Chapter 6: Infobesitas

1. Vooraf

Bijna alle Nederlanders en Vlamingen hebben toegang tot Internet en zijn in het bezit van een mobiele telefoon, waarmee je steeds meer kan.

  1. Vind jij het prettig en/of belangrijk om overal en altijd bereikbaar te zijn? Waarom wel/niet?
  2. Voel jij je ‘naakt’ zonder mobiele (smart)phone?
  3. Kan je je nog een tijd herinneren dat je geen mobiele telefoon of Internet had?
  4. Ben je vaak langer bezig met het Internet (bijvoorbeeld sociale netwerksites) dan je eigenlijk zou willen?
  5. Erger je je wel eens aan mensen die in gezelschap via hun mobiele telefoon met anderen communiceren in plaats van met de mensen in hun fysieke omgeving?

  Over de teksten

In dit hoofdstuk staan twee krantenartikelen uit de Nederlandse kranten Trouw en NRC Handelsblad en één gedicht. Alle teksten behandelen de omgang met moderne communicatiemiddelen.

Woordenschat

zich ergeren aan (ww.)

to get annoyed at

Ik kan me echt blauw ergeren aan vuilnis op straat. Er staan toch overal vuilnisbakken!

2. Teksten, woordenschat en vragen

Tekst 1 Infobesitas is nieuwe ziekte

Angst om er niet bij te horen, om iets te missen van de grote hoeveelheid informatie, maakt jongeren ziek.

Geen zwaarlijvigheid, obesitas, maar informatieovervloed, infobesitas. Het is de nieuwe ziekte. Ook dé nieuwe trend, vooral onder jongeren. Met als klacht: vermoeidheid, slaaptekort, concentratieproblemen. Met als verrassende diagnose: de angst om iets te missen en er niet bij te horen.

Met de komst van de nieuwe media wordt er op de jongeren een tsunami van informatie afgevuurd. Jongeren zoeken deze informatieovervloed zelf heel actief op, getuige het aantal accounts op Hyves (9,5 miljoen accounts eind vorig jaar), Facebook en andere netwerksites, de tijd die ze doorbrengen op Internet en sociale netwerken, de hoeveelheid sms’jes die ze sturen, soms 75 per dag, de manier waarop ze naar nieuws zoeken op Internet en hoe Internet is ingebed in hun dagelijks leven.

Daarbij komt de revolutie van draadloos mobiel Internet (WIFI) op hun smartphone, waardoor deze WIFI-jongeren niet alleen altijd, maar ook overal continu in de verleiding komen. Het onvolgroeide puberbrein is gevoelig voor stimuli en feedback. De mediaconsumptie krijgt net als bij gamen verslavende kenmerken. Het continu bereikbaar zijn en continu alles willen volgen, in volledige privacy, buiten het blikveld van docenten en ouders en toezicht van volwassenen, heeft een keerzijde. Het kan doorslaan naar informatiestress. De klachten zijn vermoeidheid, slaaptekort en het probleem dat jongeren continu hun aandacht moeten verdelen, wat ze uit hun concentratie haalt.

Yvonne van Sark van een bureau voor jongerencommunicatie, heeft er een naam voor: infobesitas. De term komt van de 23-jarige Rosa-Maria Koolhoven. Zij zit in een trendteam dat op zoek gaat naar jongerentrends. Het bureau zette infobesitas met stip op één als dé jongerentrend van 2010. Koolhoven stelde bij zichzelf vast dat ze een aardige informatiejunk aan het worden is. Via blogs, twitter en Facebook wil ze constant op de hoogte blijven van wat er gebeurt. Koolhoven pikte de term op van een Amerikaanse blogger. ‘Is het verveling, vroeg ze zich af. Nee, ze heeft genoeg te doen. Is het oprechte interesse? Nee, ook niet. Het is haar angst om dingen mis te lopen, maar ook vooral een dwangmatige verslaving. Ze vond het een probleem worden.’

Van Sark denkt dat deze angst te maken heeft met peer pressure: bang om iets te missen wat zich afspeelt onder jouw vrienden. Infobesitas heeft volgens haar invloed op hoe je je voelt. ‘Er verschijnen onderzoeken die vaststellen dat iemand zijn adem inhoudt als hij zijn mail binnenhaalt. Het heeft dus invloed op je ademhaling, je geestelijk en lichamelijk welbevinden.’ Mediagebruik en mobiel Internet krijgen nog te weinig aandacht in de opvoe-ding. ‘Voor ouders is het nieuw en onbekend. Bijna één op de vier kinderen krijgt van ouders tussen hun zesde en achtste jaar hun eerste mobieltje. Hippe ouders sturen soms een sms’je naar boven met de mededeling dat het eten klaar is. Maar ze klagen ook dat er minder tijd overblijft om met elkaar te praten. En dat hun kinderen snel zijn afgeleid, dwangmatig worden en moeite hebben om zich te concentreren en het huiswerk af te krijgen.’

