Chapter 2:Geluk

1. Vooraf

Voor veel mensen is geluk een ideaal dat ze nastreven. Maar het is niet zo simpel als het klinkt: geluk is niet eenvoudig te defi niëren en het wordt vaak verward met aspecten zoals rijkdom en status.

  1. Hoe zou jij geluk defi niëren? Welke aspecten dragen er volgens jou toe bij?
  2. Hoe worden gelukkige mensen, van verschillende generaties, afgebeeld, in reclame en op andere plaatsen? Wat zijn de fysieke aspecten van deze beelden?
  3. ‘Geld maakt niet gelukkig’ is een oud adagium. Wat denk je, zit er een waarheid in of is het naïeve onzin?
  4. Denk je dat het zinvol is om geluk na te streven? Of denk je dat andere dingen belangrijker zijn?

  Over de tekst

Dit hoofdstuk bevat één tekst. Het is een interview met Ruut Veenhoven, een academicus die onderzoek doet naar geluk. Het gesprek gaat over de relatie tussen welvaart, geluk en de samenleving. De tekst is oorspronkelijk gepubliceerd op een website met informatie en publicaties op het gebied van carrièremanagement en persoonlijke ontwikkeling.

Woordenschat

geluk (het, g. mv.)

here: happiness

Geluk nastreven kan je pas doen als je brood op tafel hebt en een dak boven je hoofd.

nastreven (ww.)

to pursue, to aim for

Men zegt wel eens dat je je ziel aan de duivel verkoopt als je alleen geld en welvaart nastreeft.

verwarren met (ww.)

to confuse (with)

De woorden ‘lijken’ en ‘blijken’ worden vaak met elkaar verward, terwijl er toch een belangrijk verschil tussen zit.

bijdragen tot (ww., onr.)

to contribute (to)

Het enthousiasme van de kinderen en hun ouders heeft enorm bijgedragen tot het succes van de school; iedereen wilde er een succes van maken.

2. Tekst, woordenschat en vragen

Tekst Ruut Veenhoven, onderzoeker van geluk

Geld maakt niet gelukkig, vrijheid wel

‘We zijn verdomd gelukkig; onder andere door de zeer gevarieerde en uitdagende arbeidsmarkt.’ Ruut Veenhoven, werkzaam op de Erasmus Universiteit Rotterdam, onderzoekt al dertig jaar wereldwijd het geluksgevoel. Uit zijn World Database of Happiness concludeert hij dat we ons geluk vooral danken aan de meerkeuzemaatschappij. ‘Die dwingt tot nadenken over wat het meeste geluk oplevert. Sommige mensen leggen teveel in het mandje van de carrière.’

U zei in een interview dat carrière niet van invloed is op geluk. Dat lijkt me een boude stelling.

‘Daarmee bedoel ik carrière in de zin van hogerop komen. Bij geluk gaat het erom dat je lekker bezig bent. Daarvoor hoef je niet uitsluitend in directiekamers te vertoeven. Je ziet wel dat mensen in beroepen met een hogere status iets gelukkiger zijn, maar dat zit ‘m waarschijnlijk in de vrijheid die ze hebben. De correlatie tussen geld en geluk is buitengewoon klein. Bij mensen die meer geld krijgen zie je een kortstondige opleving, maar na een jaar is dat extra geluk weg. In een arm land heeft een loonsverhoging natuurlijk wel meer effect dan hier.’

U noemt dat de wet van de afnemende meeropbrengst.

‘Ja, als je kijkt naar een grafiek van het gemiddeld geluk in landen, zie je dat eerst toenemen met het inkomen, maar daarna vlakt het af. Het geluksverschil tussen rijk en heel rijk zie je nauwelijks.’

Veel mensen voelen zich niet gelukkig in hun werk. Het is saai of ze hebben last van stress, vervelende collega’s of een incompetente baas. Wat zou je die mensen aanraden?

‘In bepaalde beroepen zijn mensen gemiddeld minder gelukkig; dat zit met name in de zelfcontrole. Het kan ook zijn dat je als persoon niet in dat beroep past. Dan kun je beter iets anders gaan doen. Een andere mogelijkheid is dat het in jezelf zit; dat je in elke baan ongelukkig wordt, omdat je nou eenmaal een neuroot bent. Dan helpt het niet om je baan op te zeggen, want je neemt de ellende met je mee. Loop dan eens langs bij het RIAGG; en als dat niet helpt: jammer dan.’

