Chapter 7: Shit, ik vloek

1. Vooraf

Vloeken doen we (bijna) allemaal. Of we het leuk vinden of niet: een vloek is eruit voordat je het in de gaten hebt. Vloekwoorden zijn bovendien interessant studiemateriaal omdat ze cultureel bepaald zijn: ieder volk vloekt op zijn eigen manier.

  1. Wat is vloeken eigenlijk? Is het gebruik van de woorden God en Jezus in sommige gevallen ook een vloek?
  2. Wat zijn typische vloeken in je moedertaal? Ken je Nederlandse vloeken?
  3. Wordt er (te) veel gevloekt op de televisie en de radio?
  4. Wordt er tegenwoordig meer gevloekt dan vroeger? Wordt er anders gevloekt?
  5. Zijn er verschillen tussen de generaties?
  6. Wanneer kun je, volgens jou, wel vloeken en wanneer absoluut niet?

  Over de teksten

De twee teksten uit dit hoofdstuk gaan over het vloekgedrag van Nederlanders en Vlamingen en over de eventuele merites van het vloeken. De eerste tekst komt van Kennislink, een website met populair-wetenschappelijk nieuws en achtergronden. De tweede tekst is een column uit NRC Handelsblad.

Woordenschat

vloeken (ww.)

to curse, to swear

Ik mag niet vloeken van mijn moeder, want ze vindt het vulgair.

2. Teksten, woordenschat en vragen

Tekst 1 Nog meer vloeken

Uit de Vloekmonitor van dit jaar blijkt dat grof taalgebruik op de Nederlandse televisie nog steeds toeneemt. Het gaat dan vooral om scheld- en schuttingwoorden. Een studie uit 1997 liet ook al een verschuiving zien van religieuze naar seksueel getinte krachttermen.

Op televisie worden we steeds vaker geconfronteerd met grof taalgebruik. Dat blijkt uit het rapport van de Vloekmonitor van dit jaar. De Vloekmonitor bestaat sinds 2003 en is destijds in het leven geroepen door de Bond tegen het vloeken. Jaarlijks worden alle Nederlandse televisiezenders een paar weken verspreid over het jaar gescand op grove taal. De uitkomsten van het onderzoek, uitgevoerd door TNS NIPO, zijn niet bepaald positief. Vooral het aantal scheld- en schuttingwoorden op de Nederlandse televisie is drastisch toegenomen.

  Grof taalgebruik

De Vloekmonitor houdt grove taal bij op televisie. Maar wat verstaat men precies onder grof taalgebruik? In de Vloekmonitor zijn opgenomen: vloeken, bastaardvloeken, verwensingen, scheldwoorden en schuttingwoorden. Vloeken zijn krachttermen waarbij God of Jezus wordt aangeroepen en bastaardvloeken zijn verbasteringen van vloeken, zoals potverdorie of jeetje mina. Door een verwensing naar iemands hoofd te slingeren wenst men iemand anders iets onaangenaams toe, zoals een ziekte: krijg de pleuris. Bij scheldwoorden gaat het om beledigende woorden waarmee je iemand negatief benadert, zoals sukkel of lul. Schuttingwoorden ten slotte zijn platte, obscene woorden zoals kut, fuck en shit.

  Taboewoorden

In een in 1997 verschenen boek over vloeken vinden we een ietwat andere indeling. De auteur is Piet van Sterkenburg, ex-hoofdredacteur van het Groene Boekje en de Van Dale. Hij maakt een onderscheid tussen vloeken, vloekverzachters (een mooi woord voor bastaardvloeken) en verwensingen. Woorden als shit en kut noemt hij geen schuttingwoorden maar ‘obscene vloeken’. Daarnaast zijn er ‘religieuze vloeken’. Beide soorten vloeken liggen allebei in een andere taboesfeer. Wanneer mensen vloeken gebruiken ze taboewoorden. Dat kunnen dan woorden zijn uit de godsdienstige sfeer of seksueel getinte woorden. Een ander onderwerp waar al in de middeleeuwen een groot taboe op lag was ziekte. Namen van ziektes worden nog steeds veel gebruikt in verwensingen.

Ten opzichte van vorig jaar is het aantal grove uitingen met 250 uitingen per week toegenomen. Gemiddeld komt de monitor uit op 1,6 uitingen van grove taal per week; vorig jaar waren dat er nog 1,5 en in de jaren daarvoor 1,3 en 1,2. Er is dus een duidelijke stijging van grof taalgebruik waar te nemen. Al vier jaar op rij voert de televisieomroep BNN de lijst aan met het grootste aantal uitingen grove taal. Het gemiddeld aantal vloeken is hier met 1,7 zelfs groter dan bij televisiezender Veronica (0,9).