Woordenschat bij tekst 1

horen bij (iets of iemand) (ww.)

to belong to (something or someone)

Kinderen willen vaak merkkleding om erbij te horen.

zwaarlijvigheid (de, g. mv.)

obesity

Zwaarlijvigheid onder jongeren wordt helaas een steeds groter probleem.

overvloed (de, g. mv.)

abundance

Op het Internet vind je een overvloed aan informatie.

klacht (de, -en)

here: complaint, symptom, physical problem

Roos ging naar de dokter wegens knieklachten.

getuige

as demonstrated by, in the light of

De website is een groot succes getuige het grote aantal mensen dat de site iedere dag bezoekt.

inbedden (ww.)

to embed

In veel studieprogramma’s is een stage ingebed in het curriculum, zodat studenten ook praktijkervaring opdoen.

in de verleiding komen (vaste verb.)

to be tempted

Toen hij op Amazon rondkeek, kwam hij in de verleiding om dat dure boek te kopen.

onvolgroeid

immature

Jongeren onder de 18 hebben onvolgroeide hersenen: de hersenen zijn nog niet klaar met groeien.

puberbrein (het, -en)

brain of an adolescent

Alcohol veroorzaakt onherstelbare schade aan het puberbrein.

verslavend

addictive

Sigaretten en heroïne zijn erg verslavend.

blikveld (het, -en)

field of view

Uit onderzoek blijkt dat het blikveld van een vrouw groter is dan dat van een man.

keerzijde (de, -n/s)

lit.: reverse, flipside; here: part of the expression de keerzijde van de medaille: disadvantage

Via mobiel Internet staan we 24 uur per dag in contact met elkaar, maar de keerzijde is dat we slecht communiceren met de mensen om ons heen.

doorslaan naar (ww., onr.)

to tip the scales to

Bij sommige voetballers slaat het enthousiasme nog wel eens door naar agressie.

bureau (het, -s)

here: office, government agency

Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek is bijna driekwart van de jongeren tussen de 12 en 18 jaar lid van een vereniging.

met stip

noticeably, fast rising

Als je kijkt naar de frequentie van alle meisjesnamen in Nederland, staat ‘Sophie’ met stip op nummer één.

aardig

here: large, significant

Dat nieuwe huis heeft hem een aardige som geld gekost.

op de hoogte (vaste verb.)

up-to-date

Die website houdt je op de hoogte van het laatste nieuws.

oppikken (ww.)

here: to grasp, to get

Toen dat meisje naar de basisschool ging, pikte ze al heel snel veel woorden op.

oprecht

sincere, honest, genuine

Er is een verschil tussen een gemaakte en een oprechte lach.

mislopen (ww., onr.)

to miss, to miss out on

Doordat hij pech had met zijn auto kwam hij te laat op het verjaardagsfeestje en liep hij de taart mis.

dwangmatig

compulsive

Mensen die lijden aan dwangmatig gedrag, denken dat ze bepaalde dingen móéten doen.

zich afspelen (ww.)

to take place in, to be enacted in

Die film speelt zich af op het Franse platteland.

welbevinden (het, g. mv.)

wellbeing

Er zijn veel wetenschappelijke studies naar het welbevinden van kinderen na een echtscheiding.

afleiden (ww.)

to distract

De gemiddelde internetter is snel afgeleid. Uit onderzoek blijkt dat die zich slechts negen seconden kan concentreren.

