Bevalling en kraamtijd
Als je échte weeën hebt, twijvel je niet meer en weet je dat de bevalling begonnen is. Maar weeën komen meestal niet in één keer heftig en direct op. Een beetje last, een beetje hard, een beetje niet hetzelfde als normaal…Wanneer en hoe weet je nou dat dat ‘beetje anders’ echte wee¨n zijn?
Harde buik, voorwee, oefenwee en echte wee
Er zijn weeën en weeën. Ze komen in talloze gradaties en vormen voor. Hoe ze precies voelen, is voor iedereen anders, en niet iedereen merkt alle vormen van weeën. Het enige wat zeker is, is dat je heel goed weet wanneer je echte weeën hebt. Om toch je nieuwsgierigheid weg te nemen, zetten we hier alle weeën op een rijtje:
Timing is everything
Hoe weet je nu het verschil tussen oefenweeën en echte weeën? Dat kan je horloge je vertellen. Echte weeën komen met een bepaalde regelmaat en oefenweeën dollen maar een beetje met je. Daarbij is geen sprake van regelmaat.
Twee soorten echte weeën
Er bestaan grofweg twee soorten echte weeën: ontsluitingsweeën en persweeën. Ontsluitingsweeën dienen ervoor om te ‘ontsluiten’, dat wil zeggen dat ze je baarmoedermond openmaken tot zo’n tien centimeter doorsnee. Als deze opening groot genoeg is, kan je baby erdoorheen. Met de wee mee pers je de baby eruit; vandaar dat dit persweeën zijn.
Persen op volle kracht?
Je moet wat kracht zetten om de baby uit je buik te krijgen, maar er is een verschil tussen ‘wat kracht’ en ‘te veel kracht’. Als je met de wee meegaat en het ritme overneemt, krijg je met een relatief kleine pers veel meer voor elkaar dan je zonder de kracht van de weeën zélf kunt bewerkstelligen. Blijf altijd goed ademen en ‘blaas’ jezelf niet op met het persen. Dus doe niet je mond en ogen dicht om vervolgens zo hard mogelijk te persen, maar blijf ademen.
Het verschil tussen de pijn van menstruatie en die van weeën is dat menstruatiepijn vaak lang zeurderig aanvoelt, terwijl weeën komen, maar ook weer gaan. ∗ Harde buiken worden ook wel Braxton-Hickscontracties genoemd.
Nu is het moment gekomen waar je al die maanden op hebt gewacht: het moment dat je baby uit de buik komt en je hem of haar eindelijk in je armen kunt houden. Wat natuurlijk spannend blijft, is welke dag tussen de zevenendertigste en tweeënveertigste week het gaat worden. En kun je de boel misschien een beetje versnellen?
Wachten tot je baby er klaar voor is duurt soms lang
Leuk om te weten wanneer je de verloskundige moet bellen bij weeën, maar wat als er gewoon geen weeën komen en je toch echt wel wilt bevallen? Ten eerste moet je je realiseren dat een termijn van 37-42 weken er niet voor niets is. Het is heel normaal om met 37 weken te bevallen, maar ook om pas met 42 weken te bevallen. Je bent dus niet ‘laat’ als de uitgerekende datum een paar dagen geleden was. Over het algemeen kun je stellen dat de baby komt wanneer hij daar klaar voor is. Niet eerder.
Toch een kleine versnelling?
Mocht je baby er echt klaar voor zijn maar nog net dat ene spreekwoordelijke duwtje in de rug nodig hebben, dan bestaan er altijd nog grootmoeders tips om de bevalling te laten beginnen. En zoals in alle oude wijsheden, schuilt er best een kern van waarheid in:
“Dat was dom. Op de verpakking stond dat de wonderolie vermengd moest worden met limonade. Dus maakte ik de siroop met water aan en gooide de olie erbij. Olie en water: geen ideale combinatie. Kokhalzend dronk ik het op. Gatver, maar acht uur later lag Victoria in mijn armen. Wonderolie wordt door sommigen afgeraden, maar bij mij hielp het en bespaarde het me een inleiding in het ziekenhuis. Maar wel een tipje: meng alleen de limonadesiroop met de olie, leng het niet aan.”