  Oorsprong van de vloek

Vloeken gaat terug op de gerechtelijke eed. Daarom heeft het alles te maken met het werkwoord zweren. Je zweert iets onder ede, je legt een eed af om iets te bevestigen of te beloven. In vroeger tijden riep men vaak een god of een heilige aan als getuige. Door het veelvuldig gebruik van deze eedformules kwamen ze ook in taalsituaties buiten de rechtbank terecht. In de dagelijkse omgangstaal werd vloeken min of meer het tegenovergestelde van bidden: wanneer een smeekbede niet verhoord werd, voelde men zich in de steek gelaten door God. De gewoonte om God aan te roepen uit boosheid om het eigen lot was dan ook al bij de middeleeuwers aanwezig.

  Meer seks

De uitkomsten van de vragenlijst die Van Sterkenburg in 1994 rondstuurde laten een duidelijke verschuiving zien tussen generaties. Onder de 55-plussers overheersen de religieuze vloeken terwijl de jongere generaties meer en meer gebruik maken van de seksuele woordenschat. De oorlogskinderen, zoals Van Sterkenburg opmerkt, hebben nog een religieus taboe te verwerken. Voor de jongeren hebben religieuze vloeken veel minder emotionele waarde. Zij verkiezen daarom liever obscene woorden om te kunnen vloeken. Woorden als fuck, shit en kut scoren het hoogst onder de jongeren. Invloed vanuit het Engels speelt hier waarschijnlijk ook een rol. Dezelfde conclusie vinden we in de Vloekmonitor van dit jaar. De grove woorden die we op televisie horen zijn steeds minder religieus van aard. Wel neemt het aantal obscene vloeken, of schuttingwoorden, toe. Van de grove uitingen op tv is 39% een scheldwoord, 32% een schuttingwoord, 19% een vloek, 6% een bastaardvloek en 3% een verwensing.

Woordenschat bij tekst 1

grof

rude

Het is heel grof als je iemand ‘blinde tyfushond’ noemt.

scheldwoord (het, -en)

term of abuse, swear word

Als mensen schelden, gebruiken ze scheldwoorden.

schuttingwoord (het, -en)

obscenity, four-letter word

Een schuttingwoord is een krachtterm waarbij je obscene woorden gebruikt zoals kut of fuck.

krachtterm (de, -en)

profanity

‘Godverdomme’ is een veelgehoorde krachtterm.

uitkomst (de, -en)

result

Een van de uitkomsten van het onderzoek was dat Nederlanders steeds meer in het Engels vloeken.

verbastering (de, -en)

lit.: bastardisation; here: deformation (linguistics). These are changes in the form of a word in spelling and/or pronunciation, for example to make them more acceptable

‘Potverdorie’ is een verbastering van ‘godverdorie’ en ‘jeetje mina’ van ‘Jezus’.

slingeren (ww.)

here: to sling, to hurl

Hij slingerde het lege bierblikje uit het raam.

pleuris (de, -sen)

pleurisy, an illness often used as a swear word

De pleuris is een ziekte die Nederlanders veel gebruiken als ze vloeken.

sukkel (de, -s)

bonehead

Hij is een ongelooflijke sukkel: hij heeft een prachtige vrouw en twee schatten van kinderen, maar toch heeft hij een affaire met een andere vrouw.

lul (de, -len)

lit.: cock; here: prick, dick

Kun je niet uitkijken, lul?! Ik kom van rechts!

kut (de, -ten)

lit.: cunt; here: fuck, shit

Kut! Nou heb ik mijn pen weer laten vallen.

godsdienstig

religious

Ook al is hij een godsdienstig mens, hij gaat slechts twee keer per jaar naar de kerk.

uiting (de, -en)

expression, utterance

De supporters gaven uiting aan hun teleurstelling door het stadion voor het einde van de wedstrijd te verlaten.

waarnemen (ww., onr.)

to observe, to perceive

Met een goede telescoop kun je vanaf de aarde de kraters op de maan waarnemen.

aanvoeren (ww.)

here: to lead

Het klassement van de Wereldvoetbalbond FIFA wordt aangevoerd door Spanje.