Vragen bij tekst 1

  1. In de tekst wordt ook een andere benaming voor ‘infobesitas’ gegeven. Welke naam is dat?
  2. Jongeren zoeken de informatieoverdosis zelf op. Behalve uit ‘de manier waarop Internet ingebed is in hun dagelijkse leven’ blijkt dat uit nog vier andere dingen. Welke?
  3. Is infobesitas een bedreiging voor school- en studieprestaties? Waarom (niet)?
  4. Waarom zijn juist jonge mensen gevoelig voor infobesitas?
  5. Wat zijn de symptomen van infobesitas?
  6. Er wordt bewust gekozen om het fenomeen de naam van een ziekte te geven.
    1. In het hoofdstuk Ik probeer mijn pen heeft Renate Dorrestein het over de verzonnen ziekte ‘bestselleritis’, een variant op ziektes als bronchitis. Verzin een andere naam voor ‘infobesitas’.
    2. Hoe werkt de ziektemetafoor ‘infobesitas’? Vind je hem effectief? Leg uit.
  7. Zijn onderstaande beweringen waar of niet waar?
    1. Het constante checken of er nieuwe mails zijn, twitterberichten of posts op sociale websites komt volgens Koolhoven deels voort uit verveling.
    2. Jongeren kunnen zich makkelijk op verschillende dingen tegelijk concentreren.
    3. Infobesitas kan je fysieke gezondheid schaden.
    4. De mediaconsumptie is groot maar het lijkt niet op een verslaving.
Tekst 2 Multitasken, multistressen

Het staat dynamisch: de hele dag mailen, sms’en, mobiel bellen, Skypen, msn’en. Maar wat levert het op? Uit onderzoek blijkt: weinig.

Eindelijk weekend. Een vijftig uur durende werkweek is achter de rug. Elke dag zo’n zestig mailtjes beantwoord en er zelf dertig gestuurd; PowerPointpresentaties gemaakt; stukken gelezen; gepraat met collega’s die in- en uitlopen; dat ellendige hoofdstuk voor het jaarverslag eindelijk afgemaakt; intussen eindeloos de mobiel aan het oor gehad; gemiddeld drie vergaderingen per dag afgelopen; en in de trein, heen en terug, de laptop met internet-dongle op schoot gehad. – Wij Zijn Ambitieus En Werken Hard.

En toch, er knaagt iets. Waarom eindigt elke werkdag toch steeds met een dof en somber gevoel? Thuis, uitgeblust op de bank. Krant? Boek? Een goed gesprek? Pfff – even niet. Rust. O nee, toch nog even de laatste e-mails wegwerken en een paar sms’jes beantwoorden. Het heet multitasken. Het klinkt dynamisch. Maar productief is het niet. En eindelijk is dat bewezen.

Wetenschappers van de Universiteit van Stanford waren verrast door de uitkomst van hun onderzoek. Ze hadden verwacht op z’n minst wel enkele voordelen van multitasken te vinden. Maar nee. Door al die nieuwe informatiestromen die – permanent en dwars door elkaarop ons afkomen, zijn we sneller afgeleid en minder productief. Meldingen van steeds maar nieuwe e-mail en telkens opduikende chatschermpjes blijken funest voor onze concentratie. We krijgen minder gedaan, en als we dan eindelijk eens een grote klus klaren, is het geleverde werk van mindere kwaliteit.

Honderd proefpersonen namen deel aan het onderzoek van Stanford. De helft van de groep bestond uit hardcore multitaskers, de andere helft uit mensen die niet voortdurend langs allerlei wegen communiceerden. De eerste groep vond dat ze prima in staat waren in hoog tempo informatie te verwerken en dat ze beter zouden scoren dan de andere groep met proefpersonen die op een werkdag maar één of twee informatiestromen te verwerken kreeg.

Na enkele proeven bleek dat de zware multitaskers er volledig naast zaten. Door al dat gemultitask hadden ze concentratieproblemen en waren ze slecht in staat hun aandacht te verdelen over de verschillende bronnen van informatie. Sterker nog: hoe beter een proefpersoon dacht in multitasken te zijn, des te slechter hij presteerde. Het is de paradox van multitasken: mensen die het weinig doen, zijn er het beste in. Daarom is het vreemd dat bedrijven van werknemers verlangen dat zij constant bereikbaar zijn via Skype en e-mail. Dat is schadelijk voor hun productiviteit, en dus voor die van het hele bedrijf. Toch lijkt multitasken niet meer uit het kantoorleven weg te denken.

Schrijver Jim Stolze bevestigt in zijn boek Hoe overleef ik mijn inbox? dat multitasken schadelijk kan zijn. Hij haalt een onderzoek aan waaruit blijkt dat werknemers die voortdurend switchen tussen e-mailen, telefoneren en web-lezen dezelfde symptomen van burn-out vertonen als luchtverkeersleiders op een drukke luchthaven. Een bedrijf waarin werknemers van elkaar verlangen dat zij voortdurend en direct reageren op meerdere informatiestromen tegelijk loopt het risico velen van hen te verliezen door overspannenheid. Daarom is het goed af en toe op die ouderwetse manier te werken. In een stille ruimte. Zonder tientallen elektronische meldingen. Geconcentreerd. En als de grote klussen dan afgerond zijn, kan je naar hartenlust multitasken. Of ontspannen.