‘Als je je baan niet geweldig vindt en je ziet geen alternatief, moet je zoveel mogelijk compensatie zoeken. Wat minder werken of leuke dingen doen. Geluk is tenslotte de balans tussen positieve en negatieve gevoelens.’

Is de jacht naar geluk niet een hype? Het lijkt aangejaagd door de commercie met z’n droombeelden in de reclame. Moeten we het geluk niet juist vinden in immateriële zaken?

‘Reclame probeert consumptiegoederen te verbinden aan geluk, met plaatjes van lachende mensen. Je kunt je geluk niet op met al die wasmiddelen! Maar er zijn weinig mensen die denken dat je gelukkig wordt van waspoeder.

Maar veel mensen hebben toch de neiging hun verdriet of onvrede te verdringen door te gaan winkelen?

‘Ja, maar het geluksonderzoek laat zien dat het verband met materiële goederen beperkt is. Een eigen huis of een auto maakt wel iets uit. Ik denk dat de belangstelling voor geluk niet zozeer door het kapitalisme wordt aangewakkerd, maar eerder structureel is. Als grote problemen als armoede en onderdrukking weg zijn, vraagt de mens zich af wat hem verder gelukkig kan maken.

‘De samenleving ontwikkelt zich steeds meer tot meerkeuzemaatschappij; keuzes worden steeds minder voorgeschreven door familie of de kerk. Bij al die keuzes vragen mensen zich af waar ze het gelukkigst van worden. Vroeger kon je bijvoorbeeld te snel kinderen krijgen. De pil maakte een bewuste keuze mogelijk. Overigens blijkt uit onderzoek dat je iets minder gelukkig wordt van kinderen krijgen; het gaat om de balans tussen voor – en nadelen.’

Geld en kinderen maken dus niet gelukkig. Wat dan wel?

‘Er is een discussie onder een aantal economen over wat nou gelukkig maakt. Er is een stroming die zegt: vriendschap, liefde en familie, dus we moeten wat minder werken. Ik geloof dat er wel wat in zit. Sommige mensen leggen teveel in het mandje van de carrière. Dat maakt ze kwetsbaar als het werk wat minder gaat. Het is altijd verstandig een redelijke mix te houden.

‘Maar mensen slaan door als ze zeggen: “extra inkomen maakt niet gelukkig, dus werk maakt niet gelukkig”. Nee, we zijn gelukkiger dan ooit in de geschiedenis; ik denk dat dat voor een deel komt door het werk. Als je niks te doen hebt, verveel je je de ogen uit je hoofd. Daarom nemen veel huisvrouwen de dubbele belasting van een baan op de koop toe. Die willen buiten de deur komen en lekker bezig zijn. We zijn en blijven verdomd gelukkig; ik denk dat dat onder andere komt door de zeer gevarieerde en uitdagende arbeidsmarkt. Door het wegautomatiseren van saaie rotbanen is de kwaliteit van de arbeid behoorlijk toegenomen.’

Waar komt geluksbeleving eigenlijk vandaan? Dient het een doel?

‘Wanneer je je vermogens goed gebruikt, beloont de natuur dat met een goed gevoel. Dat psycho-biologische mechanisme komt voort uit de evolutie. Als jager of verzamelaar moest je je fit voelen en op tijd kunnen wegrennen voor een slang of een leeuw. We zijn er dus op gebouwd op een redelijk hoog attentieniveau te functioneren. Maar in de tijd van de landbouwsamenleving sloeg de verveling toe; je stopte een aardappel in de grond en moest vervolgens lang wachten tot er iets uit kwam. Dat maakt vreselijk lui, en dat is waarschijnlijk de reden dat dat niet zo’n gelukkige periode voor de mensheid is geweest.’

‘Als je de geschiedenis van geluk van de mensheid weergeeft in een grafiek zie je een lang-durige constante. Na de agrarische revolutie zakt het in, en na de industriële revolutie zit het geluk weer in de lift. Niet alleen doordat goederen nu veel efficiënter worden geproduceerd, maar ook doordat arbeid veel gevarieerder is en dus aansluit op de menselijke behoefte om bezig te zijn en scherp te blijven.’

