Helen schuift de rommel die op de kampeertafel ligt met de rug van haar hand opzij en rolt de collage open. Mo zit tegenover haar, met de benen wijd uit elkaar, zoals een vent, te lurken aan een peuk op een nogal kaduke stoel, gevonden op de vuilnisbelt, zoals bijna alles wat hier staat. Je vindt overigens heel behoorlijke spullen op de vuilnisbelt…
Het is niet te geloven wat de mensen op dit eiland allemaal weggooien.
Helen zegt niets, Mo heeft het meteen begrepen. Haar ogen schieten vol tranen, ze stromen over haar wangen. Ze denkt er niet eens aan ze weg te vegen…
Ze buigt zich over het papier, laat haar vingers rusten op de Cessna en op het woord ‘passie’, droogt haar ogen met de rug van haar knuist.
“Hoe kom je hieraan, Helen?”
En met een brok in de keel: “Heb je hem gezien?”
Helen schudt van nee.
“Welnee. Je kent je Colt toch? Hij heeft voor de zoveelste keer de plaat gepoetst.”
Mo zucht.
“Nou, dit gaat de verkeerde kant op, weet je. Het wordt menens…De mensen hier in de buurt zijn razend…Je weet hoe ze zijn…Vroeg of laat krijgen ze hem te pakken…Je Colt zal moe worden…Hij zal een fout maken. Ik denk dat hij moe is. Deze keer heeft hij die collage achtergelaten en vuur gemaakt in de haard. Het scheelde niet veel of ik had hem betrapt…Dat was trouwens beter geweest. Ik heb hier mensen horen zeggen dat ze hem koud willen maken. Ze zijn het zat na al die jaren. Het duurt te lang, Mo…Je zoon zou zich moeten overgeven…Anders sta ik nergens meer voor in. Ik zal hem niet kunnen beschermen.”
Mo haalt haar schouders op, ze staart naar de collage.
Haar huid is vaal, maar haar grote donkerblauwe ogen hebben niets aan schoonheid ingeboet. En als ze ze op Helen richt, met die intense blik die ze zich herinnert van lang geleden, voelt die zich jaren teruggevoerd in de tijd, toen alles nog mogelijk was. Nu is het te laat, de kaarten zijn geschud.
“Weet je hoe je je zoon kunt bereiken? Kun je dat?”
Mo schudt van nee.
“Wat dacht je? Iedere dag maakt hij een nieuwe mailbox aan. Hij heeft een programma om alles te wissen. Hij is altijd ontzettend handig geweest met computers, weet je nog? Nog voor hij kon lezen en schrijven…En nu…Ik weet niet wat te zeggen, Helen.”
Helen staat op.
“Zeg dan maar niks, Mo. Ik laat je de collage houden, ook al kan ik dat beter niet doen. Ik heb je nooit opgezocht, ik heb niets voor je meegebracht, oké? Ik loop veel risico. Je weet dat Craig zijn baan in de zagerij kwijt is en dat we nog drie kinderen te onderhouden hebben…”
“Maak je geen zorgen, ik laat me nog liever aan mootjes hakken.”
“Zeg het me als je iets van hem hoort, oké? Bel me op mijn eigen mobiel.”
Ze legt een kaartje op de tafel en vertrekt.
Ze kijkt nog één keer om.
“Ter herinnering aan de goede oude tijd.”