gerechtelijk

judicial

Op het moment vindt er een gerechtelijk onderzoek plaats naar een winkelier die twee klanten met een pistool heeft doodgeschoten.

eed (de, eden)

oath

Een gerechtelijke eed eindigt met de woorden ‘zo waarlijk helpe mij God almachtig.’

te maken hebben met (iets of iemand) (vaste verb.)

to have to do with (something or someone)

Hij wint nooit een tenniswedstrijd. Dat heeft te maken met te weinig training.

zweren (ww., onr.)

to swear, to vow

Een gerechtelijke eed begint met de woorden ‘Ik zweer dat . . .’.

een eed afleggen (vaste verb.)

to take an oath

Tijdens zijn inauguratie in 2009 heeft Barack Obama de eed afgelegd met zijn hand op dezelfde Bijbel als Abraham Lincoln.

aanroepen (ww., onr.)

here: to invoke

Tijdens zijn gebed riep de priester Maria aan om de doodzieke vrouw te genezen.

getuige (de, -n)

witness

Gisteren was mijn buurman er getuige van dat de winkelier twee klanten met een pistool doodschoot.

terechtkomen in (ww., onr.)

to end up in, to land in

Hij is van de brug gevallen en in het water terechtgekomen.

omgangstaal (de, -talen)

colloquial language, spoken language

In de omgangstaal zeg je ‘alles goed?’ in plaats van ‘hoe maakt u het?’

smeekbede (de, -n/-s)

plea, supplication (also used in a non-religious context)

De ouders van de winkelier die twee klanten doodschoot, hebben een smeekbede geschreven aan de rechter.

verhoren (ww.)

here: to answer, to grant

Helaas heeft de rechter de smeekbede van de ouders niet verhoord.

(iets of iemand) in de steek laten (vaste verb.)

to abandon (something or someone)

Tien maanden nadat hij een affaire met zijn secretaresse was begonnen, heeft hij zijn vrouw in de steek gelaten.

verschuiving (de, -en)

shift, change

Na het debat tussen de partijleiders vond er een grote verschuiving plaats in de publieke opinie.

overheersen (ww.)

to dominate, to predominate

De tijd dat de Verenigde Staten de wereld overheersten is voorbij.

Vragen bij tekst 1

  1. Welke twee ontwikkelingen worden er in de tekst geconstateerd?
  2. Wat is de Vloekmonitor?
  3. De ‘Bond tegen het vloeken’ maakt onderscheid tussen vloeken, bastaardvloeken, verwensingen, scheldwoorden en schuttingwoorden. Beschrijf de verschillen en overeenkomsten en geef voorbeelden van elke categorie.
  4. Welk onderscheid maakt Piet van Sterkenburg en waarin verschilt dat van de verdeling die wordt gebruikt door de ‘Bond tegen het vloeken’?
  5. Beschrijf de oorsprong van de vloek.
  6. Wat is volgens de tekst het verschil in vloekgedrag tussen de generaties, en hoe zou je dat verschil kunnen verklaren?
Tekst 2 Vloeken is hard nodig

Schelden als wapen tegen de zedenprekers

Volgens de Bond tegen het vloeken wordt op televisie steeds meer gevloekt. Dat is maar goed ook: zo haal je mensen uit hun lethargie en zet je ze aan tot nadenken. De animatie-serie South Park geeft het goede voorbeeld.

Eric Cartman is acht en veruit de grootste vuilspuiter van het dorpje South Park in de bergen van Colorado. En dat wil wat zeggen, want South Park zit vol met doorgewinterde schelders. Eric vloekt zo hard, dat dankzij hem de tv-serie South Park eerste is geworden in een wedstrijd waarvan de makers niet wisten dat ze eraan meededen.

De wedstrijd is georganiseerd door een onderzoeksbureau dat jaarlijks een paar weken krachttermen op tv turft in opdracht van de Bond tegen het vloeken. Elk jaar luidt de conclusie dat het gescheld is toegenomen. Daarbij geldt de naam van Jezus Christus ook als scheldwoord. De Bond tegen het vloeken is namelijk een christelijke organisatie die het vloeken probeert te bestrijden. Dus de onderwijzer van South Park Elementary die ‘Jezus op schaatsen!’ brult, heeft ook zijn steentje bijgedragen. In de animatieserie werd 51 keer gevloekt in de drie weken dat het onderzoek liep.