U denkt ook dat individualisme geluk bevordert. Maar in hechte gemeenschappen kunnen mensen zich toch veilig en geborgen voelen, en dus gelukkig?

‘In Japan zijn mensen duidelijk minder gelukkig dan in het Westen. Dat zit ‘m waarschijnlijk in dat collectivisme; je bent daar erg onderdeel van een groep. De baas zoekt een verloofde voor je uit. Daar is een mens niet op gebouwd. De mens heeft 95 procent van z’n bestaan als jager-verzamelaar in vrij losse verbanden geleefd. Rondtrekkend in kleine groepjes waren ze redelijk individualistisch, vergelijkbaar met mensapen.’

‘Wij zijn dus sociale dieren met een voorkeur voor zwakke en inwisselbare banden. Bij jagers-verzamelaars komt seriële monogamie vaak voor. Door de landbouw raakten mensen afhankelijker van hun samenleving, want ze moesten hun land en de oogst beschermen. Je bent dan veel meer aangewezen op de groep. Daarom was de invloed van de kerk en de familie in de Middeleeuwen sterk. Maar daar is de mens van nature niet zo geschikt voor. Dus toen men door de industriële revolutie aan de sociale druk kon ontsnappen, deed men dat ook. Men trok naar de stad, ook al waren de leefomstandigheden daar niet zo goed.’

Woordenschat bij de tekst

verdomd

very, damn (derived from verdomme: damn it)

Ik heb vandaag verdomd hard gewerkt, dus nu verdien ik een pilsje!

uitdagend

challenging

Het is uitdagend om een goede baan te combineren met het opvoeden van kinderen.

dwingen (ww., onr.)

to force

De vliegtuigkapers dwongen de piloot om in Parijs te landen.

opleveren (ww.)

to fetch, to yield

Die parttime baan levert hem niet genoeg geld op om de huur te betalen.

teveel in het mandje leggen van (iets) (vaste verb.)

derived from: al zijn eieren in één mandje stoppen: to put all one’s eggs in one basket

Je moet niet al je eieren in één mandje stoppen, want als je mandje valt, zijn al je eieren kapot. Daarom moet je altijd proberen het risico zoveel mogelijk te spreiden.

boud

bold

Volgens de premier is er in Nederland geen armoede. Dat vind ik een boude stelling, gezien de recent gepubliceerde statistieken.

in de zin van (iets) (vaste verb.)

in the sense of (something)

Het werkwoord ‘vogelen’ in de zin van copuleren werd al in de zestiende eeuw gebruikt.

uitsluitend

exclusively

Sociaalnetwerksites zoals Facebook zijn er niet uitsluitend voor de lol, maar ook voor bedrijven die zich in een snel evoluerende markt willen profileren.

vertoeven (ww.)

to stay, to be somewhere

De directeur vertoeft momenteel in Zwitserland.

het zit hem in (iets) (vaste verb.)

it lies in (something), the reason is (something)

Het zit hem in zijn mentaliteit dat Pim nooit wat wint. Met intelligentie heeft dat niets te maken.

buitengewoon

extraordinary

Hij is een speler met buitengewone kwaliteiten.

opleving (de, -en)

revival, upturn

Na de recessie van de jaren’80 werden de jaren’90 gekenmerkt door een economische opleving.

afnemen (ww., onr.)

to decrease, to take off

Het aantal bibliotheken in Nederland neemt sterk af omdat er steeds minder overheidsgeld beschikbaar is.

meeropbrengst (de, -en)

surplus revenue

Het nieuwe kinderpark is gefinancierd met de meeropbrengst gegenereerd door een stijging in parkeerboetes.

afvlakken (ww.)

to flatten (out)

Afnemende meeropbrengt betekent dat de winstcurve eerst stijgt, dan afvlakt en ten slotte daalt.

nou eenmaal

simply, just

Tsja, jongen, zo is het leven nou eenmaal, daar kan je weinig aan veranderen

opzeggen (ww., onr.)

to cancel

Vanwege geldgebrek heeft hij zijn abonnement op de krant opgezegd.

