Chapter 3: Sinterklaasstress

1. Vooraf

Ieder jaar vieren de Nederlanders en Vlamingen Sinterklaas. In Nederland doen ze dat ‘s avonds op 5 december. In België op 6 december.

  1. Heb jij wel eens Sinterklaas gevierd? Wat gebeurde er toen?
  2. Wat weet je over Sinterklaas en het sinterklaasfeest? Hoe zien Sinterklaas en Zwarte Piet eruit? Wat doen ze? Wat doen de kinderen? Waar komt de traditie vandaan? Zijn er nog andere landen waar men ook Sinterklaas viert, of waar men een feest viert dat erg op Sinterklaas lijkt?
  3. Wat zijn volgens jou de leukste aspecten van het sinterklaasfeest?
  4. Zijn er, denk je, ook negatieve aspecten?

  Over de teksten

De volgende drie teksten gaan over de opvoedkundige aspecten van het sinterklaasfeest. De eerste tekst heet ‘Pepernotenkoorts’ en komt uit een tijdschrift dat adviezen geeft aan ouders over de opvoeding van kinderen tussen de 4 en 16 jaar. De tweede tekst heet ‘De sinterklaasleugen’ en werd gepubliceerd in een populairwetenschappelijk tijdschrift over psychologie.

Woordenschat

opvoedkundig

pedagogical, educational

Kinderen van vijf die tot negen uur ’s avonds televisie kijken, dat vind ik opvoedkundig niet verantwoord.

2. Teksten, woordenschat en vragen

Tekst 1 Pepernotenkoorts

Slecht slapen, weinig eetlust, buikpijn, hoofdpijn, plotselinge koortsaanvallen, overspannen of superdruk gedrag; het zijn allemaal herkenbare symptomen die zich manifesteren rond Sinterklaas. En die treffen niet eens alleen overgevoelige kinderen; ook een nuchter zieltje kan behoorlijk op tilt slaan. Hoe blijft de feestmaand feestelijk?

‘We zien in december een piek als het gaat om in- en doorslaapproblemen,’ zegt Clarisse van Gorkom, orthopedagoog in het Mesos Medisch Centrum in Utrecht. Het komt volgens haar in de feestmaand regelmatig voor dat leuke spanning finaal uit de hand loopt. Kinderen gaan minder goed eten, letten op school slechter op, of krijgen hoofdpijn.

Spanning rond het zetten van de schoen en de vraag welke cadeautjes de Sint zal geven, bestond vroeger ook. Maar de laatste jaren neemt de drukte toe. Sinterklaas komt niet alleen langs op school, maar ook nodigen veel sport- en hobbyclubjes hem uit. In de winkels liggen eind september al chocoladeletters, marsepein en pepernoten. En weken voordat de Sint daadwerkelijk voet op Nederlandse bodem zet, vallen er kleurige speelgoedfolders in de brievenbus. Als hij eenmaal gearriveerd is, voert het dagelijkse Sinterklaasjournaal op de televisie de spanning nog eens op.

De moeilijke maand, noemt Emmeliek Boost december. Ze is initiatiefneemster van de Opvoeddesk. De Opvoeddesk bood dit jaar voor het eerst een workshop decemberstress aan voor ouders. Die vond half november plaats. De aanleiding was dat er in deze periode regelmatig mensen bellen dat hun kind bijvoorbeeld al drie weken slecht slaapt. Of ze worden erg bang als Sinterklaas op het kinderdagverblijf komt.

Niet alleen voor de echte gelovigen, maar ook voor oudere kinderen kan de sinterklaastijd spanningen opleveren, aldus Boost. ‘Als de kinderen zo’n tien jaar oud zijn, wordt Sinterklaas op school vaak met surprises gevierd. Sommige ouders knutselen vijf avonden met hun kind aan een prachtige surprise en kiezen een cadeautje dat goed bij de betreffende klasgenoot past. Dan kan het heel zuur zijn als je kind zelf een gummetje en een zak drop krijgt, gewikkeld in proppen krantenpapier.’

Wat met name veel zou schelen bij het beperken van sintstress, is als de ouders zelf maat houden. ‘Twee of drie keer de schoen zetten is het maximum,’ vindt orthopedagoog Clarisse van Gorkom. Boost is het hiermee eens: ‘Sommige ouders stoppen Playmobil of een Barbie in de schoen. Voor je het weet wordt dat normaal en moeten andere ouders daar in meegaan. Anders denkt een vijfjarige die een mandarijntje of pepernoten heeft gekregen, dat Sint hem of haar niet lief vindt.’

Ouders moeten ook goed in de gaten blijven houden hoe hun kind reageert. Een kind dat van nature erg enthousiast is, zal bevattelijker zijn voor de speciale sinterklaassfeer en eerder op tilt slaan.