Xaviera, toen zwanger van Victoria
Stress
In de natuur zie je dat bij dieren die aan het bevallen zijn en opeens verjaagd worden, de weeën stoppen en de bevalling tijdelijk ook. Soms kan het zelfs een dag duren voordat de bevalling weer begint. Het lijkt dus meer dan logisch dat dit bij mensen ook zo werkt. Als je lichaam veel stress ondervindt, zal een geboorte op zich laten wachten. Een trucje van Moeder Natuur om jou te helpen je bevalling rustig in te gaan.
Wanneer bel je de verloskundige?
Lastminute-bevallingstips
In sperma zit prostaglandine; dit maakt de baarmoedermond zacht, wat ook helpt bij het aanzwengelen van een bevalling. ∗ Slechts vier procent van de baby’s wordt op de uitgerekende dag geboren. ∗ Sommige mensen geloven dat kinderen sneller bij volle maan worden geboren omdat het vruchtwater reageert op de maanstand; cijfers bevestigen dit echter niet.
Helemaal voorspellen en bepalen hoe en wanneer je wilt bevallen, kan natuurlijk niet. Je kunt hoogstens nagaan hoe je het het liefst zou willen doen. Je kunt kiezen voor de ‘normale’ ligstand met opgetrokken knieën op bed, maar ook voor een heel andere positie, zelfs voor een badbevalling of een baarkruk. En los van de houding die je tijdens het baren aanneemt, moet je natuurlijk ook nog eens kiezen of je thuis of in het ziekenhuis wilt bevallen. Wat een keuzes!
Liggend
Dit is verreweg de bekendste manier om te bevallen, maar is het ook de makkelijkste? Als je een doorsnede zou zien van een vrouw die op haar rug ligt, gaat de vaginaopening omhoog. Dat wil dus zeggen dat je liggend je baby er niet alleen uit moet persen, maar ook nog eens tegen de zwaartekracht in werkt. Dat laatste kost natuurlijk extra energie. Door je knieën goed op te trekken wordt dit wel minder, maar je blijft de natuurkundige wetten tarten. Er zijn natuurlijk ook voordelen aan een klassieke bedbevalling: het is lekker makkelijk (je hoeft geen bad op te zetten of iets speciaals aan te schaffen) en tussen de persweeën door kun je even lekker liggen.
Hangen aan de rand
Door ergens aan te gaan ‘hangen’ blijf je verticaal, waardoor de zwaartekracht vóór je werkt in plaats van tegen je. Natuurlijk ga je niet ergens aan bungelen, maar blijf je met je benen op de grond. Wat je eigenlijk doet, is een rand zoeken om je aan vast te houden en daar enigszins aan gaan hangen. Dat kan de rand van je bed zijn, maar net zo goed een strijkplank of de rand van een sidetable. De weeën zullen op deze manier wel sterker zijn. Voordeel is natuurlijk dat je baby dan ook sneller geboren is; nadeel is dat je niet na elke wee makkelijk uit kunt rusten.
De baarkruk: best of both worlds?
De baarkruk combineert als het ware de pluspunten van een verticale bevalling zonder speciale hulpmiddelen en een bevalling in bed terwijl je ligt. Je zit verticaal op de baarkruk, maar doordat je zit, hoeven je benen je niet de hele tijd te dragen en kun je je redelijk ontspannen tijdens een wee. De baarkruk zorgt ervoor dat je hurkt. In die positie is de bekkenopening heel groot. De meeste verloskundigen nemen de baarkruk standaard mee. Het is wel verstandig om je eventuele voorkeur voor de baarkruk op tijd aan te geven bij de verloskundige.