RIAGG

Regionaal Instituut voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg (public mental health centre) De RIAGG is een hulpinstelling waar mensen terecht kunnen met psychosociale en psychiatrische klachten.

jammer dan

too bad, better luck next time

Als het nu niet lukt, jammer dan. Misschien heb je morgen meer geluk.

jacht (de, -en)

hunt, chase

Djokovic gaat op Roland Garros op jacht naar zijn eerste overwinning in Parijs.

aanjagen (ww., onr.)

stimulate

De overheid wil de Nederlandse economie aanjagen door de banken geld te lenen.

zijn geluk niet op kunnen (vaste verb.)

cannot believe one’s luck, to be beside oneself with joy

Ze kon haar geluk niet op met haar nieuwe laptop: supersnel Internet, alle spelletjes en nooit meer wachten op een download!

neiging (de, -en)

tendency

Zij heeft de neiging om stil in een hoekje te zitten als er visite komt.

verdringen (ww., onr.)

to repress

Vaak verdringen slachtoffers van seksueel misbruik deze herinnering. Dat is een psychologisch defensiemechanisme.

verband (het, -en)

link, relationship

Het heeft een heel aantal jaar geduurd voor het verband tussen roken en longkanker bekendheid kreeg bij het brede publiek.

beperkt

limited

De mogelijkheden om uit te gaan zijn beperkt als je in een dorp woont.

uitmaken (ww.)

to matter

Het maakt mij niet uit wie er kampioen wordt, als het maar spannend is.

aanwakkeren (ww.)

to instigate, to spark

Een stevige wind wakkerde de bosbrand aan.

onderdrukking (de, -en)

oppression

Sommigen vinden een hoofddoekje bij vrouwen een teken van onderdrukking, iets wat moslima’s vaak tegenspreken.

overigens

anyway, for that matter

Er is een verschil tussen christelijke fundamentalisten en islamisten. Die laatsten hebben overigens weinig met religie te maken maar alles met politiek.

daar zit wat in (vaste verb.)

there is a point

Jij zegt dat hij nooit geld heeft omdat hij werkloos is. Daar zit wat in natuurlijk, maar hij heeft toch een uitkering?

kwetsbaar

vulnerable

Aniek lijkt altijd zo’n kwetsbaar meisje want ze is zo verlegen en fragiel van gestalte.

doorslaan (ww., onr.)

to carry on, to go over the top

Vraag hem niet om te vertellen over zijn collectie melkflessen, want dan slaat hij helemaal door. Hij houdt niet meer op.

zich de ogen uit het hoofd vervelen (vaste verb.)

to be bored stiff

Die arme Chantal zat zich de ogen uit het hoofd te vervelen tijdens dat congres. Ze was veel liever thuisgebleven.

op de koop toe (vaste verb.)

on top, as part of the deal or bargain

Hij heeft die tweedehands auto gekocht voor een vriendenprijsje. De deuk aan de zijkant neemt hij op de koop toe.

beleving (de, -en)

experience

Mijn beleving van het gastronomische weekend was compleet anders dan die van mijn ouders. Ik genoot er intens van, maar zij zagen alleen het gebrekkige comfort van het hotel.

landbouw (de, g. mv.)

agriculture

De landbouw is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse economie met zijn bloembollen en kaasproductie.

toeslaan (ww., onr.)

to strike

De criminelen waren van plan’s nachts toe te slaan, rond een uur of vier, wanneer iedereen diep aan het slapen is.

weergeven (ww., onr.)

to display, to show

De auteur van die prachtige roman heeft goed weergegeven hoe het voelt om eenzaam te zijn.

inzakken (ww.)

to collapse

De vraag naar nieuwe auto’s is door de economische crisis volledig ingezakt.

in de lift zitten (vaste verb.)

to be rising, to be on the up

Cosmetische chirurgie is de afgelopen jaren steeds populairder geworden. Vooral borstvergrotingen zitten in de lift.

behoefte (de, -n/-s)

need

Kinderen onder de vijf hebben vooral veel behoefte aan aandacht, liefde en zorg.

aansluiten op (ww., onr.)

to connect to, to fit with

Universiteiten worden steeds meer gedwongen om opleidingen te bieden die aansluiten op de arbeidsmarkt.

bevorderen (ww.)

to stimulate, to promote

Door zijn uitspraken bevordert de paus het gebruik van condooms niet, maar remt het eerder af.

