij. “Graag, mevrouw.”

“Willen jullie dan nu nog wat drinken?”

“Best wel.”

Marte ging naar de keuken en schonk twee glazen vol frisdrank. Ze bracht ze naar de kamer en zette ze op tafel neer.

“Dan ga ik nu weer naar de keuken, want ik was bezig om aardappels te schillen. Dag Laura. Tot maandag! Trouwens, Luka, over uiterlijk tien minuten moet je op je fiets zitten. Je hebt zo een voetbalwedstrijd, weet je nog?”

Luka was best blij dat zijn moeder hen alleen liet, maar hij wist eigenlijk niet wat hij tegen Laura moest zeggen. Hij had wel honderd vragen en hij wilde ook wel over voetbal vertellen, maar hij wist niet hoe hij de woorden moest vinden.

Ook Laura zat met haar mond vol tanden. In stilte dronken ze hun glas leeg.

“Daar loopt Julian,” zei Laura opeens. Luka keek ook naar buiten en zag hem inderdaad aan de overkant van de straat lopen. Hij liep moeizaam en Luka rende naar het raam.

“Moet je zien hoe hij die hond meesleurt.”

“Soms klopt er niets van de wereld,” zei Laura. “Julian heeft dure kleren en een grote hond. Ik heb geen van beide,” zei Laura.

§

Luka en Meike kwamen tegelijk weer thuis. Ze hadden allebei een rood hoofd van opwinding, maar Marte vermoedde dat de soort van opwinding verschillend was geweest.

“Opa stond op het voetbalveld,” riep Luka meteen toen hij zijn moeder zag.

“Opa?”

“Ja, hij is nu oma aan het halen. Ze komen zo hier.”

Dat laatste wist Marte, maar dat haar vader op het voetbalveld had gestaan, was een grote verrassing. Vlak na Tons dood had hij dat een keer of drie, vier gedaan, maar aangezien hij het niet leuk vond, was hij er weer mee gestopt. Wat Marte erg jammer voor Luka had gevonden. Maar waarom stond hij er nu opeens wel weer?

“Ik zal maar snel thee gaan zetten,” zei ze. “Heb je trouwens gewonnen vandaag?”

“Nee, het was gelijkspel. Jammer, maar toch in elk geval een punt.”

“En de broer van Pien?” vroeg Marte aan Meike, die meteen een nog roder hoofd kreeg.

“Eh…?”

“Heeft hij gewonnen?” hielp Luka zijn moeder.

“Eh…?”

Marte schoot in de lach en wist wat er aan de hand was.

Meike had helemaal niet naar de voetbalwedstrijd gekeken.

Alleen maar naar Piens broer.

“Ik weet het niet,” zei Meike. “Hij heeft wel gescoord. Ik ga weer naar buiten.” Ze rende de kamer uit en Marte liep naar de keuken om thee te zetten.

Ze hoorde de achterdeur opengaan en zag haar ouders binnenkomen. “Jullie zijn er al,” zei ze opgewekt. “Pa, waarom stond u langs de lijn?”

“Kun je ons niet eerst begroeten?” vroeg moeder enigszins beledigd.

“Sorry.” Marte liep op haar ouders af en kuste hen. “Gezellig dat jullie er zijn. Ga vast in de kamer zitten, de thee komt eraan.” Ze zag haar ouders natuurlijk elke week, als ze kwamen oppassen omdat ze naar pilates ging, maar dan spraken ze elkaar maar zelden. Vijf minuten voor die tijd en soms tien minuten achteraf. Vanmiddag zou het trouwens een spannend bezoek worden, al wisten zij daar nog niets vanaf.

Maar Marte had een speciaal verzoek aan hen en daarom moesten ze weten dat Huib bestond. Ze had geen idee hoe ze daarop zouden reageren.

Met een blad vol dampende koppen liep ze de kamer in.

Luka zat naast zijn opa en de twee mannen waren druk in gesprek over de wedstrijd die Luka zojuist gespeeld had.

Opa keek glunderend op, toen Marte een kop thee voor hem neerzette. “Luka is echt een grote jongen,” zei hij met enige trots in zijn stem. “Hij is een prima achterhoedespeler.”

“Dat is hij al jaren. Waarom ging u vandaag opeens weer kijken?”

“Tja, hoe moet ik het zeggen zonder iemand te beledigen?”