Verder is het uiteraard onverstandig om Sint en Piet als boeman te gebruiken. En als jonge kinderen bang zijn voor Zwarte Piet, moeten ouders dat zeker serieus nemen, adviseert Van Gorkom. ‘Het is allemaal heel magisch, waardoor het voor kinderen met een sterke verbeeldingskracht snel te veel kan worden.’ Voor kinderen die duidelijk gespannen zijn, adviseert ze om het verhaal aan te passen door bijvoorbeeld te zeggen dat Sint en Piet niet bij alle huizen over het dak lopen, maar de cadeautjes meestal bij de achterdeur neerleggen.

Dat de sinterklaastijd zo spannend is, komt ook volgens Jos Hendriksen, psycholoog bij kinderrevalidatiecentrum Franciscusoord in Valkenburg, mede doordat kinderen tot een jaar of 7 magisch denken. ‘Ze maken geen onderscheid tussen fantasie en werkelijkheid. Alleen wat ze zien, bestaat voor hen echt.’

Een mooi bewijs hiervan leverde een beroemde tv-uitzending waarin de juf zich voor de ogen van de klas verkleedde als Sint. Op de vraag ‘Wie is dit?’ antwoordden de kinderen vervolgens collectief: ‘Sinterklaas!’ Want die zagen ze en de juf was ‘weg’. Toen de Sint zich weer omkleedde, was ze in de ogen van de kinderen gewoon de juf en geen ex-Sinterklaas. ‘En zelfs al zijn kinderen op de leeftijd dat ze beseffen: Sint bestaat niet, dan nog blijft de hele periode spannend.’

Woordenschat bij tekst 1

pepernoot (de, -noten)

confectionery associated with Sinterklaas

Als Sinterklaas ergens arriveert, is het een traditie dat zijn Zwarte Pieten handenvol pepernoten door de kamer gooien.

koorts (de, -en)

fever

Als je een lichaamstemperatuur van 38°C hebt of hoger, heb je koorts.

eetlust (de, g. mv.)

appetite

Mensen met koorts willen vaak niet eten: ze hebben geen eetlust.

overspannen

stressed out

Ik heb de laatste weken zo hard gewerkt dat ik helemaal overspannen ben.

gevoelig

sensitive

In tegenstelling tot de directeur, die een nuchtere persoonlijkheid heeft, is de secretaresse heel gevoelig.

nuchter

here: down to earth, rational

De directeur is erg nuchter en laat nooit zijn emoties een rol spelen.

op tilt slaan (vaste verb.)

to go crazy

Toen de kleuter zag dat Sinterklaas een dure iPod in zijn schoen had gedaan, sloeg hij helemaal op tilt.

orthopedagoog (de, -gogen)

remedial educationalist, specialising in children with mental, developmental or behavioural disorders

De orthopedagoog analyseert de psychologische problemen die het kind heeft, en bedenkt daarna een plan om de situatie te verbeteren.

voorkomen (ww., onr.)

here: to occur

Het komt voor dat kinderen in december op tilt slaan.

finaal

completely, totally

– Heb jij de boodschappen nog gedaan? – Oeps, dat ben ik finaal vergeten.

de schoen zetten (vaste verb.)

to put one’s shoe in front of the fireplace and sing a song, hoping that Sinterklaas will put a small present in it

Nadat Sinterklaas in november op zijn stoomboot vanuit Spanje naar Nederland is gekomen, zetten de kinderen iedere avond hun schoen.

chocoladeletter (de, -s)

letter of the alphabet made of chocolate, usually given as a present in the Sinterklaas period

Margotje kreeg van de Sint een heerlijke chocololadeletter. Natuurlijk was het een M.

folder (de, -s)

brochure

In de weken voor Sinterklaas vallen er bij ieder huis talloze folders van speelgoedwinkels door de brievenbus.

opvoeren (ww.)

here: to increase, to step up

De Opec heeft de olieprijs kunstmatig opgevoerd.

dagverblijf (het, -ven)

day care, day nursery

Ons kinderdagverblijf geeft kwalitatief goede kinderopvang aan kinderen van werkende ouders.

spanning (de, -en)

tension

Toen Sinterklaas en Zwarte Piet binnenkwamen, steeg de spanning in de zaal.

surprise (de, -s)

present, given in the Sinterklaas period, that is packaged in a personalised way and accompanied by a personalised poem (Sinsterklaasgedicht)

Als de kinderen ouder zijn, wordt Sinterklaas in Nederland vaak met surprises gevierd: het cadeautje wordt op een bijzondere manier ingepakt. Als de surprise voor iemand is die veel van computerspelletjes houdt, kun je bijvoorbeeld een spelcomputer maken van papier-maché.

knutselen (ww.)

to do arts and crafts, to make things as a hobby

Kinderen knutselen graag. Geef ze een schaar en wat papier en ze zijn uren bezig.

gum (de, -men)

eraser

Ik schrijf het liefst met een potlood want als ik dan een fout maak, kan ik het eenvoudig verwijderen met mijn gum.

drop (de, g. mv.)

liquorice

Drop is mijn favoriete snoepgoed, vooral Engelse drop!

wikkelen (ww.)

to wrap

Hij wikkelde het cadeau in een cadeaupapiertje.

prop (de, -pen)

ball, wad

Hij maakte een prop van zijn papier en gooide die door de klas.

schelen (ww.)

to matter, to make a difference

Het scheelt veel of je boodschappen doet bij de goedkope supermarkt Lidl of bij de veel duurdere Albert Heijn.

maat houden (vaste verb.)

to enjoy in moderation

In onze consumptiemaatschappij is het belangrijk dat een mens maat kan houden.