Mij viel een andere toename op. Mij viel op dat dit jaar weer meer media aandacht hebben besteed aan deze Vloekmonitor. Het eerste jaar dat het onderzoek naar buiten kwam, 2001, stond het alleen in het Algemeen Dagblad. In de jaren daarna kwam er steeds een krant bij. Dit jaar stonden de uitkomsten in vrijwel alle dagbladen.

Dat vond ik pas een verontrustende trend. Dat betekent dat de hoeders van de religieuze moraal in de 21ste eeuw aan invloed winnen. Terwijl het er eind vorige eeuw toch even op leek dat we de zedenprekers voorgoed de baas waren geworden. Af en toe stapten ze naar de rechter als ze zich gekwetst of beledigd voelden. Maar daar verloren ze doorgaans hun zaak. Bovendien was de Bond tegen het vloeken aan het eind van de twintigste eeuw een organisatie van posterplakkers met de boodschap ‘Word geen papegaai’. Onbetekenend, en ongevaarlijk. Tien jaar later zitten hun geloofsgenoten achter het stuur in het kabinet en beginnen ze ijverig de maatschappelijke bewegingsruimte in te perken. Niet alleen voor gelovigen, ook voor mensen die zich niets aantrekken van om het even welke god en hun denken niet bij voorbaat laten begrenzen door religieuze leefregels. In de jaren tachtig hield de eminente en gereformeerde historicus A.Th. van Deursen een lucide lezing waarin hij twee soorten kwetsers onderscheidde, wier gedrag hij samenvatte met het begrip hedonisme: de VPRO- en de Veronica-hedonisten. De eerste groep beledigde doelbewust, uit opstandigheid tegen de moraal. De tweede groep beledigde onbewust, uit lompheid.

De VPRO-hedonisten waren het eerst op tv. Die kwamen uit de betere milieus, waren hoger opgeleid en kregen eerder toegang tot de media. Daar zetten ze een blote mevrouw voor de camera, lieten een koningin spruitjes schillen en vloekten wat af. De Veronicahedonisten denderden later over dat gebaande pad heen. Hun belangrijkste wapens zijn de boer, de scheet en de brutale bek. Zij zijn volkomen oninteressant.

In de andere categorie zitten mensen die wel interessant zijn. Niet omdat ze vloeken, maar omdat ze een reden hebben om te vloeken. In South Park wordt elke vorm van hypocrisie en domheid aangepakt. En soms moet daarbij gevloekt worden.

De makers van South Park kennen geen genade voor mensen die tot keurige standpunten komen, alleen maar omdat die standpunten keurig zijn. Het gaat erom dat niemand standpunten moet huldigen enkel en alleen omdat ze zich hebben laten zeggen dat die de juiste zijn. Er is een aflevering waarin de sympathieke schoolkok Chef, een grote neger met de stem van Isaac Hayes, meent dat de vlag van South Park racistisch is. Hoezo, vraagt de burgemeester, nadat haar medewerkers de vlag hebben uitgerold en wij vijf witte poppetjes zien dansen om een galg waaraan een zwart poppetje hangt. Verdomme, brult de chef, zie je dat dan niet? En wij lachen omdat wij het meteen met hem zien, afgericht als we zijn door jaren van antiracistische opvoeding.

Na een heleboel misverstanden en bloedige gevechten tussen voor- en tegenstanders van de vlag, mogen de kinderen van Cartmans klas beslissen. Tot verbijstering van hun steun en toeverlaat Chef, vinden de meeste kinderen de vlag niet racistisch, omdat hun niet eens was opgevallen dat de poppetjes verschillend gekleurd waren. Chef schaamt zich en de vlag wordt aangepast: poppetjes van alle rassen dansen nu om de galg. En zo is het goed.

Of het nu gaat om preutsheid (terwijl een jongetje bijna doodbloedt, staat de stad op zijn kop doordat een ander jongetje hulp probeerde te halen zonder kleren aan), hebzucht (als Jezus in een bokswedstrijd tegenover Satan staat, zetten de bewoners van South Park al hun geld op de duivel: ‘Heeft dan niemand vertrouwen in mij?’, zegt Jezus) of welke andere vorm van geaccepteerd wangedrag dan ook, South Park zet het in een ander daglicht dan je vooraf had gedacht.

Daar is kunst voor bedoeld. En als het moet, dan zijn 51 vloeken in drie weken tijd een kleine prijs om daarvoor te betalen.