Hij haalde zijn schouders op. “Ik ben gek op voetbal, maar dan moet er wel goed gespeeld worden. Toen Luka nog zo klein was…Ik vond er niets aan om die kinderen achter de bal aan te zien hollen. Met zijn allen wierpen ze zich erop, zonder ook maar enige notie te hebben van de medespelers, waar ze stonden en naar wie ze het beste konden overspelen. Een rommeltje was het altijd. Maar vanmorgen dacht ik opeens: kom, laat ik nog eens gaan kijken. Misschien zijn ze wel veranderd. En dat was zo. Vooral Luka speelde heel groots. Als een echte volwassen kerel! Ik ben trots op hem. Door zijn toedoen heeft de keeper drie doelpunten kunnen tegenhouden!”

“Waar is Feiko eigenlijk?” viel moeder midden in het gesprek over voetbal.

“Die ligt in bed, maar ik geloof dat ik hem hoorde. Ik zal hem ophalen,” zei Marte.

“In bed? Is hij ziek?”

“Ma, u weet toch dat hij soms zo druk is dat hij een middagdutje moet doen.”

“Toch klinkt het niet gezond. Wat zegt de dokter ervan?”

“Ma, hij mankeert niets. Hij is gewoon wat overactief op sommige momenten.” Marte liep naar de gang en ging de trap op. Ze hoorde dat haar moeder haar volgde en dat kwam goed uit. “Ma, ik wil jullie straks graag even onder vier ogen spreken. Nou ja, zes,” voegde ze lachend toe, terwijl ze de slaapkamerdeur opende en Feiko rechtop in zijn ledikantje zag staan. “Hallo, jongen, je was al wakker.”

“Oom, oom!” riep hij enthousiast, toen hij zijn grootmoeder ontdekte.

“Dag, jongen! Hoe is het met jou?” Ze tilde haar kleinzoon op. “Jij wordt met de dag zwaarder,” bromde ze. Ze keek Marte ondertussen onderzoekend aan. “Is er iets ernstigs wat je ons wilt vertellen?”

“Ach, het ligt er maar aan hoe je het bekijkt,” zei Marte geheimzinnig lachend.

“Oop!” riep Feiko.

“Ja, opa is beneden,” zei oma. “Kom maar, jongen, of moet je eerst naar de wc?”

“Oop!” riep hij.

“Hij moet wel eerst naar het toilet,” zei Marte en pakte de jongen van haar moeder over. Ze liep met hem naar de badkamer en zette hem daar voor de wc-pot.

“Er is toch niets met de kinderen?” vroeg haar moeder, die ook de badkamer ingekomen was.

“Nee, moeder, echt niet.”

“Ik vind Luka anders wel wat witjes tegenwoordig.”

“Daar was net niets van te zien. Hij had rode wangen van de opwinding.”

Haar moeder zweeg en daar was Marte blij om. Ze was een prima mens en ze hield ook veel van haar, maar ze had erg vaak aanmerkingen of zocht naar redenen om aanmerkingen te kunnen maken. Zo was ze altijd al geweest. Marte kende haar niet anders. Ze ging er maar van uit dat het allemaal goed bedoeld was. Ze hees Feiko’s broek op en nam hem op de arm. Hij was dan drie en kon klauteren als de beste, maar de trap vond ze nog steeds te gevaarlijk voor hem, helemaal als haar moeder in de buurt was die bij elke tree wel iets akeligs zou zeggen.

“Oop!” gilde Feiko zodra ze de huiskamer inkwamen. Hij wrikte zich los en Marte moest oppassen dat ze hem niet liet vallen. “Kleine druktemaker,” zei ze en verdween naar de keuken om drinken voor haar jongste zoon in te schenken.

“Wat hoor ik?” vroeg haar vader, nadat Marte was gaan zitten en Feiko zijn beker had aangereikt. “Heeft Luka een folderwij k?”

“Ja!” reageerde ze enthousiast.

“Is het dan zo erg gesteld hier?” vroeg hij bezorgd.

“Hoe bedoelt u?”

“Dat hij geld moet bijverdienen.”

“Ach, pa, helemaal niet, maar Luka zeurde voortdurend om nieuwe kleren en schoenen en dan bedoel ik merkkleding. Dat kan ik me echt niet veroorloven. Nu kan hij zijn eigen kleren verdienen.”

“Een folderwijk?” herhaalde haar moeder met grote ogen.

“Schaam jij je dan nergens voor?”

“Schamen? Ma, dat begrijp ik niet. Luka is dolgelukkig met het baantje. Het zijn maar een paar straten, hoor. Geen echte wijk.”