(iets of iemand) in de gaten houden (vaste verb.)

to observe (something or someone), to keep an eye on (something or someone)

Kun jij mijn kinderen even in de gaten houden? Ik ga even naar de supermarkt.

bevattelijk voor

susceptible to

Als je bevattelijk bent voor griep, ben je vaak ziek.

boeman (de, -nen)

bogeyman

Voor veel kinderen is Sinterklaas een boeman, die stoute kinderen in een zak meeneemt naar Spanje.

verbeeldingskracht (de, g. mv.)

imagination

Hij heeft een enorme verbeeldingskracht. Dat blijkt uit de prachtige verhalen die hij schrijft.

juf (de, -fen)

female primary school teacher

Gisteren was er geen les omdat de juf ziek was. Ze had koorts en geen eetlust.

beseffen (ww.)

to realize

Besef je wel hoeveel pijn je me hebt gedaan?

Vragen bij tekst 1

  1. Welke problemen hebben kinderen in december?
  2. Waarom zijn die problemen nu erger dan vroeger? Geef drie redenen.
  3. In de vijfde alinea is er sprake van ‘de echte gelovigen’. Wie zijn dat? Waarom gebruikt de auteur deze woorden?
  4. Waarom hebben ook oudere kinderen problemen rond Sinterklaas volgens Emmeliek Boost?
  5. Welke adviezen geven Clarisse van Gorkom en Emmeliek Boost aan ouders?
  6. Van Gorkom en Hendriksen spreken over het magische denken van kinderen. Wat bedoelen zij daarmee?
  7. Bij dit artikel passen drie tussenkopjes: zelf maat houden/magisch denken/workshop decemberstress. Zet deze kopjes op de juiste plaats in de tekst.
Tekst 2 De sinterklaasleugen

Al honderden jaren wordt het sinterklaasfeest in Nederland gevierd. Maar is dit feest opvoedkundig gezien wel verantwoord? Veel kinderen zijn bang voor de goedheiligman en terwijl ouders hun kinderen leren dat ze niet mogen liegen, bedotten ze hun kroost zelf jarenlang met het verhaal over de Sint en zijn Pieten.

Vanessa Lommers werkt bij het Kids Party Centrum te Amsterdam. ‘Ik ben nooit bang geweest voor Sint en Piet, ik was juist stapeldol op hen. Daarom kwam het keihard aan toen ik op mijn negende hoorde dat ze niet bestonden. Ik voelde me enorm belazerd en het vertrouwen dat ik in mijn ouders had, was een tijdje helemaal weg. Achteraf denk ik dat het aan mij lag dat ik er zo laat achter kwam. Het was me echt wel eerder verteld. Maar wanneer ik ergens volstrekt van overtuigd ben, kan ik me helemaal afsluiten voor informatie die tegen die overtuiging ingaat. Als kind had ik dat sterk en nu ook nog wel een beetje. Toch denk ik dat het sinterklaasfeest nauwelijks problemen geeft. Zeker voor de kinderen van vandaag de dag: die laten zich niet zo snel bedotten.’

Marjolein Veenis is moeder van twee jonge kinderen. ‘Ik vind het geen liegen, je neemt je kinderen meer in de maling met iets dat ze jarenlang heel veel plezier geeft. Het wordt pas liegen als je kind onzeker is of Sint en Piet wel bestaan en jij constant zegt: natuurlijk bestaan ze. Als je dat doet kan een kind teleurgesteld raken in zijn ouders. De angst voor Sint en Piet is vooral iets voor hele jonge kinderen, die vinden zoveel dingen eng. Als je daar als ouder nuchter mee omgaat, ontdekken ze snel genoeg alle leuke kanten van dit feest.’

Frank Verhulst is hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. ‘Vroeger kon ik me geweldig opwinden over het sinterklaasfeest. Jonge kinderen worstelen toch al met de vraag wat realiteit is en wat niet en dan ga je ze met zo’n raar verhaal opzadelen. Mijn jongste dochter heb ik gewoon de waarheid verteld. We vierden wel Sinterklaas en dat vond ze erg leuk, alleen voor haar was het meer een verkleedfeest. Later ben ik er wat genuanceerder over gaan denken. Volgens mij kan het sinterklaasfeest weinig kwaad, zolang je er verstandig mee omgaat. Sommige ouders gebruiken de roe en de zak van Sinterklaas als een manier om hun kinderen angst aan te jagen en zo te disciplineren, wat voor veel kinderen heel bedreigend is. Maar dat zegt meer over de opvoedingsstijl die de ouders hanteren, dan over het sinterklaasfeest.’