Bevallen in het water
De meeste vrouwen die ooit in bad zijn bevallen, willen niet meer anders. Het water van het bad kalmeert en maakt de pijn draaglijker. Denk maar eens aan het zwembad: het water draagt een gedeelte van je gewicht. Je voelt je nergens lichter dan in het zwembad en het dobberen helpt ook tegen de pijn. Natuurlijk kun je niet echt dobberen in je normale bad, dus heb je voor een badbevalling echt een speciaal bevallingsbad nodig. Tijdens de bevalling, die ook in het water gebeurt, kan je partner bij je komen zitten. Je zit dan tegen hem aan en hurkt. Je maakt op die manier samen heel intens de bevalling mee.
“Voor mij niets anders dan een badbevalling. Heb je het eenmaal meegemaakt, dan wil je nooit meer iets anders. De pijnreductie is voor mij het belangrijkste argument. Ik weet dat een heleboel mensen zeggen dat het ook een betere, geleidelijkere overgang naar de buitenwereld is, maar voor mij is dat niet de belangrijkste reden om voor een badbevalling te kiezen.”
Xaviera, zwanger
Oriënteren: het allerbeste
Zoals je ziet, is niet één bevallingsmanier de beste. Ze zeggen wel eens ‘zo veel barenden, zo veel verschillende manieren’ en dat is waar. Iedere vrouw bevalt het best op haar eigen manier, op de manier die bij haar past. Oriënteer je en probeer in te schatten wat jou het best zal bevallen. Maar onthoud dat het niet meer is dan een inschatting. Op het moment dat je weeën hebt en de bevalling begint, kun je er heel anders over denken. Wellicht verander je dan zelfs nog tien keer van houding. Prima, als je maar doet wat bij jou past. Want pas dan ontspan je en dan beval je het best.
Wist je dat: ‘s nachts bevallen vaak sneller gaat dan overdag? Overdag ben je namelijk sneller afgeleid, waardoor je minder goed ontspant.
Last but not least: thuis of in het ziekenhuis
De belangrijkste keuze die je moet maken voor de bevalling, is of je thuis of in het ziekenhuis wilt bevallen. Thuis bevallen is bij een gezonde zwangerschap net zo veilig als bevallen in een ziekenhuis. Als er complicaties verwacht worden, heb je overigens geen keuze, dan beval je in het ziekenhuis. Sommige vrouwen kiezen er zelf voor om in het ziekenhuis te bevallen, omdat ze zich daar veiliger voelen. Andere vrouwen vinden het prettiger om thuis te bevallen. Wat je kiest, hangt voor een groot deel af van jouw gevoel. Als je dat volgt, kies je vast het beste.
In het ziekenhuis wordt bij een bevalling eerder medisch ingegrepen dan bij een thuisbevalling. ∗ Een thuisbevalling gaat vaak natuurlijker. ∗ Als je thuis bent, ontspan je beter. ∗ Nederland loopt met zijn deskundig opgeleide verloskundigen voor thuisbevallingen wereldwijd voorop. ∗ Beatrijs Smulders mag zich met recht de verloskundige der verloskundigen noemen. ∗ Je kunt ook op een bal of zelfs onder hypnose bevallen.
Je kunt op twee manieren de bevalling in gaan: door er zin in te hebben en te geloven in jezelf, of door je voor te bereiden op alles wat er mis kan gaan. Het glas is halfvol of halfleeg. Je kunt (geloof het of niet!) een orgasme krijgen tijdens de bevalling, of een totaalruptuur. Die keuze is natuurlijk niet helemaal aan jou. Maar je instelling speelt wel een rol.
Dus daar zit die G-spot
Een van de grootste mysteries op aarde is dat van de G-spot. We weten allemaal dat vrouwen hem hebben, maar waar? De G-spot zit aan de achterkant van de schede en zwelt op als je opgewonden bent. Als je bevalt, kan het hoofdje op de G-spot drukken, waardoor je een verrukt gevoel van welbehagen ondervindt. De een noemt het een orgasme, de ander zegt alleen dat de pijn daardoor wegging en werd vervangen door iets moois – iets wat niets met seks te maken heeft, maar op dat moment wel even goed uitkwam. Helaas mogen maar heel weinig vrouwen dit zo ervaren, maar stel je gewoon op de positieve dingen in.