Woordenschat bij tekst 2

achter de rug (vaste verb.)

here: behind you (in time)

Economen zeggen dat het ergste van de economische recessie achter de rug is, maar dat zeiden ze vorig jaar ook.

ellendig

miserable

Hij vindt Parijs een ellendige stad: volgens hem stinkt het er en spreekt er niemand Engels.

jaarverslag (het, -en)

annual report

Op de website jaarverslag.com vind je veel jaarverslagen van Nederlandse en buitenlandse bedrijven.

aflopen (ww., onr.)

here: to go around (places)

Ik heb alle tuincentra afgelopen op zoek naar die speciale roos waarover ik had gelezen.

schoot (de, schoten)

lap

Het kind zat bij haar moeder op schoot een flesje te drinken.

knagen (ww.)

to gnaw, to eat away at

Sinds hij dat geld van zijn moeder heeft gestolen, knaagt zijn geweten. Hij ligt er ’s nachts wakker van.

dof

dull, listless

Mensen die depressief zijn voelen zich vaak dof en leeg.

uitgeblust

exhausted

Aan het eind van de week ben ik meestal compleet uitgeblust; ik plof dan op de bank en kom daar niet meer af!

dwars door elkaar (vaste verb.)

not linear, messy, crossing each other

De kinderen stonden nooit netjes in de rij en liepen altijd dwars door elkaar de klas in en uit.

afkomen op (ww., onr.)

to face, to confront, to beset

Sommige mensen die veel leningen aangaan, zien vaak niet de enorme kosten die op hen afkomen.

opduiken (ww., onr.)

to show up, to appear

Kijk eens wie daar opduikt! Ik had niet verwacht dat Harrie zou komen!

funest

disastrous

Stress is funest voor de gezondheid.

klus (de, -sen)

job, task

Paul verdient zijn geld door klusjes voor oude mensen op te knappen.

klaren (ww.)

to complete, to accomplish (a task)

Doordat er veel mensen zijn ontslagen, moet dezelfde hoeveelheid werk nu met minder mensen worden geklaard.

proefpersoon (de, -personen)

guinea pig, experimental subject

Als proefpersoon kun je gemakkelijk geld verdienen, maar je loopt wel risico omdat er nieuwe medicijnen op je worden getest.

in staat zijn (vaste verb.)

to be able to

Oma is niet meer in staat om voor zichzelf te zorgen. Ze kan beter in een bejaardentehuis gaan wonen.

verwerken (ww.)

to process

De dood van een ouder is voor veel mensen moeilijk te verwerken.

ernaast zitten (vaste verb.)

to be wrong

Toen hij zei dat de economische crisis maar korte tijd zou duren, zat hij er goed naast.

des te

all the, so much the (always followed by a comparative)

Dit geldt des te meer voor vrouwen, die proportioneel meer werk en geld verloren hebben door de crisis, dan mannen.

bevestigen (ww.)

to confirm

De minister-president bevestigde dat hij over een maand zal aftreden.

schadelijk

harmful

Roken is schadelijk voor de gezondheid.

vertonen (ww.)

to show

Hij vertoont alle symptomen van griep: vermoeidheid, koorts en een zware verkoudheid.

voortdurend

constantly

Nederlanders lopen voortdurend te zaniken over het weer, terwijl het eigenlijk helemaal zo slecht niet is.

overspannenheid (de, -heden)

nervous exhaustion

Volgens Wikipedia ontstaat overspannenheid als iemand lange tijd gestrest is en niet meer tot rust kan komen.

ouderwets

old-fashioned

Veel ouders geven hun kinderen tegenwoordig weer ouderwetse namen, zoals Fien, Guusje en Gijs.

naar hartenlust (vaste verb.)

to your heart’s content

In die prachtige omgeving kun je naar hartenlust wandelen.

