Hoofdstuk 40

 

 

De stilte werd verbroken door het geluid van een helikopter. Van ergens hoog in de lucht zette de helikopter een zoeklicht aan dat zijn weg begon te zoeken over het slagveld op de landingsbaan. Kort daarna volgden een hele reeks sirenes die snel in volume toenamen. Het vliegveld werd omgeven door zwaailichten die van alle kanten kwamen.

Politiewagens, guardia civil en zelfs twee legervrachtwagens omsingelden hen. De uniformen zwermden uit en arresteerden iedereen hardhandig die ze tegenkwamen. De guardia civil stelde geen vragen, maar sloeg iedereen neer die maar bewoog. De Roma lieten zich zonder verdere weerstand arresteren.

Rachel hield zich onderdanig. Handboeien werden omgedaan en hardhandig werden ze op het asfalt gedrukt. De arrestantenwagens waren overvol toen iedereen werd afgevoerd.

Wat gaan we ze vertellen?’ vroeg Rachel aan Ruud.

Gewoon. De waarheid.’

 

De waarheid vertellen bleek nog niet zo gemakkelijk. Ze werden behandeld als terroristen. De invloed van Jean-Paul uit Parijs die hen in het verleden altijd goed had kunnen helpen, leek hier niet te bestaan.

Urenlange verhoren, intimidatie, hen tegen elkaar uitspelen, ze konden het allemaal niet meer aanhoren. Ze mochten elkaar niet zien, geen bezoek ontvangen en met niemand communiceren. Er werden advocaten en vertalers aangesteld, zonder dat er ook maar enige vorm van overleg plaatsvond. Het was om gek van te worden.

Op een morgen was er iemand van de ambassade langsgekomen, maar veel verder dan wat hoofdschudden en vertellen dat het heel erg moeilijk zou worden om hen te helpen kwam hij niet. Voor zover ze nog hoop hadden, werd die op die manier de bodem ingeslagen.

De voorlopige beschuldigingen bestonden uit poging tot diefstal, poging tot moord en doodslag, het vernielen van privé eigendom, wapenbezit, verduistering en verstoring van de openbare orde.

De zon leek verder weg dan ooit. De veel te koele verhoorkamers deden Rachel al rillen voordat iemand zijn mond opendeed. Zodra ze met hun ijskoude verhoortechnieken, of simpelweg geschreeuw haar begonnen te ondervragen leek het wel of de temperatuur nog verder daalde.

 

Na een uitputtingsslag van twee dagen werd Sophie uit haar cel gehaald. Ze verwachtte weer door de mangel gehaald te worden. Tot haar verbazing werd ze, weliswaar geboeid, naar buiten geleid. Een rij auto’s stond klaar met tot de tanden bewapende mannen.

Meekomen,’ was het enige dat iemand tegen haar zei.

Ze werd ruw in een van de wagens geduwd. Achterin, samen met een drietal onguur uitziende types die eerder op een stel criminelen leken, dan op guardia civil. Op de achterkant van hun kogelvrije vesten stond een afkorting die Sophie niet kon thuisbrengen. Was het een of andere speciale eenheid? Wat voor iets dan? Anti terrorisme? Ze leunde zo goed als het kon tegen de zijkant van de wagen en probeerde wat te rusten.

Een hele tijd later schrok ze wakker. De wagen stond stil. De ontzetting bestormde haar als een tsunami. Ze kon eenvoudigweg haar ogen niet geloven. Het kleine, door tralies vertekende beeld wat ze voor zich zag, stond voor eeuwig op haar netvlies gebrand. De toegangspoort van Montserrat. Wat deed ze in godsnaam hier?

De wagen reed weer verder om even later opnieuw te stoppen. De achterdeuren werden van buiten geopend door twee manschappen. Ze waren gewapend met een soort korte mitrailleur. Sophie stapte uit, gevolgd door de drie types die samen met haar in de wagen hadden gezeten. Verbaasd keek ze rond. De politie vulde het grote plein voor het klooster. Haar boeien werden afgedaan. Iemand die duidelijk een hoge positie had, kwam op haar toegelopen. Zijn ernstige blik sprak boekdelen, het was een man die niet gewoon was om tegengesproken te worden. Zijn mannen keken zenuwachtig rond en stonden klaar om op ieder commando van hem meteen te reageren, of om hem te verdedigen als dat nodig mocht zijn. De situatie voelde gespannen, maar ze had geen idee waarom. Hoe dichterbij de man kwam, hoe dichterbij de oplossing leek te komen.

Sophie.’

Ze was verbaasd dat de man haar met haar voornaam aansprak. Het klonk als een bevel, niet als een vraag.

Je hebt vandaag één kans om jullie verhaal te helpen bevestigen. We gaan naar de grot met de kapel. De bewijzen die we daar vinden, kunnen jullie uit jullie problemen helpen. Als de grot bestaat. Vooruit.’

Sophie knikte. Het was inderdaad geen man van een lange uitleg. Ze draaide zich om en keek naar het klooster. Ze had besloten dat ze geen voet meer zou zetten in welk kerkelijk gebouw dan ook. En nu stond ze weer hier.

Ze moest zich dwingen om naar het klooster te lopen. Een blik op het kleine leger dat zich om haar heen verzamelde, deed haar toch wel veilig voelen. Maar zou ze de grot terug kunnen vinden?