hecht

close

Berend en Roos hebben een hechte relatie: ze vertellen elkaar werkelijk alles.

geborgen

safe, comfortable

Als zij bij haar ouders is en de vertrouwde geuren van het ouderlijk huis weer ruikt, voelt ze zich altijd heel geborgen.

inwisselbaar

exchangeable

Alle Nederlandse stadscentra lijken op elkaar: de filialen van het Kruidvat, de Hema en andere winkelketens zijn volstrekt inwisselbaar.

aangewezen zijn op (iets of iemand) (vaste verb.)

to have to rely on (something or someone)

Wij zijn aangewezen op het openbaar vervoer omdat we geen auto hebben.

Vragen bij de tekst

  1. Wat is volgens geluksprofessor Ruut Veenhoven de invloed van carrière op geluk?
  2. Wat bedoelt hij met de wet van de afnemende meeropbrengst?
  3. Om welke redenen zijn mensen volgens hem soms niet gelukkig in hun werk?
  4. Hoe definieert hij geluk?
  5. Wat is volgens hem de relatie tussen geluk en consumptie?
  6. Wat heeft het kapitalisme te maken met de belangstelling voor geluk?
  7. Welke invloed heeft de meerkeuzemaatschappij op onze geluksbeleving?
  8. Wat zegt Veenhoven over de balans tussen werk en vrije tijd?
  9. Waarom zijn we volgens hem gelukkiger dan ooit?
  10. Beschrijf globaal de geschiedenis van het geluk vanaf het begin van de mensheid tot het heden. Teken een grafiek om je antwoord te illustreren.
  11. Waarom is individualisme volgens Veenhoven belangrijker voor de geluksbeleving dan hechte sociale verbanden? Vind je zijn argument overtuigend? Waarom (niet)?
  12. Waar of niet waar volgens Veenhoven, of ertussenin? Leg uit en geef ook je eigen mening.
    1. Kinderen maken je gelukkig.
    2. Winkelen maakt je gelukkig.
    3. Geld maakt je gelukkig.
    4. Veel werken maakt je gelukkig.
    5. Carrière maken maakt gelukkig.
    6. Een uitdagende baan hebben maakt gelukkig.
    7. Een huis hebben maakt je gelukkig.
    8. Een auto hebben maakt je gelukkig.
    9. Seriële monogamie maakt je gelukkig.
    10. Bezig zijn en scherp blijven maken je gelukkig.
    11. De pil maakt je gelukkig.
    12. Huisvrouwen zijn gelukkig.

3. Woordenschatoefeningen

  1. Welk woord hoort niet in het rijtje thuis en waarom?
    1. boud – sterk – zwak – krachtig – fel
    2. inzakken – aanwakkeren – stimuleren – bevorderen – opleven
    3. redelijk – buitengewoon – heel – erg – zeer – uitermate – verdomd
    4. staren – dwingen – kijken – zien – turen – loeren
    5. uitsluitend – alleen – allemaal – enkel – slechts – beperkt
    6. overigens – trouwens – daarbij – ook – hoewel
  2. Er zijn veel manieren om een ontwikkeling te beschrijven, zoals in de tekst gebeurt met de geluksgrafiek. De volgende werkwoorden hebben allemaal te maken met het beschrijven van trends in grafi eken. Sorteer ze in het onderstaande schema.

    vertragen, toenemen, omlaaggaan, afnemen, in de lift zitten, inzakken, vermeerderen, verhogen, verminderen, oplopen, afvlakken, verlagen, groeien, krimpen, omhooggaan, teruglopen, stilstaan

    Stijgen

    Stagneren

    Dalen

     

     

     