Jos Meijs is orthopedagoog en hoofd van de kinderafdeling van Astmacentrum Heideheuvel in Hilversum. ‘Volgens mij mag je je kinderen best bedotten met het sinterklaasfeest. Het is gewoon een heel leuk feest dat de banden in een familie kan versterken. Bovendien past het goed bij de ontwikkelingsfases die een kind doormaakt. Hele jonge kinderen geloven in magische dingen, zoals kabouters. Sinterklaas en Zwarte Piet passen daar heel goed bij. Rond hun zesde levensjaar ontdekken kinderen vaak de waarheid, want dan komen ze in de fase waarin ze steeds realistischer naar de wereld gaan kijken. Wel kunnen kinderen die niet zo lekker in hun vel zitten, angstig worden van de spanning die het hele sinterklaasgebeuren met zich meebrengt.’

Gerda Dujardin is leider van het medisch kleuterdagverblijf ‘t Kabouterhuis te Amsterdam. ‘Op onze school zitten kleuters die snel van slag zijn, omdat ze bijvoorbeeld gedragsproblemen of angststoornissen hebben. Daarom wordt Sinterklaas op het kleuterdagverblijf op een speciale manier gevierd. Hulpverleners die de kinderen goed kennen, verkleden zich als Sint en Piet waar de kinderen bij zijn. Als de kinderen dan angstig worden op het moment dat jij bijvoorbeeld net je gezicht zwart hebt geschminkt, dan zeg je gewoon: ik ben het, Gerda. Ze zijn dan meteen gerustgesteld. Ik weet niet of ze door die verkleedpartij ook snappen dat Sint en Piet niet echt bestaan. Wij behandelen kinderen tot ze zes jaar worden en als ze zo jong zijn dan vinden ze het eigenlijk heel gewoon dat ik Piet ben en tegelijkertijd ook Gerda. Wel interessant om eens te onderzoeken hoe ze later over de Sint en Piet denken en of het voor onze kinderen moeilijker is, wanneer ze de waarheid ontdekken.’

Woordenschat bij tekst 2

goedheiligman (de, -nen)

Sinterklaas

Op 5 december krijgen alle Nederlandse kinderen cadeautjes van de goedheiligman.

bedotten (ww.)

to fool, to take in

Heb je echt de hoofdprijs in de loterij gewonnen, of zit je me te bedotten?

kroost (het, g. mv.)

offspring

Die moeder is heel trots op haar kroost.

(stapel)dol zijn op (iets of iemand) (vaste verb.)

to love (something or someone)

Ze is dol op chocola. Ze vindt het echt heel lekker.

(kei)hard aankomen (vaste verb.)

to hit hard, to be a great blow

De mededeling van Amnesty International over de abominabele situatie van de mensenrechten in China, kwam hard aan bij de Chinese president.

belazeren (ww.)

to cheat

De directeur van het farmaceutische bedrijf heeft zijn vrouw jarenlang met zijn secretaresse belazerd.

liggen aan (ww., onr.)

to be the reason

Waar ligt het aan dat werkende mannen hun vrouw zo vaak belazeren met hun secretaresse?

komen achter (iets) (vaste verb.)

to find out (something), to figure out (something)

Als je ooit achter de waarheid komt, laat het me dan weten.

volstrekt

completely

Het is mij volstrekt onduidelijk wat je bedoelt; ik begrijp je echt niet.

ingaan tegen (ww., onr.)

to disagree with, to argue against

Ze is het nooit met iemand eens. Ze gaat altijd tegen alles in.

vandaag de dag (vaste verb.)

nowadays

Er zijn vandaag de dag veel kinderen met allergieën. Niemand weet waarom.

(iemand) in de maling nemen (vaste verb.)

to pull (someone’s) leg, to fool (someone)

Als je kleine kinderen vertelt dat Sinterklaas bestaat, neem je ze eigenlijk in de maling.

teleurstellen (ww.)

to disappoint

Hij was enorm teleurgesteld toen hij ontdekte dat hij niet voor zijn rijexamen was geslaagd.

raken (ww.)

here: to get, to become

Toen de dochter van de minister-president zakte voor haar eindexamen, raakte dat al snel algemeen bekend.

hoogleraar (de, -raren/-s)

professor

Het departement Nederlands heeft geen hoogleraar in de taalkunde, maar wel een hoogleraar in de letterkunde.

zich opwinden over (ww., onr.)

to get excited about, to get worked up about

De pers wond zich op over de ruzie tussen de minister-president en de minister van financiën.

worstelen met (ww.)

to struggle with

Ik vind wiskunde erg moeilijk. Ik zit altijd enorm te worstelen met mijn wiskundehuiswerk.

opzadelen met (ww.)

to saddle with, to burden with

Helaas worden veel studenten opgezadeld met een hoge studieschuld.

zich verkleden (ww.)

here: to dress up, to disguise

Toen ik klein was, verkleedde mijn oom zich altijd als Zwarte Piet. Wie Sinterklaas was, weet ik nog steeds niet.