Vragen bij tekst 2

  1. De eerste alinea is in een speciale stijl geschreven.
    1. Beschrijf deze stijl, ook in grammaticale zin.
    2. De alinea eindigt met de zin: ‘Wij Zijn Ambitieus En Werken Hard.’ Waarom spelt de schrijver hier elk woord met een hoofdletter?
  2. Waarom waren de wetenschappers van de Universiteit van Stanford verrast?
  3. Volgens de tekst heeft multitasken veel nadelige effecten.
    1. Welke nadelige effecten heeft multitasken?
    2. Wat zijn de gevolgen hiervan in bedrijven?
  4. De auteur van de tekst maakt een onderscheid tussen onproductief mediagebruik en ‘zinvol’ tijdsgebruik. Kan je daar voorbeelden van geven uit de tekst?
  5. Het onderzoek waaraan de tekst refereert geeft aan dat nieuwe media niet altijd productief gebruikt worden. Kan je zelf manieren bedenken om er wel productief en efficiënt mee om te gaan?
Tekst 3 Infobesitas

ik schrok, ik slurp

kakelende krantenkoppen

ik vermaal en vreet

een melig maaltje mail,

5

een grateloze filet van feeds

ik kluif en knabbel

door stoffige stukken

en tussendoor

krabbel, telefoon, sms

10

gekakel bij de koffieautomaat

geprakte praatjes

een gerecht van geruchten

nog meer zouteloos gezanik

in reutelende rapporten

15

ik resumeer, en meer

even snoepen, echt maar even

de tube you, die raakt nooit leeg

onderweg

ratelt de radio

20

reportages, meningen,

files en weer

ik zak in de bank

zap van Sacha naar Matthijs

van talkshow naar TED

25

tot ik

met een oortje naar het oog

– Gute Nacht Freunde –

wegdoezel onder een

deken van dolende woorden

Woordenschat bij tekst 3

schrokken (ww.)

to gorge

De jongen had zo’n haast dat hij zijn eten snel naar binnen schrokte.

kakelen (ww.)

to chatter, to blab

De kinderen zaten vrolijk in de kantine te kakelen over de laatste aflevering van die tienersoap.

vermalen (ww.)

1. to grind

De boeren brengen het koren naar de molen om het tot meel te laten vermalen. Daarna kan de bakker er een brood van bakken.

2. to chew (food)

Mensen vermalen het voedsel dat ze eten met hun tanden en kiezen.

vreten (ww., onr.)

to eat, to scoff

Mijn schoonvader zit altijd als een boer te vreten. Ik begrijp niet waarom niemand er wat van zegt, ik erger me dood!

melig

bland

Bah! Die peer is oud en melig, en ik had me zo op een sappig en zoet stuk fruit verheugd.

maal (het, malen)

meal

In dat hotel aan de Italiaanse kust kun je van een heerlijk maal met verse zeevruchten genieten.

grateloos

1. without (fish) bones (the word is normally: graatloos)

Deze zalmfilet is niet grateloos, zoals de verkoper beloofd had.

2. for free (trendy word, mainly used on the Internet, derived from ‘gratis’)

Linux is helemaal grateloos te downloaden van het Internet.

kluiven (ww., onr.)

to gnaw (when eating)

Kluiven betekent eigenlijk: de eetbare delen van iets afhalen, zoals een hond kluift aan een bot.

knabbelen (ww.)

to nibble

Het konijn knabbelde aan een worteltje terwijl de eigenares op een chocoladereep zat te knabbelen.

krabbel (de, -s)

1. autograph

‘Wilt u onder het contract even uw krabbel zetten?’

2. ‘wall post’ on Hyves (the Dutch equivalent of Facebook)

Het is altijd leuk om te zien hoeveel krabbels je hebt gekregen als je even niet op Hyves bent geweest.

prakken (ww.)

to mash

Nederlanders prakken soms hun aardappelen met jus, een gewoonte die buitenlanders vaak ongemanierd vinden.

gerecht (het, -en)

1. dish

We hebben in dat dure restaurant drie gerechten gegeten: een voorgerecht, hoofdgerecht en nagerecht.

2. court of law

De verdachte moest voor het gerecht komen waar de rechter zou beslissen of hij schuldig was of niet.

gerucht (het, -en)

rumour

Het gerucht doet de ronde dat Koning Albert II van België een affaire zou gehad hebben met een getrouwde vrouw.

gezanik (het, g. mv.)

nagging, moaning

Ik heb genoeg van al dat typisch Nederlandse gezanik over het weer.

reutelen (ww.)

to rattle, to rasp

Nederlanders reutelen voortdurend over het weer. De doodzieke man lag in zijn bed te reutelen.

ratelen (ww.)

to clatter

Toen de wekker ratelde, stond hij op.