Woordenschat bij tekst 2

zedenpreker (de, -s)

moralist

Een zedenpreker weet altijd alles beter dan een ander. Bovendien vertelt hij iedereen wat ze moeten denken en wat ze moeten doen.

aanzetten tot (ww.)

to encourage to, to motivate to

De Boekenweek van dit jaar heeft de Nederlandse lezers aangezet tot het kopen van meer boeken dan in het jaar daarvoor.

vuilspuiter (de, -s)

someone who often uses obscene language, slanderer

Die politicus is een echte vuilspuiter en hij wordt dan ook door al zijn collega’s gehaat.

doorgewinterd

experienced, seasoned

Hij is een doorgewinterde docent die zijn leerlingen goed kan enthousiasmeren.

turven (ww.)

to tally, to use groups of five tally marks for counting

Turven is een vorm van tellen waarbij je telkens een streepje zet. Ieder vijfde streepje plaats je diagonaal door vier andere streepjes.

brullen (ww.)

to roar

Boos brulde hij door de bibliotheek dat iedereen onmiddellijk stil moest zijn.

een steen(tje) bijdragen (vaste verb.)

to do one’s part, to offer a helping hand (also financially)

Als iedereen een steentje bijdraagt, kunnen we met z’n allen een mooi cadeau kopen voor haar vijftigste verjaardag.

verontrustend

alarming

Het is een verontrustende ontwikkeling dat steeds meer jonge kinderen lijden aan obesitas.

hoeder (de, -s)

keeper, patron, protector

Sommige mensen noemen de kerk de hoeder van de moraal.

voorgoed

permanently

Hij heeft besloten om voorgoed uit Nederland weg te gaan.

gekwetst

hurt

Zij voelde zich erg gekwetst toen een vreemde man haar op straat een trut noemde.

papegaai (de, -en)

parrot

De piraat heeft een papegaai op zijn schouder.

inperken (ww.)

to restrict, to limit, to curtail

Het is een goede vraag of de invloed van de monarchie in Nederland moet worden ingeperkt of niet.

zich niets aantrekken van (iets of iemand) (vaste verb.)

not to care about (something or someone), to be unconcerned about (something or someone)

Zij is een vrije vogel: zij trekt zich niets aan van de mening van andere mensen.

om het even wie/wat/ welk(e) (vaste verb.)

who/what/whichever, no matter who/what/which

De tijdige ontdekking van om het even welke ziekte is belangrijk voor de genezing.

bij voorbaat (vaste verb.)

in advance

Bij voorbaat hartelijk dank voor uw hulp.

kwetser (de, -s)

someone who hurts people verbally (infrequently used)

Een paar jaar geleden stond er in de krant dat iemand de Nederlandse koningin had beledigd. De kwetser gebruikte de woorden: ‘Ik haat jullie koningin. De koningin van Nederland is een hoer.’

opstandigheid (de, -heden)

rebellion

Opstandigheid is een belangrijk kenmerk van de puberteit.

lompheid (de, -heden)

clumsiness, coarseness

Lompheid wordt traditioneel gezien als een kenmerk van de Nederlanders. Veel buitenlanders denken dat ze slechte manieren hebben en heel direct zijn.

schillen (ww.)

to peel

Iedere middag staat ze in de keuken om aardappels te schillen.

(heel) wat afvloeken (vaste verb.)

to curse a lot (wat and af in combination with a verb means doing it a lot: hij werkt wat af, hij praat wat af, etc.)

Toen zij ontdekte dat haar man een affaire had met een andere vrouw, vloekte ze wat af.

denderen (ww.)

to rumble

De vrachtwagen denderde door de straat.

het gebaande pad (paden) (vaste verb.)

derived from the expression het gebaande pad volgen: to choose the easy way, not being original or refreshing

De meeste mensen zijn niet origineel maar volgen de gebaande paden.

boer (de, -en)

here: belch, burp

De jongen liet een harde boer.

scheet (de, -scheten)

fart

Daarna liet hij een stinkende scheet.

brutaal

cheeky, impertinent

Toen de docent hem vroeg waarom hij zijn huiswerk niet had gemaakt, antwoordde hij brutaal: ‘Waarom zou ik?’

aanpakken (ww.)

here: to attack (verbally), to be tough on

De journalist pakte in zijn column de lompheid van zijn collega-journalisten hard aan.

keurig

here: polite, in keeping with propriety, comme il faut

Tijdens het bezoek van Sinterklaas heeft hij zich keurig gedragen.

huldigen (ww.)

here: to have (an opinion, a vision)

Hij huldigt het standpunt dat vloeken goed is voor de mentale gezondheid.