  3. Wat betekent ongeveer hetzelfde? Verbind een woord uit de eerste kolom met een woord uit de tweede kolom.
    1. vertoeven
    2. geborgen
    3. verdringen
    4. hecht
    5. opzeggen
    6. buitengewoon
    7. helaas
    8. inwisselbaar
    9. kwetsbaar
    10. beperkt
    1. jammer dan
    2. vergelijkbaar
    3. beëindigen
    4. breekbaar
    5. verblijven
    6. sterk
    7. bijzonder
    8. gelimiteerd
    9. veilig
    10. onderdrukken
  4. Verbind de woorden met hun tegengestelde.
    1. toestaan
    2. onderdrukking
    3. aanwakkeren
    4. uitdagend
    5. buitengewoon
    6. aansluiten
    7. uitsluitend
    8. uitmaken
    9. boud
    10. doorslaan
    1. afbreken
    2. vrijheid
    3. zich inhouden
    4. probleemloos
    5. voorzichtig
    6. geen verschil maken
    7. inclusief
    8. ondermaats
    9. blussen
    10. verbieden
  5. Vul de volgende woorden of uitdrukkingen in onderstaande zinnen in. Let op dat je de juiste vorm en woordvolgorde gebruikt. Kijk goed naar de betekenis van de zin, soms moet je hem negatief maken.

    op de koop toe – het zit hem in – zijn geluk niet op kunnen – opleveren – al zijn eieren in één mandje stoppen – opzeggen – neiging – aangewezen zijn op – uitmaken – doorslaan – toeslaan – weergeven – in de lift zitten – beleving – behoefte

    1. Kijk, hoe we de energievoorziening van de toekomst moeten regelen is een groot probleem. Leggen we het zwaartepunt bij de fossiele brandstoffen, of op duurzame energiebronnen zoals windenergie? En wat doen we met kernenergie? Ik vind het in ieder geval belangrijk om niet op één paard te wedden en. . . . Het is immers belangrijk om het risico te spreiden! Als je . . . één energiebron, dan heb je problemen als er iets verkeerd gaat met die ene bron.
    2. Theo is altijd bang geweest voor de tandarts, maar de laatste keer dat hij voor controle naar de tandarts moest was het erger dan ooit. De angst. . . . Wat de oorzaak is? Niemand die het weet. Vermoedelijk . . . de haak, de boor en de ziekenhuislucht.
    3. Toen hij na jaren zoeken die uiterst zeldzame melkfles uit de jaren ’50 gevonden had, . . . . Hij was zo blij, dat hij een gat in de lucht sprong. Dat de fles hem de lieve duit van 5.000 euro kostte, . . . . Dat was een nadeeltje waar hij wel mee kon leven. Rare jongens, die melkflessenverzamelaars.
    4. Toen de vrouw van de melkflessenverzamelaar hoorde dat haar man 5.000 euro had besteed aan een nieuwe fles, . . . ze helemaal. Natuurlijk wist ze dat melkflessenverzamelaars de . . . hebben veel geld uit te geven, maar 5.000 euro was toch echt te veel. Ze begon te huilen en te schreeuwen. Hoe moesten ze nu de hypotheek betalen? Hij moest van zijn vrouw onmiddellijk zijn abonnement op het tijdschrift voor melkflessenverzamelaars. . . .
    5. Soms is het moeilijk om exact . . . wat er gebeurd is bij zo’n ramp. Televisiezenders rapporteren vaak chaotisch en wakkeren zo de paniek aan. Uiteraard speelt dat in hun voordeel want dat . . . veel kijkcijfers. Maar eigenlijk hebben mensen op zo’n moment . . . aan betrouwbare en goed geïnformeerde berichtgeving.
    6. Nou, als jij bereid bent op mijn huis te passen, dan doe ik hetzelfde voor jou als je weg bent en ik neem je hond. . . . Trouwens, dat hele idee van huizenruil . . . : mogelijk heeft het te maken met de recessie en ook dat mensen gewoon graag ergens thuis zitten wanneer ze met vakantie zijn. Het is ook een heel ander soort . . . dan in een hotel zitten met internationale gasten; je leert meer over het alledaagse leven op je vakantiebestemming.
  6. Herhalingsoefening. In deze oefening wordt de woordenschat uit hoofdstuk 1 herhaald.
    1. Kies uit de volgende werkwoorden en vul ze in de onderstaande zinnen in. Let op de juiste vorm.