Zij praat graag: ze ratelt de hele dag tegen alles en iedereen.

wegdoezelen (ww.)

to fall into a light sleep

Het is geen probleem als je even wegdoezelt in de bus of de trein. Deze nieuwe app wekt je als je op je bestemming aankomt.

dolen (ww.)

to wander, to roam

Midden in de nacht doolde de slaapwandelaar door het huis.

Vragen bij tekst 3

  1. Waarom lijkt dit gedicht over eten en drinken te gaan?
  2. De dichter zorgt ervoor dat veel woorden met dezelfde letter beginnen (schrok/slurp, kakelende krantenkop). Wat is het effect van deze alliteratie? Waarom past dat zo goed bij het onderwerp?
  3. In regel 12 worden twee betekenissen van het woord ‘gerecht’ gebruikt. Leg dit uit.

3. Woordenschatoefeningen

  1. Welk woord hoort niet in het rijtje thuis en waarom?
    1. schadelijk – funest – somber – ellendig – melig
    2. proefpersoon – keerzijde – onderzoek – resultaat – uitkomst – hypothese
    3. achter de rug – voorbij – gedaan – afgelopen – voortdurend
    4. oppikken – leren – afleiden – verwerven
    5. gerecht – gericht – gedicht – gerucht – gedachte
    6. klacht – mening – opinie – visie – opvatting – overtuiging
    7. bureau – organisatie – instelling – kantoor – attitude
  2. Vervang het schuingedrukte woord door een synoniem. De woorden in de corresponderende lijnen (1 tot en met 7) uit de eerste oefening kunnen als inspiratie dienen. Soms moet je andere elementen in de zin aanpassen. Als er meer mogelijkheden zijn, discussieer dan met een partner over eventuele betekenisverschillen.
    1. Roken is heel slecht voor de gezondheid, je kan er ziek van worden
    2. Recente studies hebben aangetoond dat obesitas gelinkt kan worden aan depressie.
    3. Nadat de examens zijn afgelopen, kunnen we eens fi jn met vakantie.
    4. Als je nieuwe woordenschat wil leren, zowel in een eerste als tweede of vreemde taal, is het belangrijk veel te lezen.
    5. Er gaat een verhaal de ronde over de nieuwe dominee, namelijk dat hij uit zijn vorige post ontslagen zou zijn.
    6. Het is de mening van velen dat de regering strenger moet optreden tegen uitkeringsfraude.
    7. Haar partner werkt voor een ngo die zich toelegt op bewustwording onder jongeren van aids en andere seksueel overdraagbare aandoeningen.
  3. Vul een van de ontbrekende woord(en) in onderstaande zinnen in. Soms moet je een woord aanpassen.

    zwaarlijvig/somber/dwangmatig/verslavend/ellendig/dof/dwars/schadelijk/funest/ ouderwets/uitgeblust

    Kinderen met overgewicht, . . . (1) kinderen dus, zijn vaak . . . (2) omdat ze meer kans lopen uitgesloten te worden op school. Dat kan erg . . . (3) zijn voor hun geestelijke gezondheid en is . . . (4) voor hun zelfvertrouwen.

    Mensen die . . . (5) gedrag vertonen, zoals voortdurend de handen wassen of altijd alle deuren sluiten, houden van controle en zullen niet goed functioneren in een chaotische omgeving, waar ze zich vermoedelijk . . . (6) zouden voelen door het gebrek aan structuur.

    Werknemers die niets willen weten van nieuwe media worden door hun jongere collega’s beschouwd als . . . (7), of . . . (8) omdat ze geen zin meer hebben om nieuwe dingen te leren.

    in de verleiding/achter de rug/op z’n minst/een overvloed aan/op de hoogte/naar hartenlust/met stip/door elkaar

    Nu de verkiezingen . . . (9) zijn, hebben journalisten weer wat meer tijd om zich . . . (10) te verdiepen in het leven van celebrities en ons te overspoelen met . . . (11) informatie over wie nu wel of niet . . . (12) bovenaan de A-lijst staat. In die drang ons . . . (13) te houden van al die nutteloze informatie, gebeurt het dat ze . . . (14) komen om geruchten te verspreiden waar in werkelijkheid weinig van klopt.

  4. In het gedicht ‘Infobesitas’ komen veel werkwoorden voor die als adjectief gebruikt zijn. Dat kan op twee manieren zoals in het voorbeeld hieronder.