Kracht van de psyche
Je lichaam is iets anders dan je psyche, maar ze hebben zeker invloed op elkaar. Het is natuurlijk altijd moeilijk om zulke invloeden in onderzoekspercentages uit te drukken en wetenschappelijk volledig te verklaren, maar een positieve attitude heeft tot gevolg dat je de pijn als veel minder er ervaart. Bevallen vraagt dan ook om echte woman power. Je kunt het, je doet het! Stay positive!
Geboorte en bevalling: een spiritueel moment
Een bevalling meemaken is een van de belangrijkste momenten in je leven. Je geeft op een heel intense manier leven aan een ander wezen. Zulke levensmijlpalen zijn per definitie spirituele momenten. Er zijn ook mensen die nóg meer waarde aan deze momenten toekennen, zoals astrologen.
Scheuren
Om toch maar even de andere kant van het bevallen te belichten: uitscheuren kan natuurlijk ook. Het hoofdje en de schouders zijn zo groot dat je dat daaronder waarschijnlijk nog nooit hebt gevoeld. Soms is het kindje simpelweg te groot en scheurtje vel. Dat klinkt supereng, maar het doet geen pijn. Veel vrouwen horen na de bevalling pas dat ze uitgescheurd zijn. Dat je er niet veel of niets van voelt, komt doordat het hoofdje zo op de huid van de vagina drukt dat alle gevoel hierin wordt stilgelegd, alsof de zenuwen even uitstaan en geen pijnprikkels meer ontvangen. Een mooi stukje natuurlijke bescherming!
Knippen
Soms merkt de verloskundige dat het hoofdje er sneller uit moet dan de natuur toestaat, of ze ziet dat het simpelweg niet gaat passen. Om ervoor te zorgen dat de bevalling gezond verloopt, zet ze dan een knip. Dat klinkt ook alweer zo eng, maar ook hier merk je niets van. De knip wordt tussen de vagina en de anus gezet en niet recht maar schuin. Op die manier heb je in één keer heel veel ruimte scheur je niet ongecontroleerd uit en heelt de wond beter.
Hechten
Als je uitgescheurd of ingeknipt bent, zul je vrij snel na de bevalling gehecht worden. Ook daar voel je niets van. Los van het feit dat de zenuwen nog steeds lamgeslagen zijn, ben je in je hoofd alleen maar met je baby bezig. Dat hechten is in no time zonder problemen gebeurd.
Toucheren is geen ingreep; de verloskundige voelt met haar vingers hoeveel centimeter ontsluiting je al hebt. ∗ Als de baarmoeder 10 centimeter ontsloten is, spreek je over volledige ontsluiting. ∗ Een tweede of volgend kind komt vaak eerder dan het eerste en de ontsluitingsfase gaat vaak sneller dan bij het eerste. ∗ Hechten voel je niet of nauwelijks; de hechtingen na de bevalling kunnen echter wel last veroorzaken. Meestal lossen de hechtingen vanzelf op.
Als er iets een rode draad was tijdens de afgelopen negen maanded, dan was dat wel de invloed van de hormonen. Als een junk ben je onbewust helemaal gewend aan de overdosis van talloze hormonen. Je lichaam heeft zich erop ingesteld. Nu, na de bevalling, maak je die hormonen opeens niet meer aan. De junk in je zal zonder die hormonen moeten en dat merk je…lichamelijk en psychisch.
Bye bye, placentahormonen
De placenta heeft na de bevalling direct je lichaam verlaten. Omdat de placenta zorgde voor de aanmaak van progesteron en extra oestrogenen, stopt dit proces meteen na de bevalling. Je teert dan nog heel even op de hormonen die al in je lichaam zitten, maar binnen een paar dagen merk je dat ze er niet meer zijn. Je hele lichaam moet de boel van binnen opnieuw reguleren. Dat proces vertaalt zich in een aantal kraamkwaaltjes, van opvliegers tot tranen.