galg (de, -en)

gallows

Vroeger werden criminelen vaak aan de galg opgehangen.

africhten (ww.)

to tame

Jonge honden moet je goed africhten, anders worden ze vals.

verbijstering (de, -en)

bewilderment, stupefaction

Tot mijn grote verbijstering stond ze op, liet een enorme scheet en wandelde weg.

steun en toeverlaat (vaste verb.)

rock (fig.), person or thing whom one can trust and rely upon

Sommige mensen vinden hun steun en toeverlaat op het Internet.

preutsheid (de, g. mv.)

prudishness

De moderne man heeft last van preutsheid. Terwijl vrouwen op het stand steeds kleinere bikini’s dragen, wordt de zwembroek van de man steeds groter!

hebzucht (de, g. mv.)

greed, avarice

Hebzucht is het verlangen om veel van iets te bezitten, zoals macht of geld.

wangedrag (het, g. mv.)

misconduct

Ik heb genoeg van zijn wangedrag: hij moet ophouden met al dat vloeken en schelden!

Vragen bij tekst 2

  1. Aan het begin van de tekst is er sprake van een wedstrijd waarvan de deelnemers niet weten dat ze eraan meedoen. Wat wordt hiermee bedoeld en waarom noemt de auteur het een wedstrijd?
  2. Hoe beschrijft de auteur de Bond tegen het vloeken? Hoe betrouwbaar is zijn beschrijving?
  3. Blokker schrijft over een opvallende en verontrustende ontwikkeling.
    1. Welke ontwikkeling vindt Blokker een opvallend en verontrustend verschijnsel?
    2. Voor welke maatschappelijke trend in de 21ste eeuw is die ontwikkeling een teken?
    3. Vergelijk die 21ste-eeuwse ontwikkeling met de 20ste eeuw, en geef aan welke voorbeelden Blokker gebruikt.
  4. Beschrijf het onderscheid dat A.Th. van Deursen maakte tussen twee verschillende soorten mensen die beledigen. Beschrijf ook Blokkers opinie over deze twee groepen.
  5. Welke drie vormen van wangedrag die South Park aan de kaak stelt (dat wil zeggen: kritiseert) geeft Bas Blokker als voorbeeld?
  6. In de laatste alinea staat: ‘Daar is kunst voor bedoeld.’ Waar is kunst voor bedoeld?
  7. De tekst is een column waarin Blokker zijn persoonlijke commentaar geeft op een maatschappelijke ontwikkeling. Er zijn geen tussenkopjes. Verdeel de tekst in vier of vijf secties die thematisch een geheel vormen, en verzin voor elk van deze passages een passend tussenkopje.