    Voorbeeld

    spelen

    spelend: de spelende kinderen

    gespeeld: het gespeelde spel

    Werkwoorden kunnen ook tot substantief omgevormd worden zoals in het voorbeeld hieronder.

    Voorbeeld

    spelen

    het spel

    1. Bestudeer het gedicht en maak twee lijstjes: een van de werkwoorden die als adjectief gebruikt zijn en een van de substantieven die van een werkwoord afgeleid zijn.
    2. Maak het onderstaande schema compleet met de woorden uit de twee lijstjes. Het gaat om acht woorden.

      infinitief

      participium perfectum

      participium presens

      substantief

      spelen

      gespeeld

      spelend

      (het) spel

             
    3. Maak zelf vijf zinnen met alliteraties. Gebruik de werkwoorden uit het gedicht, maak adjectieven van deze werkwoorden en verzin er nog twee (of meer!) elementen bij zoals een object of een werkwoord. Gebruik een woordenboek ter inspiratie.

    Voorbeeld

    Spelen

    De sputterende spelende sporters sparen voor een speciale spiegel.

  5. Herhalingsoefening. In deze oefening wordt de woordenschat uit hoofdstuk 3 tot en met 5 herhaald.
    1. Kies het correcte woord in de context.
      1. Volgende week zullen de kinderen op school een musical zich verkleden/opvoeren/ knutselen. Ze kijken er enorm naar uit.
      2. Het is onvoorstelbaar. Hij heeft me al die tijd miskend/belazerd/verwaarloosd met zijn mooie praatjes over trouwen en naar Toscane verhuizen.
      3. Mijn jongste zoon verheerlijkt/prijst/waardeert de levenswandel van die R&B zangers totaal, terwijl ik het allemaal heel vrouwonvriendelijk vind. Hoe ga je daarmee om?
      4. De politie heeft de praktijken van het drugskartel misleid/weerlegd/blootgelegd na een maandenlang onderzoek.
      5. De buurt rond het station is jarenlang vervallen/verwaarloosd/teleurgesteld door de stad, waardoor de meeste winkels vertrokken zijn.
    2. Kies een gepast woord uit het rijtje en vul dat in de zinnen in.

      martelaar – vervalser – bedrog – omvang – levenswandel

      Van die (1) . . . circuleerden meer dan honderd schilderijen en bovendien had hij een extravagante (2) . . . : hij ging duur gekleed, woonde in een prachtige villa en ging elke avond uitgebreid dineren op kosten van een ander. Dat was verdacht. Toch heeft het jaren geduurd voor de (3) . . . van zijn (4) . . . bekend werd. Toen hij dan eindelijk gearresteerd werd, gedroeg hij zich als een (5). . . . Wat een idioot!

    3. Vul het ontbrekende woord van de vaste verbinding in.

      tilt – maling – nek – laan – hand

      1. Die clowns zitten echt vol grappen. Ze nemen je steeds in de . . . !
      2. Sinds onze hond hun kleuter gebeten heeft, kijken onze buren ons met de . . . aan. Het is alsof ze ons niet meer willen kennen.
      3. Toen de minister over de zoveelste staking hoorde, sloeg hij helemaal op. . . . Het personeel wil een hoger salaris, maar eigenlijk moeten zij een paar miljard besparen!
      4. Dat schilderij is heel duidelijk van de . . . van James Ensor. Dat zie je aan de groteske figuren en de maskers.
      5. De hoofdredacteur politiek is vanmorgen de . . . uitgestuurd door het management van de krant, nadat bleek dat hij lid was van een extreemrechtse partij.

4. Spreekoefeningen

Hoewel de bovenstaande teksten wijzen op mogelijk negatieve gevolgen van overmatig computergebruik, zijn de voordelen en mogelijkheden uiteraard legio. Dagelijks komen er nieuwe applicaties op de markt die ons leven nog gemakkelijker moeten maken. Het is bijna ondenkbaar geworden om door het leven te gaan zonder meerdere elektronische toestellen op zak.

1. Pitch een uitvinding

Houd een zogenaamde pitch van 1,5 minuut. Een pitch is een superkorte spreekbeurt waarin je een idee of een project aan anderen presenteert. Kies één van onderstaande ideeën of verzin er zelf een. Bereid je spreektijd goed voor, denk aan een pakkend begin en vooral een duidelijk slot. Besteed aandacht aan de positieve effecten van je plan, en de uitvoerbaarheid.

Na afloop van de pitch mogen je medestudenten vragen stellen. Stem op het einde van de oefening voor de beste pitch en het beste idee.