      koesteren – popelen – vergaren – sudderen – zwoegen

      1. Kleine Karel zat te . . . van ongeduld om naar school te gaan, want hij was zo blij dat hij na de lange zomer zijn vriendjes terug zou zien.
      2. Stilletjes . . . hij nog de hoop dat zijn vriend terug zou komen, maar diep in zijn hart wist hij dat hun relatie definitief afgelopen was.
      3. De journalist was al maanden bezig met informatie te . . . over de corrupte politicus, maar hij had nog niet genoeg bewijs om er een artikel over te schrijven.
      4. Mijn lievelingsgerecht – konijn met pruimen – stond zachtjes op het vuur te . . . terwijl oma een douche nam en de kinderen televisie keken.
      5. Hoewel de studenten hard hadden . . . voor hun essays, kregen toch ze geen hoge cijfers.
    2. Vul een van de volgende substantieven in de zinnen in.

      vaardigheid – roem – bewering – hulpkreet – gesticht

      De beroemde kunstenaar is recent naar een (1) . . . gebracht, nadat hij geprobeerd had zelfmoord te plegen. Dat werd gezien als een (2) . . . omdat hij de (3) . . . niet meer aankon. Het was hem allemaal te veel geworden. Met beroemdheid omgaan is een kunst op zich en die (4) . . . beheerste hij nog niet helemaal. Maar de (5). . . . die in sommige kranten stond, dat hij knettergek en zelfs gevaarlijk zou zijn, klopt niet. De man heeft vooral veel rust nodig.

    3. Welke prepositie hoort bij de vaste verbindingen in de volgende zinnen?
      1. Zijn vrouw heeft altijd haar neus opgehaald . . . kant-en-klaarmaaltijden, maar toch zet zij ze elke week een keer op het menu.
      2. Het is soms moeilijk te begrijpen waarom mensen zich . . . anderen aangetrokken voelen, maar het laat zien hoe smaken verschillen.
      3. De zak van Sinterklaas puilde uit . . . de cadeautjes en de kinderen konden nauwelijks wachten.
      4. Ik moet eerlijk toegeven dat ik nooit goed . . . haar overweg gekund heb, en daarom ben ik blij dat ze hier niet meer werkt.
      5. Breng toch eens wat meer enthousiasme . . . voor je huiswerk!

Woordenschat

turen (ww.)

to peer, to squint

Zonder bril kan ik echt niet goed televisie kijken. Dan moet ik heel intens naar het scherm turen om ook maar iets van de gezichten te kunnen zien.

loeren (ww.)

to watch, to leer

Onze buurman zit steeds maar over het heg naar die jonge meisjes van daarnaast te loeren. Ik word er niet goed van.

Woordenschat

zich inhouden (ww., onr.)

to control oneself, to restrain oneself

Er is eten genoeg voor iedereen, dus je hoeft je niet in te houden. Als je twee stukken taart wilt, of drie, het kan!

ondermaats

below standard

Je laatste essay was echt ondermaats. Het niveau van je eerdere werk was veel beter.

blussen (ww.)

to put out (a fire)

Na een half uur had de brandweer het vuur onder controle en niet lang erna was de hele brand geblust.

4. Spreekoefeningen

Nadenken over geluk is niet nieuw. Vandaag de dag gaat het er vaak over welke prioriteiten je stelt en er wordt veel gesproken over een evenwicht tussen werk en gezin. Ook zien velen het geluk van kinderen als een belangrijk beleidspunt, want gelukkige kinderen maken stabiele volwassenen.

1. Kritische vragen over de tekst

Welke vragen roept de tekst bij jou op? Bedenk zelf twee kritische vragen en stel die aan een groepje van je medestudenten.

2. Presentaties over evenwicht tussen werk en gezinsleven

Je bent met je collega’s op een studiedag over het evenwicht tussen werk en gezinsleven. Tijdens een workshop bespreek je een aantal mogelijkheden om een betere balans te creëren, zoals thuis werken, kinderopvang op het werk, glijdende werkuren, deeltijds werken, enzovoort. Je kunt zelf andere suggesties verzinnen. Werk in kleine groepjes die elk de voor- en nadelen van een van de suggesties bediscussiëren. Presenteer achteraf je conclusies aan de rest van je collega’s met behulp van een PowerPointpresentatie. Je presentatie mag niet langer duren dan 4 minuten.