Opvliegers
Opeens voel je je benauwd warm, gevolgd door extreem koud, en dat allemaal in korte tijd. Het zweet breekt je uit en je hebt het gevoel dat je uitdroogt. Allemaal verschijnselen van het afkicken van de hormonen. Wat helpt, is genoeg drinken. Water is altijd goed, maar een kop warme bouillon doet ook wonderen!
Tranen, verdriet en depressie
Je bent de gelukkigste vrouw ter wereld en je hebt de mooiste baby van de wereld in je armen. Maar de tranen rollen over je wangen. Iets heel kleins maakt je al aan het huilen en geeft je een gevoel van intens verdriet. Dit zijn nou typisch kraamtranen. Laat ze maar flink stromen. Hoe eerder ze eruit zijn, hoe makkelijker het voor jou is. Huilen lucht op en deze tranen zijn niets om je voor te schamen. Pieker niet te veel over wat het is dat je dwarszit, dat maakt het alleen maar erger. Bijna iedereen heeft ze. Sommige vrouwen voelen echter meer dan alleen kraamtranen: helaas komen ook depressies voor, vaak pas ‘meetbaar’ een aantal weken na de bevalling. Schaam je hier niet voor. Neem bij twijfel direct contact op met je huisarts. Door jezelf te helpen help je je baby, en die heeft je hard nodig.
Allemaal de schuld van het afkicken van de hormonen?
Ja en nee. De hormonen spelen zeker een grote rol, maar er is meer wat al deze kraamkwaaltjes verklaart. Je hele wereld staat op zijn kop, bedenk eens wat je psyche allemaal meemaakt tijdens de eerste dagen dat jullie samen zijn! Dat is niet in woorden uit te drukken. En dat is nog los van het feit dat je geen enkele nacht doorslaapt. Je kunt de hormonen van veel de schuld geven, maar niet van alles.
Welkom oxytocine, the love hormone…
Je zwangerschapshormonen gieren je lichaam uit, maar als kraamcadeautje krijg je er een nieuw hormoon bij: oxytocine. Je kende dit hormoon al, want het is altijd aanwezig. Oxytocine is ons ‘liefdeshormoon’, het hormoon dat ons verrukt en verliefd doet voelen. Nu zorgt dit hormoon voor de directe verliefdheid op je baby. Je houdt er geen kwaaltjes aan over, alleen het idee dat jij echt de mooiste baby van de wereld hebt, wat natuurlijk ook zo is.
Als je borstvoeding geeft, maak je vanaf nu ook veel prolactine aan, een borstvoedingshormoon.
Een pasgeboren baby is niet alleen een klein mensje, maar heeft ook zijn typische eigen uiterlijkheden: een soort donsvachtje, een punthoofdje, een gele gloed of overal pukkeltjes. Bovendien is het hoofdje in verhouding veel groter dan dat van ons.
Overal kleine donshaartjes
Baby’s die te vroeg worden geboren, zijn vaak nog bedekt met een dun laagje nesthaar, dat in de baarmoeder als bescherming diende. Meestal zitten die haartjes op het gezichtje, de schouders en de rug. Na een paar dagen vallen ze vanzelf uit. Baby’s die op tijd worden geboren, hebben geen tot weinig nesthaar meer, maar zijn vaak wel bedekt met een dun laagje wit huidsmeer, vernix caseosa. Dit huidsmeer beschermde de huid van je kind in de baarmoeder tegen het vruchtwater. Na de geboorte wordt je baby niet gewassen, maar laat de kraamhulp het huidsmeer een dag intrekken omdat het de huid van je kindje lekker soepel houdt. Bij baby’s die te laat worden geboren, is het huidsmeer meestal al helemaal in de huid getrokken; alleen in de plooien van zijn beentjes en armpjes vind je er nog wat van terug.