3. Woordenschatoefeningen

  1. Welke woorden horen (niet) bij elkaar?
    1. Welke twee woorden passen bij het woord uit de linkerrij en waarom?

      1. toenemen

      aanvoeren – stijgen – vermeerderen

      2. dalen

      afnemen – afleggen – verminderen

      3. drastisch

      enorm – sterk – nauwelijks

      4. meedoen aan

      terechtkomen in – deelnemen aan – participeren in

      5. verontrustend

      zorgwekkend – geruststellend – alarmerend

      6. verschuiving

      verandering – wijziging – verwensing

      7. in de steek laten

      verhoren – zich niets aantrekken van – negeren

      8. schelden

      kwetsen – beledigen – schillen

      9. vuilspuiter

      kwaadspreker – zekenpreker – kwetser

      10. meteen

      later – onmiddellijk – direct

    2. Hieronder staan vijftien woorden. Verdeel ze in drie groepen van vijf woorden die inhoudelijk bij elkaar horen.

      Krachtterm

      vloek

      gelovige

      geloofsgenoot

      lompheid

      preutsheid

      gebed

      hebzucht

      schuttingwoord

      scheldwoord

      heilige

      wangedrag

      racisme

      verwensing

      godsdienst

    3. Welke woorden zijn tegengestelden van elkaar? Verbind een woord uit de eerste kolom met een woord uit de tweede kolom.
      1. ietwat
      2. grof
      3. brutaal
      4. doorgewinterd
      5. bij voorbaat
      6. inperken
      7. voorgoed
      8. gekwetst
      1. voorlopig
      2. na afloop
      3. uitbreiden
      4. onervaren
      5. keurig
      6. gelukkig
      7. veel
      8. respectvol
  2. Zoek in deze oefening naar gerelateerde woorden. Je hebt misschien een woordenboek nodig.
    1. Vorm bij het schuingedrukte werkwoord een substantief.
      1. De laatste jaren zijn de prijzen voor voedsel gedaald. Die . . . is goed nieuws voor de consument.
      2. Maar als het aan de producenten lag, dan zouden de prijzen juist stijgen. Een . . . betekent namelijk meer inkomsten voor de boeren.
      3. Het aantal vloeken op de televisie is de laatste jaren niet afgenomen. De uitkomsten van het onderzoek laten geen . . . zien.
      4. Wat de Vloekmonitor echter wel bewijst, is dat het aantal vloeken drastisch is toegenomen. Die . . . is vooral goed waar te nemen in de programma’s van de omroepen BNN en Veronica.
      5. Sommige mensen uiten zich vaak met vloeken en scheldwoorden. Zulke . . . vind ik beledigend en onacceptabel.
      6. De onderzoekers achter de Vloekmonitor delen grof taalgebruik anders in dan professor Van Sterkenburg. De . . . van de Vloekmonitor verschilt van die van Van Sterkenburg.
    2. Reageer en gebruik in je reactie het substantief van het schuingedrukte woord.
      1. Vind jij ook dat de vrijheid van meningsuiting betekent dat je iedereen zomaar kunt beledigen, of denk jij dat we aan zelfbeperking moeten doen?
      2. Ik vind het verbijsterend dat Nederlanders zoveel Engelse scheldwoorden gebruiken. En jij?
      3. Denk jij dat de Russische president zich dit keer goed zal gedragen?
      4. Ik verzamel geld voor het goede doel. Wil jij ook iets bijdragen?
      5. Vloek jij ook heel wat af als je met een hamer op je duim slaat?
      6. Jij bent zo’n doorgewinterde linkse activist, jij denkt zeker dat het politieke zwaartepunt bij de volgende verkiezingen verschuift van rechts naar links!
  3. Vul het ontbrekende woord of de ontbrekende woordcombinatie in onderstaande zinnen in. Je hoeft in iedere zin maar één woord of woordcombinatie te gebruiken. Let op dat je de juiste vorm en woordvolgorde gebruikt.

    inperken – huldigen – een steentje bijdragen – africhten – afleggen – waarnemen – slingeren – aanpakken – verwerken – turven

    1. De getuige bij een rechtszaak moet een belofte of een eed . . . waarin hij of zij verklaart ‘de gehele waarheid en niets dan de waarheid’ te zeggen.
    2. Volgens de Bond tegen het vloeken moet het vloeken zoveel mogelijk. . . .
    3. De Bond . . . het vloekprobleem . . . met een jaarlijkse Vloekmonitor.
    4. Dan . . . een onderzoeksbureau het aantal keer dat op de televisie wordt gescholden.
    5. De eigenaar van het circus heeft zijn paarden zelf. . . . Een van zijn paarden kan nu zelfs tellen!
    6. Bacteriën zijn niet met het blote oog . . ., daarvoor zijn ze veel te klein.
    7. De journalist . . . de ene verwensing na de andere naar het hoofd van de politicus die hij al geruime tijd in zijn column uitmaakte voor vuilspuiter.
    8. Dat vond de politicus moeilijk te. . . . Hij was nog nooit op zo’n manier door de pers aangevallen.
    9. De journalist was van mening dat de monarchie moet worden afgeschaft, terwijl de politicus de mening . . . dat het Huis van Oranje een belangrijke functie vervult.
    10. Als iedereen . . . en een klein bedrag doneert, kunnen we de weeskinderen op Sulawesi veel beter helpen.
  4. In de twee teksten staat een aantal werkwoorden met vaste preposities.
    1. Noteer bij elk van deze werkwoorden de juiste prepositie. Kies uit de volgende mogelijkheden: aan, in, met, tot, uit, van.
      1. zich niets aantrekken . . .
      2. terechtkomen . . .
      3. meedoen . . .
      4. te maken hebben . . .
      5. blijken . . .
      6. aanzetten . . .
    2. Vervang de schuingedrukte woorden door de bovenstaande combinaties van werkwoorden met vaste preposities.
      1. Dat hij zo vaak schuttingwoorden gebruikt, komt door zijn slechte opvoeding.
      2. Veel ouders besteden geen aandacht aan goede voeding. Zij geven hun kinderen om het even welk ongezond voedingsmiddel en zij luisteren niet naar de adviezen van medici.
      3. Het is goed om kinderen te beschermen tegen websites met een inhoud die haat stimuleert.
      4. Het Surinaamse woord ‘doekoe’ is onderdeel geworden van de Nederlandse jongerentaal. Het wordt gebruikt in plaats van ‘geld’.
      5. De Vloekmonitor maakt duidelijk dat er op de televisie steeds meer wordt gescholden.
      6. Toen de onderzoekers hem opbelden met de vraag of hij wilde participeren in het vloekonderzoek, gooide hij resoluut de hoorn neer. Nee, dat wilde hij zeker niet!
  5. Herhalingsoefening. Deze oefening herhaalt de woordenschat uit hoofdstuk 4 tot en met 6.
    1. Kies telkens het juiste werkwoord uit de drie alternatieven.
      1. verheerlijken/verwaarlozen/vergooien