“Maar iedereen ziet hem gaan.”

“Nou en? Het is geen slavenarbeid.”

“Dat bedoel ik ook niet, maar iedereen ziet dat hij voor jou moet werken.”

Marte zuchtte. “Ma, zo is het toch niet.”

Luka, die net nog zo enthousiast met opa in gesprek was, stond op. “Ik ga nog even naar buiten,” zei hij. Hij hield er echt niet van als mensen boos tegen elkaar deden.

Meike en Carijn waren buiten, Feiko begreep nog niets van wat er gezegd werd. Dit was Martes kans. Ze schraapte haar keel. “Ik wilde jullie iets vertellen en ook iets vragen.”

“O?” Haar vader keek haar geïnteresseerd aan en hij zag dat ze bloosde. “Wat is er, meid?”

“Ik eh…” Haar wangen werden nog roder, maar het hoge woord moest er nu uit. “Ik heb onlangs een leuke man ontmoet.” Zo, nu kon ze niet meer terug.

“Marte, toch!” riep haar vader uit. “Wat leuk voor je!”

“Leuk?” riep haar moeder. “Hoezo leuk? Daar heb je toch helemaal geen tijd voor. Marte, je hebt vier kinderen. Je hebt geen tijd voor een man.”

“Moeder, toen Ton nog leefde, had ik toch ook een man naast de kinderen.”

“Dat was anders. Feiko was er toen nog niet en Ton woonde bij je thuis. Of eh…?” Ze keek haar dochter met grote ogen aan. “Hij komt hier toch niet bij inwonen?”

“Ma, natuurlijk, niet. Nog niet. Ik moet hem eerst beter leren kennen en dat gaat inderdaad wat moeilijk met kinderen thuis. Daarom wilde ik ook vragen of ik vanavond met hem uit kan gaan.”

“Vanavond? Maar dat kan toch niet. Je hebt bezoek.”

Marte keek naar haar handen in haar schoot, maar haar vader kwam haar te hulp. “Ze heeft vanavond geen bezoek, ze heeft oppas. Wij zouden immers mee-eten en blijven. Andere plannen hadden we niet. Marte kan dus heel goed weggaan.”

Moeder schudde haar hoofd. “Ik vind het maar niks.”

“Wat vindt u niks?” vroeg Marte.

“Dat je met een man omgaat. Hoe stel je je dat voor? Dat hij een vader voor de kinderen wordt? Dat lukt geen enkele man. Trouwens, welke man wil vier kinderen? Weet hij wel dat je er zo veel hebt? Je kunt het ze niet aandoen. Stel dat het niets wordt, hechten ze zich aan die man, verdwijnt hij weer. Net zoals Ton verdwenen is. Nee, Marte, d…”

“Ma,” onderbrak Marte haar moeder wild. “Hoe kunt u dit met Ton vergelijken! En bovendien, hij wordt voorlopig helemaal niet hun vader. Ik wil hem eerst beter leren kennen, dan pas mag hij de kinderen leren kennen en zij hem en daarna zien we wel verder. Voorlopig gaat het erom of ik hem wil als vriend en daarvoor moet ik hem wel af en toe zonder de kinderen ontmoeten.”

“Dan ga je maar lekker uit vanavond, wij redden ons hier prima,” zei haar vader. Hij lachte haar bemoedigend toe en zij lachte dankbaar terug.

“Kunnen wij nu elke dag komen opdraven omdat jij die man moet leren kennen?”

“Ma!” riep Marte wanhopig uit. Dat haar ouders het vreemd zouden vinden en niet meteen zouden staan juichen, had ze wel verwacht, maar dat haar moeder zo obstinaat zou doen, dat kwam als een complete verrassing. In stilte besloot ze hen niet meer te vragen. Had haar vriendin Heleen niet gezegd: als ik wat voor je kan doen, moet je het zeggen? Misschien wilde zij wel een avond oppassen.

“Je hebt er geen tijd voor en wij ook niet,” hoorde Marte haar moeder zeggen. “Bovendien had je óns voor vanavond uitgenodigd en niet om op te passen.”

Marte stond op om de theepot te halen. Door het keukenraam zag ze Carijn aankomen lopen. Nu was het gesprek dus afgelopen. Misschien wel zo goed, want het verliep niet zoals ze gehoopt had. Er zat niets anders op dan Huib zo meteen te bellen en te zeggen dat ze vanavond niet met hem naar de film ging.