3. Interviews over geluk

Volgens een recent rapport van de OESO zijn Nederlandse kinderen de gelukkigste ter wereld. Britse kinderen daarentegen komen er niet zo goed uit, met veel dronkenschap en tienerzwangerschappen. Werk in groepjes van twee. Doe eerst wat onderzoek naar deze bevindingen op het Internet, en creëer daarna een kort video-vraaggesprek. Een persoon is de interviewer en de andere kiest uit een van de rollen hieronder. Maak een video- of audio-opname van je gesprekje (niet langer dan tien minuten) en laat het aan je medestudenten zien, als inleiding voor een bredere discussie in de groep.

Je werkt voor de Britse Ambassade en hebt het gevoel dat de Britten wel erg stereotiep worden neergezet in de media naar aanleiding van het OESO rapport.

Je bent een buitenlander (kies zelf land) en je hebt een minder rooskleurige visie op de Nederlandse opvoedingsstijl.

Je bent een pedagoog en je komt uitleggen waarom de Nederlandse opvoedingsstijl voordelen heeft.

Woordenschat

evenwicht (het, g. mv.)

balance

Het is belangrijk een evenwicht te vinden tussen de eisen van je werk en je persoonlijke omgeving, anders word je gek.

glijdende werkuren (vaste verb.)

flexible working hours

Veel overheidsinstellingen bieden hun personeel glijdende werkuren aan; zo kunnen ze hun werkdag tussen 7 en 10 uur beginnen en tussen 3 en 6 eindigen.

OESO

OECD, Organisation for Economic Co-operation and Development

De OESO is de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.

5. Internetresearch

  1. Zoek meer op over het werk van geluksonderzoeker Ruut Veenhoven. Je kan bijvoorbeeld een interview met hem vinden op YouTube of je kan kijken op de website van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
  2. Er zijn veel spreekwoorden en gezegden over ‘geluk’. Ga naar de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (http://www.dbnl.org) en zoek een woordenboek met spreekwoorden en gezegden.

    Welke spreekwoorden met geluk kun je vinden? Wat betekenen ze? Vind je dit spreekwoordenboek nuttig?

    Zoek ook naar andere spreekwoordensites, zoals http://www.spreekwoord.nl en http://www.woorden.org/spreekwoord.php. Wat zijn de beste sites om naar spreekwoorden en hun betekenis te zoeken? Waarom?

    Wat zijn de drie nuttigste spreekwoorden over ‘geluk’ om te onthouden en te leren gebruiken?

  3. Zoek wat meer op over de geluksgraad van Nederlandse en Belgische kinderen, eventueel in vergelijking met kinderen in het land waar je zelf woont of vandaan komt. Zowel de OESO als Unicef produceren dit soort rapporten. Op welke aspecten wordt er gelet? Zijn er dingen die je verbazen? Wat zijn de verschillen tussen Nederland en België? Kan je die verklaren?
  4. Ga naar de gelukstartpagina (http://geluk.startpagina.nl). Zoek naar tips en regels om gelukkig te worden. Wat zijn die tips? Heb je er wat aan? Vergelijk ze met de tips die je uit de tekst haalde (bijvoorbeeld in vraag 12 bij de tekst) en suggesties die uit spreekoefening 2 naar voren kwamen.
  5. Doe de Nationale Gelukstest op http://educatie.ntr.nl/nationalegelukstest/. Hoe goed weet jij wat Nederlanders gelukkig maakt? Wat denk je van deze test en dit soort testen?

6. Verder surfen en lezen

http://www.scp.nl: dit is de website van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Het SCP brengt sinds 2001 elke twee jaar een rapport uit onder de titel: De sociale staat van Nederland. Tevredenheid van de Nederlandse burgers met hun leven en hun leefsituatie is één van de dingen die ze meten. Je vind hier niet alleen de volledige tekst, maar ook samenvattingen van de belangrijkste resultaten van deze rapporten.

http://www.123test.nl/geluk/: deze site biedt naar eigen zeggen ‘echte tests met serieuze antwoorden’. Doe de gelukstest!

http://nl.wikipedia.org/wiki/Bruto_nationaal_geluk: de staat Bhutan bedacht het concept van Bruto Nationaal Geluk om het geluk van een land te meten. Dat werd in de Nederlandse pers uitgebreid besproken.

Source

Text: based on Onno van Buuren, Ruut Veenhoven, onderzoeker van geluk: Geld maakt niet gelukkig, vrijheid wel, online, originally published in November 2006 at http://www.loopbaan.nl.