(iemand) angst aanjagen (vaste verb.)

to frighten (someone)

Zwarte Piet joeg hem altijd veel angst aan.

bedreigend

threatening

Voor veel kleine kinderen is Sinterklaas bedreigend omdat hun ouders hem gebruiken als boeman.

lekker in (hun) vel zitten (vaste verb.)

to feel well, to be confident

Hij zit de laatste tijd lekker in zijn vel. Hij heeft veel zelfvertrouwen en is vrolijk.

gebeuren (het, -s)

event, happening

Het kerstgebeuren verwijst naar alle gebeurtenissen en dingen die te maken hebben met kerst.

kleuter (de, -s)

preschooler of 3 to 6 years old

Met kleuters moet je altijd oppassen. Als je even niet kijkt, gebeurt er misschien iets ergs.

van slag zijn (vaste verb.)

to be upset

Hij was helemaal van slag toen hij hoorde dat John Lennon was vermoord; hij verloor zijn eetlust en lag de hele dag in bed.

stoornis (de, -sen)

disorder

Deze patiënt heeft ernstige geheugenstoornissen. Vaak kan hij zich niet herinneren wat hij een uur geleden heeft gedaan.

hulpverlener (de, -s)

relief worker

Een hulpverlener is een persoon die hulpt verleent in bepaalde situaties, zoals een brandweerman, een politieagent of een arts.

schminken (ww.)

to put on theatre make-up

Een clown moet veel aandacht besteden aan het schminken.

geruststellen (ww.)

to reassure, to put someone’s mind at rest

Toen hij bij de dokter kwam, stelde deze hem onmiddellijk gerust. Er waren op de scan geen abnormaliteiten te zien.

snappen (ww.)

to understand

Daar snap ik niks van. Het is Chinees voor me.

Vragen bij tekst 2

  1. Waarom kwam Vanessa Lommers er pas laat achter dat Sinterklaas eigenlijk niet bestaat?
  2. Waar ligt volgens Marjolein Veenis de grens tussen leugen en niet-leugen?
  3. Waarom vond Frank Verhulst het sinterklaasfeest vroeger een slechte zaak?
  4. Onder welke voorwaarden kan volgens hem het sinterklaasfeest zonder problemen worden gevierd?
  5. Wat zijn volgens Jos Meijs de voordelen van het vieren van Sinterklaas?
  6. Wat is zo bijzonder aan de manier waarop Sinterklaas wordt gevierd op het dagverblijf van Gerda Dujardin?
  7. Welke van de volgende beweringen zijn waar?
    1. Vanessa Lommers denkt dat kinderen vroeger meer problemen hadden met Sinterklaas dan tegenwoordig.
    2. Marjolein Veenis vindt dat ouders nuchter met het sinterklaasfeest moeten omgaan.
    3. De jongste dochter van Frank Verhulst verkleedde zich altijd met Sinterklaas.
    4. Volgens Jos Meijs mag je tegen kinderen liegen over Sinterklaas.
    5. Kinderen komen er gemiddeld op hun negende jaar achter dat Sinterklaas een leugen is.
    6. Op het kleuterdagverblijf van Gerda Dujardin begrijpen kinderen dat Sinterklaas niet echt bestaat.

3. Woordenschatoefeningen

  1. Welke woorden horen (niet) bij elkaar?
    1. In de linkerrij staan groepjes van drie woorden. Welk vierde woord past erbij en waarom? Kies uit de twee gegeven woorden in de rechterrij.

      1.sinterklaas – goedheiligman – zwarte piet

      bisschop/kabouter

      2.chocoladeletter – marsepein – pepernoten

      drop/speculaas

      3.liegen – belazeren – in de maling nemen

      bedotten/geruststellen

      4.houden van – gek zijn op – leuk vinden

      dol zijn op/op tilt slaan

      5.beseffen – snappen – ergens achterkomen

      knutselen/ontdekken

    2. Geef bij onderstaande werkwoorden de substantieven en adjectieven die aan het werkwoord gerelateerd zijn. Bijvoorbeeld:

      Werkwoord

      Substantief

      Adjectief

      denken

      de gedachte

      denkend

      Werkwoord

      Substantief

      Adjectief

      bedreigen

      teleurstellen

      geruststellen

      overtuigen

      opwinden

      spannen

      scheiden

      huwen

      voelen

    3. Welke woorden zijn tegengestelden (antoniemen) van elkaar? Verbind een woord uit de eerste kolom met een woord uit de tweede kolom.
      1. teleurstellen
      2. volstrekt
      3. nuchter
      4. verbeelding
      5. kleuter
      6. piek
      7. immuun
      8. boeman
      9. onderscheid
      10. geruststellen
      1. werkelijkheid
      2. dal
      3. bevattelijk
      4. tevredenstellen
      5. idool
      6. nauwelijks
      7. overeenkomst
      8. bedreigen
      9. emotioneel
      10. volwassene
  2. Veel werkwoorden hebben een vaste prepositie.
    1. Welk zinsdeel uit de rechterkolom past bij het zinsdeel uit de linkerkolom?
      1. Theo’s school doet veel
      2. Dat ligt
      3. Die verzekering beschermt je
      4. Zij gaat altijd in
      5. Hij windt zich op
      6. Thea is heel bevattelijk
      7. Zij worstelen
      8. Basje is dol
      9. Ik heb last
      10. Ik ben overtuigd
      1. van hoofdpijn.
      2. tegen haar ouders.
      3. aan de hormonen.
      4. van mijn gelijk.
      5. over de politiek.
      6. met hun huiswerk.
      7. aan Sinterklaas en kerst.
      8. voor verkoudheden.
      9. tegen problemen met je auto.
      10. op softijs.
    2. Vul de juiste prepositie in.
      1. In de weken voor pakjesavond houdt hij de brievenbus altijd nauwlettend . . . de gaten.
      2. Dat komt omdat zijn school veel . . . Sinterklaas doet.
      3. Soms komt de postbode te laat. Daar windt hij zich dan enorm . . . op.
      4. Hij raakt echt helemaal . . . slag.
      5. Ik weet niet waar dat . . . ligt.
      6. Normaal is hij namelijk een jongen die lekker . . . zijn vel zit.
      7. Misschien is het probleem dat hij niet goed onderscheid kan maken . . . fantasie en werkelijkheid.
      8. Bovendien brengt de Sinterklaastijd te veel spanning . . . zich mee.
      9. Ik heb er veel over nagedacht, maar ik weet niet hoe ik moet omgaan . . . die opwinding van mijn zoon.
      10. Dat zegt waarschijnlijk meer . . . mijn opvoedingsstijl dan . . . het sinterklaasfeest.
  3. In het Nederlands zijn er veel werkwoorden met een prefix.
    1. Welke prefix hoort bij het werkwoord? Kies uit: aan, in, op, uit. Alle werkwoorden in deze oefening zijn zogenaamde scheidbare werkwoorden.
      1. Het is belangrijk om de spanning niet te hoog . . . te voeren. (. . . voeren)
      2. Tijdens de zomervakantie gaat zij altijd naar Ibiza en leeft zij zich helemaal. . . . (zich . . . leven)
      3. De politicus ging . . . tegen de gangbare opinie. (. . . gaan tegen)
      4. Ik kan me enorm . . . winden over de armoede in de derde wereld. (zich . . . winden over)
      5. De docent vertelde me dat ik mijn essay moest . . . passen: er zaten nog een paar foutjes in die moesten worden gewijzigd. (. . . passen)
    2. Welke twee van de drie werkwoorden uit het rechter rijtje passen bij het zinsdeel in het linker rijtje?

      1. Je kunt angst

      aanjagen

      opwinden

      opvoeren

      2. Je kunt een probleem

      voorkomen

      ondervinden

      ingaan

      3. Iets kan

      hard aankomen

      zich opwinden over

      voorkomen

    3. Kies het juiste prefix bij het werkwoord komen.
      1. Het kan goed voorkomen/achter komen dat Sinterklaas zijn Grote Boek vergeet.
      2. Het is moeilijk om erachter te komen/voor te komen waar hij zijn Boek heeft laten liggen.
      3. Het kan hard aankomen/uitkomen als je je baan verliest.
  4. Vul de ontbrekende woorden in onderstaande zinnen in. Let op dat je de juiste vorm en woordvolgorde gebruikt. In zin 2 en 10 moet je ook het woord tussen de twee haakjes gebruiken. Kies uit de volgende woorden en woordcombinaties.

    maat houden – opvoeren – angst aanjagen – worstelen met – stoornis – op tilt slaan – kroost – schelen – erachter komen – opzadelen met – zich opwinden over – hard aankomen

    1. Hij is vijf en gelooft nog heilig in Sinterklaas. Tijdens de weken voor Sinterklaas wordt de spanning door activiteiten op school en het Sinterklaasjournaal enorm. . . .
    2. Maar pas op de avond van de vijfde december (hij). . . . Dan wordt hij helemaal gek. Hij loopt te springen en te dansen en hij kletst je de oren van het hoofd.
    3. Dat komt gedeeltelijk omdat wij als ouders . . . het sinterklaasfeest: hoe vaak mag hij zijn schoen zetten en wat doen wij erin? Wij hebben eigenlijk geen idee.
    4. Bovendien is het een groot probleem als hij minder leuke cadeaus krijgt dan zijn vriendjes. Dan denkt hij misschien dat Sinterklaas hem niet lief vindt en dat. . . .
    5. Je wilt je . . . toch zoveel mogelijk verwennen. Je wilt ze mooie cadeaus geven zodat ze blij en tevreden zijn.
    6. Toch denken we dat het goed is om . . . : we willen onze zoon niet te veel cadeautjes geven.
    7. Het is belangrijk dat we onze kleine jongen niet . . . een minderwaarheidscomplex of met een andere psychologische . . . doordat wij tegen hem als ouders altijd hebben gelogen over Sinterklaas en Zwarte Piet.
    8. Of doordat wij hem altijd . . . door Sinterklaas te gebruiken als boeman die stoute kinderen straft door ze in de zak mee te nemen naar Spanje.
    9. Het zou . . . als we hulp zouden krijgen, bijvoorbeeld van de Opvoeddesk.
    10. Misschien (we dan) . . . dat we veel dingen verkeerd doen.
  5. Herschrijf de volgende passage en parafraseer de schuingedrukte zinsdelen, gebruik makend van de woorden en woordcombinaties uit het lijstje.