Een puntig hoofdje
Als je baby met behulp van de vacuümpomp is geboren, kan het zijn dat zijn hoofdje een puntige vorm heeft. Dat is niet erg en het komt vanzelf weer goed. Omdat de fontanellen (de delen waaruit de schedel van je kindje is opgebouwd) nog niet gesloten zijn, is zijn hoofdje een beetje vervormd. Het duurt een paar dagen, maar hij krijgt zeker een mooi rond koppie!
Gele gelaatsgloed
Pasgeboren baby’s zien de eerste dagen na de geboorte vaak een beetje geel. Dat komt doordat de lever nog niet optimaal werkt, waardoor de galkleurstof (bilirubine) niet goed wordt afgevoerd. Meestal trekt die gele kleur vanzelf weg. Leg je baby bij het raam: onder invloed van het zonlicht verdwijnt de gele kleur. Als je baby na een dag of vier nog steeds erg geel ziet, weinig plast en wat suffig is, overleg dan met de huisarts. Soms is het nodig om je kindje een tijdje onder een speciale lamp te leggen waardoor het bilirubinegehalte in het bloed daalt en hij mooi roze van kleur wordt.
Pukkelige wangen
Veel pasgeboren baby’s hebben kleine, witte pukkeltjes op hun wangen. Je hoeft er niets aan te doen: ze verdwijnen na een paar dagen vanzelf. De pukkeltjes ontstaan doordat de talgkliertjes in de huid nog iets te veel huidsmeer produceren.
Roos of huidschilfers?
Veel baby’s hebben witte of gele schilfertjes en korstjes op hun hoofd. Dat wordt ‘berg’ genoemd. Ga niet krabben en peuteren, maar smeer het hoofdje van je kind in met babyolie. Als je het een nacht laat intrekken, kun je de schilfertjes er makkelijk met een hydrofiel washandje afvegen of eruit borstelen met een zachte babyborstel. Doe dit echter pas als je baby wat meer gewend is aan deze wereld. De kraamdagen zijn daar niet geschikt voor.
O, o, hij kijkt scheel!
Pasgeboren baby’s lijken vaak scheel te kijken, maar doen dat niet echt. Na de bevalling zijn de plooien bij de binnenste ooghoeken vaak wat gezwollen door de druk die op het hoofdje is gezet. Die zwellingen trekken vanzelf weg.
Een in verhouding megagroot hoofd
Kijk eens goed naar de verhouding tussen je hoofd, je romp en je ledematen en vergelijk dat met je baby. Zie je dat hij in verhouding een veel groter hoofd heeft, een kleinere romp en veel kleinere ledematen? Zijn lichaamsbouw volgt het ‘babyschema’. Pas na de puberteit zullen zijn verhoudingen die van een volwassene aannemen. Het babyschema is een soort truc van Moeder Natuur. Onbewust zijn wij als zoogdieren namelijk zorgzamer voor mensen die een wat groter hoofd hebben en het babyschema volgen. Het uiterlijk van je baby verleidt jou en iedereen om hem heen dan ook om heel lief en zorgzaam voor hem te zijn!
De baby testen
Raar maar waar, direct na de bevalling krijgt je baby al een ‘rapportcijfer’, de Apgarscore. De verloskundige of arts in het ziekenhuis kijkt dan naar:
Voor deze vijf onderdelen krijgt je baby nul, één of twee punten. Hij kan dus maximaal een tien halen. Na vijf minuten doet de verloskundige deze test opnieuw. Je baby is dan vaak al wat bijgetrokken van de bevalling en scoort vaak veel hoger.
Het stukje navelstreng dat na het afnavelen nog aan de buik zit, droogt in en valt er vanzelf af. ∗ 4 procent van de baby’s produceert een heel klein beetje melk uit de tepels; dit komt doordat de hormonen van de moeder nog in het bloed van de baby zitten. ∗ Door de aanwezigheid van moeders; hormonen kan net na de bevalling het scrotum van een jongetje erg groot zijn. ∗ Je baby heeft een heel typisch babygeurtje; die geur vergeet je nooit meer.