Je hebt een idee ontwikkeld voor een:

apparaat waarmee mobiele telefoons van anderen op afstand uit kunnen worden gezet;

applicatie voor mobiele telefoons die via gps (global positioning system) vaststelt of de bezitter zich dagelijks wel voldoende in de buitenlucht bevindt;

programma waarmee je computer acht uur lang onmogelijk op het Internet kan;

. . . (zelf verzinnen).

2. Houd een presentatie over veiligheid op het Internet

Je werkt voor een voorlichtingsdienst van de overheid en je gaat een korte presentatie houden voor ouders op een middelbare school, over de veiligheid van tieners op het Internet. Dit kan je ook in paren doen. Bouw een heldere structuur op en denk aan een aantrekkelijke introductie en goede argumenten. Sta ook stil bij een gepaste stijl en het register dat je zal hanteren. De presentaties duren niet langer dan 10 minuten en je maakt gebruik van een PowerPointpresentatie.

3. Brainstorm over efficient werken

Je brainstormt met collega’s op een kantoor over hoe je efficiënter met je tijd kan omgaan en productiever kan zijn met behulp van (of ondanks) allerlei internetapplicaties, inclusief sociale media. Stel een top-tien op van de bruikbaarste tips en presenteer die beknopt en aantrekkelijk op een poster.

Woordenschat

legio

legion, multitude

De redenen om meer middelen te geven aan scholen zijn legio; als we gaan besparen op het onderwijs komt de toekomst in gevaar.

beknopt

concise

Zou je me een beknopte samenvatting kunnen geven van wat er op die vergadering gezegd is? Dat zou handig zijn.

5. Internetresearch

  1. Een tip die je wel eens hoort om veiliger te zijn op Internet is om mensen te ‘ontvrienden’. Dit bleek veel te gebeuren, want in 2009 werd het woord ‘ontvrienden’ uitgeroepen tot ‘woord van het jaar’. Wie organiseert ‘het woord van het jaar’ en welke woorden wonnen de afgelopen jaren?
  2. Het gedicht Infobesitas bevat verwijzingen naar Nederlandse beroemdheden en radioprogramma’s.
    1. In regel 23 van het gedicht komen de namen Sacha en Matthijs voor. Hiermee worden de Nederlandse televisiepersoonlijkheden Sacha de Boer en Matthijs van Nieuwkerk bedoeld. Zoek op het Internet op naar welke programma’s de dichter hoogstwaarschijnlijk kijkt. Let op het tijdstip van uitzending.
    2. In regel 27 verwijst het Duitse ‘Gute Nacht Freunde’ naar een tune van een heel bekend radioprogramma. Welk?
  3. In Nederland bestaat ‘Mijn Kind Online’. Zoek op het Internet waar deze vereniging zich mee bezighoudt en wie er achter dit ‘expertisecentrum’ schuilgaat. Bestaat er ook in Vlaanderen een dergelijk initiatief?
  4. Hyves is een typisch Nederlands fenomeen. Zoek uit wat het precies is, hoe omvangrijk het is, wanneer het is ontstaan, wie het opgericht heeft en wie het het meest gebruiken. Zoek ook een antwoord op de vraag: Verliest Hyves leden aan Facebook?

6. Verder surfen en lezen

http://www.nownederland.nl/facts/: op deze website vind je meer feiten en cijfers over internetgebruik en -groei in Nederland.

http://www.netwerk.tv/search/nw/infobesitas/: op de site van het Nederlandse televisieprogramma Netwerk, een actualiteitenprogramma, kan je een documentaire bekijken over infobesitas, en ook verder lezen wat andere mensen ervan vinden.

http://www.woordvanvandaag.nl: naast het ‘woord van het jaar’ heb je ook websites met een ‘woord van de dag’, zoals deze website. Zij richt zich vooral op sprekers van het Engels die Nederlands aan het leren zijn. Je kan je email opgeven en elke dag een woord in je inbox ontvangen.

Sources

Text 1: based on René van Trigt, ‘Infobesitas is nieuwe ziekte’, in: Trouw, 22 February 2010.

Text 2: based on Ernst Jan Pfauth, ‘Multitasken, multistressen’, in: NRC Handelsblad, 24 October 2009.

Text 3: Jan Barsekok, ‘Infobesitas’, in: Erno Mijland, Alles kan altijd beter, 25 January 2008, online, http://www.ernomijland.com/labels/gedicht.html.