    erachter komen – in de hand hebben – opvoeren – bedriegen – Sinterklaas – in de gaten houden – voorkomen – tegenwoordig – ondervinden – bedreigend – beseffen

    Amber van der Horst is moeder van twee kinderen. ‘Het kan natuurlijk gebeuren dat de spanning in de Sinterklaastijd zo wordt verhoogd dat het finaal uit de hand loopt en sommige kinderen op tilt slaan. Dat komt vandaag de dag door alle poeha rondom het sinterklaasfeest. Maar vroeger gebeurde het natuurlijk ook. We hebben het allemaal als klein kind wel eens ervaren. Sinterklaas en Zwarte Piet komen langs. We worden bang en we moeten huilen. Als klein kind begrijpen we nog niet goed dat de goedheiligman helemaal niet gevaarlijk is, maar dat hij juist de beste bedoelingen heeft. Later ontdek je pas dat hij helemaal niet bestaat. En dat je ouders en je familie je de hele tijd voor de gek hebben gehouden. Daarom ga ik heel voorzichtig met het sinterklaasfeest om. Ik observeer mijn kinderen voortdurend en ik zorg dat ik alles onder controle heb.

  6. Herhalingsoefening. In deze oefening wordt de woordenschat uit hoofdstuk 1 en 2 herhaald.
    1. Kies telkens het juiste werkwoord. Er is maar 1 goed antwoord.
      1. Als Sinterklaas op zijn stoomboot in Nederland aankomt, staan de kinderen te popelen/koesteren/verdringen om hem te zien.
      2. Ondanks de economische crisis is de verkoop van speelgoed in december niet bevorderd/afgenomen/doorgeslagen, maar juist flink gegroeid.
      3. Sommige moeders afmaken/bereiden/zwoegen zelf speculaas in de keuken, maar de meeste moeders kopen het gewoon in de supermarkt.
      4. Je moet het sinterklaasfeest niet verwarren met/aansluiten op/bijdragen tot het kerstfeest, dat drie weken later plaatsvindt.
      5. Veel mensen vinden het belangrijk om een duidelijke scheiding tussen Sinterklaas en kerst weer te geven/na te streven/op te leveren en daarom geen kerstspullen te verkopen in de periode voor Sinterklaas.
    2. Vul de volgende substantieven in de zinnen in.

      behoefte – beleving – vaardigheid – opleving – neiging

      1. Na een jarenlange crisis liet de economie weer een kleine . . . zien.
      2. Bij het leren van een taal heb je niet alleen kennis van de grammatica en de woordenschat nodig, maar ook de . . . om die kennis te gebruiken.
      3. Iedereen heeft een andere . . . van het sinterklaasfeest: sommigen vinden de surprises en cadeautjes het leukst, anderen denken vooral aan speculaas en marsepein.
      4. Na urenlang in een trein met een kapotte wc te hebben gezeten, had ik een enorme . . . om naar het toilet te gaan.
      5. De meeste mensen hebben de . . . om met Kerstmis en Sinterklaas te veel te eten. Dat is iets wat elk jaar voorkomt.
    3. Vervang de schuingedrukte woorden door de onderstaande vaste verbindingen. Let op de juiste vorm van het werkwoord en op de woordvolgorde.

      de neus ophalen voor – zich de ogen uit het hoofd vervelen – zich aangetrokken voelen tot – zijn geluk niet op kunnen – het zit hem in

      1. Theo heeft het sinterklaasfeest altijd erg leuk gevonden.
      2. Toen hij werd gevraagd om voor Zwarte Piet te spelen, was hij daarom heel blij.
      3. Maar hij zou zich nooit als de Kerstman willen verkleden. Daar denkt hij negatief over.
      4. Hij weet niet waarom hij kerst minder leuk vindt dan Sinterklaas. Misschien is de datum hier de oorzaak van: kerst en oud en nieuw liggen heel dicht bij elkaar.
      5. En in de periode tussen kerst en oud en nieuw voelt hij zich altijd slecht omdat hij niets leuks te doen heeft.