Kraamtraditoes zijn gebruiken die uit het verleden stammen. En ook al is onze levenswijze de afgelopen eeuwen erg veranderd, sommige gebruiken zie je nog steeds. Wellicht omdat genieten van de kraamtijd en de intense ervaring in die periode niets met tijd of plaats te maken hebben.
Beschuit met muisjes
Deze gewoonte stamt uit de negentiende eeuw en was oorspronkelijk alleen weggelegd voor de rijkere lagen van de bevolking. De muisjes staan symbool voor vruchtbaarheid. De ‘gewone’ mensen aten witbrood met suiker om een geboorte te vieren. Tegenwoordig kan gelukkig iedereen van deze lekkernij genieten! Wil je iets anders? Er bestaan ook suikerhartjes!
Blauw en roze
Vroeger waren mensen vaak blijer met een zoon dan met een dochter. Een zoon zette namelijk de naam en familiestamboom voort. Mensen geloofden echter dat ze boze geesten op zouden roepen als ze hun blijheid zouden laten merken en ze beschermden hun zoon daarom met de kleur blauw. Blauw is tenslotte de kleur van de hemel, van de lucht. Niemand weet precies waarom de kleur roze bij meisjes hoort; er bestaan verschillende verklaringen voor. Gelukkig zijn wij niet meer bang voor boze geesten, en zijn we even blij met een meisje als met een jongen. Versier je huis met roze of blauwe slingers en ballonnen. Natuurlijk kun je ook iedereen in je omgeving laten zien dat je een zoon of dochter hebt gekregen: er bestaan speciale vlaggen en zelfs raamstickers met je baby’s naam erop.
De mooiste niet-eetbare taart: de luiertaart!
Een heel bijzonder cadeau om aan een kraamvrouw te geven is een luiertaart – functioneel én leuk. Het is heel simpel: je hebt ongeveer twee pakken Newborn-luiers nodig. Je rolt de luiers op tot ‘rolletjes’, bindt ze vast met lintjes, zet een rolletje rechtop en een aantal andere rolletjes hier omheen in de vorm van een cirkel en je bouwt een aantal cirkels van luiers om deze cirkel heen, net zo veel als je zelf wilt. Verstevig de cirkels door ze met een lintje vast te binden. Dit is de onderste laag van je taart. Maak dan nog twee andere, steeds iets kleinere lagen en zet de taartlagen op elkaar. Je versiert de luiertaart met lintjes. Hang met knijpertjes allemaal kleine cadeautjes aan de taart!
De kraammand: voor elke dag iets
Een kraammand is een mand met acht cadeautjes erin, zodat de moeder elke dag van de kraamtijd een cadeautje kan openmaken!
Kraambezoek of feest?
Natuurlijk wil je je baby vol trots aan je familie en vrienden laten zien. Traditioneel doe je dit in de kraamweek of kraamweken. Je kunt ervoor kiezen om elke dag een aantal mensen te ontvangen (kraambezoek), of om iedereen voor een groot feest uit te nodigen (kraamfeest).
Hoe regel je een kraamfeest?
Je kunt ervoor kiezen om het kraamfeest zelf te organiseren of om het uit te besteden. Talloze bureaus zijn gespecialiseerd in het organiseren van een kraamfeest. Ga eerst na wat je wilt en wanneer je het feest wilt geven. Gebruikelijk is om het drie tot zes weken na de geboorte te doen.
Muisjes zijn anijszaadjes met een suikerlaagje eromheen; anijs stimuleert de borstvoeding. ∗ In veel culturen beschermt een kraaltje met een oog de baby tegen het boze oog – geen kwade invloeden van buitenaf dus! ∗ In één land zijn er soms per regio verschillende tradities. Zo wordt er in Suriname blauwsel toegevoegd aan het badwater of onder het voetje gesmeerd; dit beschermt tegen kwade invloeden. ∗ Volgens veel culturen haal je de babyspullen niet eerder in huis dan wanneer je baby in je armen ligt; anders roep je onheil over je af.
EOF