4. Spreekoefeningen

Sinterklaas is een feest met een eeuwenlange traditie. Het is ook een typisch Nederlands feest. In de leesteksten wordt de vraag gesteld of het feest wel opvoedkundig verantwoord is. Sinterklaas en Zwarte Piet jagen de kinderen angst aan. In november en december wordt de spanning zo hoog opgevoerd dat de kinderen er gestrest door kunnen raken. Bovendien moeten de ouders liegen tegen de kinderen. Al die dingen kunnen tot psychologische problemen leiden. Ten slotte wordt vaak de vraag gesteld of Sinterklaas niet een racistisch feest is. Vooral buitenlanders maken zich daar zorgen over, maar in toenemende mate ook Nederlanders en Vlamingen zelf.

1. Gesprekken over het voorkomen van Sinterklaasstress

Bespreek in groepjes van twee de onderstaande adviezen die horen bij de eerste tekst (‘Hoe blijft de spanning hanteerbaar?’). Welke adviezen zijn nuttig? Welke adviezen zijn dat niet? Zet de adviezen in een lijstje in volgorde van belangrijkheid en leg uit waarom je die volgorde hebt gekozen. Welke andere adviezen kun je nog meer bedenken? Maak ook hiervan een lijstje. Als jullie tevreden zijn over jullie twee lijstjes, bespreek ze dan met een of meer andere groepjes. Wat zijn de verschillen en overeenkomsten?

Hoe blijft de spanning hanteerbaar?

Maak een kalender met de hoogtepunten zodat kinderen overzien hoe lang het nog duurt

Onderschep de speelgoedfolders en kijk ze op een rustig moment samen door

Spreek af hoe vaak de schoen gezet mag worden

Maak de feesten voorspelbaarder. Vertel bijvoorbeeld al iets over de cadeautjes

Lees verhalen voor over de betekenis van het feest

Informeer wat er op school gaat gebeuren zodat het kind erop kan worden voorbereid

Neem de tijd om de dag met het kind te bespreken

Maak van Sint geen boeman

Op tijd inkopen doen voorkomt stress bij de ouders

Probeer het aantal festiviteiten thuis en bij anderen beperkt te houden

Hanteer de gouden regel: minder is meer

Woordenschat

hanteerbaar

manageable

Die psycholoog kan je helpen om het verdriet dat je hebt hanteerbaar te maken.

overzien (ww., onr.)

to overview

Vanaf die toren kun je de hele stad overzien.

onderscheppen (ww.)

to intercept

De politie heeft een grote hoeveelheid cocaïne onderschept op de grens met Duitsland.

2. Discussie over stellingen

Bespreek één of meer van de volgende stellingen. Werk eerst in kleine groepjes van drie of meer personen. Bespreek de stellingen daarna klassikaal.

Het sinterklaasfeest is opvoedkundig niet verantwoord.

Sinterklaas is een familiefeest: het moet thuis worden gevierd, niet op school.

Pepernoten en andere sinterklaasspullen mogen pas worden verkocht als de goedheiligman voet op Nederlandse bodem heeft gezet, niet daarvóór.

Zwarte Piet is een racistische koloniale karikatuur, niet een leuke sprookjesfi guur.

5. Internetresearch

  1. Zoek op het Internet naar de website van het Sinterklaasjournaal. Wat is het Sinterklaasjournaal? Kijk naar de video met het jaaroverzicht. Wat is er vorig jaar in de periode vlak voor Sinterklaas gebeurd?
  2. Sinterklaas is een historische fi guur. Zoek op het Internet naar betrouwbare bronnen over de herkomst van Sinterklaas en de geschiedenis van het sinterklaasfeest. Als je je bronnen hebt gelezen: wat zijn je belangrijkste conclusies?
  3. Wat zijn typische soorten snoep die Nederlanders eten met Sinterklaas? Welke kruiden zitten er in speculaaskruiden?
  4. Kan je iets vinden over de achtergrond van Zwarte Piet? Is Zwarte Piet een koloniaal overblijfsel of heeft hij andere bronnen? Is er in Nederland veel discussie over?

6. Verder surfen en lezen

http://www.meertens.knaw.nl: het P.J. Meertensinstituut is een onderzoeksinstituut dat de Nederlandse taal en cultuur bestudeert met nadruk op het alledaagse leven. Op hun website vind je goede informatie over Sinterklaas.

http://www.bestesinterklaaslied.nl: dit is een mooi voorbeeld van de vele websites met muziek en tekst van de bekendste sinterklaasliedjes.

http://sinterklaas.startpagina.nl: als je meer wilt weten over Sinterklaas, kun je hier je zoektocht beginnen.

Sources

Text 1: based on Elke van Riel, ‘Pepernotenkoorts en kerststress’, in: J/M, 8 November 2010, online, http://www.jmouders.nl/Themas/Opvoeding/Opvoeden/Pepernotenkoorts-en-kerststress.htm.

Text 2: based on Amber van der Meulen, ‘De sinterklaasleugen’, in: Psychologie magazine, 19.11 (December 2000).