        Als thuisblijfmoeder is het belangrijk om jezelf niet te. . . . Ga eens naar de kapper en trek mooie kleren aan.

      2. zich wijden aan/zich ergeren aan/zich afspelen

        Zij . . . de mensen die voortdurend krachttermen, schuttingwoorden en andere slechte taal gebruiken. Daarom is zij donateur geworden van de Bond tegen het vloeken: ze betaalt iedere maand 10 euro om het werk van de Bond te steunen.

      3. zich ontvouwen/zich afzetten tegen/zich schamen voor

        Hij vloekte altijd heel wat af. Op die manier . . . de zedenprekers. Dat deed hij heel bewust.

      4. opnemen/inruilen/ontlopen

        Het cadeau dat hij voor zijn verjaardag gekregen had, vond hij niet zo leuk. Hoewel hij geen kassabon had, ging hij toch naar de winkel om te proberen of hij het kon. . . .

      5. miskennen/misleiden/mislopen

        Hoewel hij als kunstenaar veel talent had, werd hij toch . . . door de heren kunstkenners. De kunstwereld accepteerde hem niet.

    2. Vul het juiste substantief in onderstaande zinnen in.

      bescheidenheid – verantwoordelijkheid – leugenaar – drijfveer – klacht

      1. Een directeur heeft veel . . . en daarom krijgt hij een hoger salaris dan zijn secretaresse.
      2. Het verdienen van veel geld is zijn belangrijkste . . . bij het plannen van zijn carrière.
      3. Een veelgehoorde . . . van de Bond tegen het vloeken is dat er op de televisie te veel wordt gescholden.
      4. Toen de oppositieleider hoorde dat de minister-president hem een . . . had genoemd, vloekte hij heel wat af.
      5. Is het werkelijk een teken van . . . als je zegt dat je ergens niet goed in bent, terwijl je weet dat dat eigenlijk een leugen is?
    3. Vul de ontbrekende woorden in de vaste verbindingen in. Kies uit de vijf onderstaande alternatieven.

      rug – hand – geheel – bevordering – hartenlust

      1. Hij kon zijn ogen niet geloven dat hij een brief had gekregen van de . . . van de koningin zelf!
      2. Over het . . . genomen gebruikt zij weinig scheldwoorden.
      3. Er is een Bond tegen het vloeken, maar is er ook een Bond ter . . . van het vloeken?
      4. Antwerpen is een fantastische stad met leuke winkelstraten en veel verschillende soorten winkels. Je kunt er naar . . . shoppen.
      5. Tijdens het debat in de Tweede Kamer zeiden sommige parlementariërs dat de economische crisis inmiddels afgelopen was, en andere dat de crisis nog niet achter de . . . was.

4. Spreekoefeningen

Discussies over vloeken en de vrijheid van meningsuiting liggen niet ver uit elkaar. Er zijn bijvoorbeeld bepaalde gemeentes in Nederland met een overwegend christelijke bevolking waar het verboden is om te vloeken. Dat is problematisch omdat het in conflict is met artikel 7 van de Nederlandse grondwet. Daarin wordt de vrijheid van meningsuiting gegarandeerd.

1. Discussie over vloeken

Organiseer een discussie over vloeken. Gebruik daarvoor een of meer van de onderstaande stellingen. Wijs een of twee discussieleiders aan, een groep die het met de stelling eens is en een groep die ertegen is. Neem voldoende tijd om de discussie voor te bereiden.

Vloeken is goed voor de mentale gezondheid en moet daarom worden aangemoedigd.

Het beledigen van andere mensen is een grondrecht: het vormt een onlosmakelijk onderdeel van een samenleving die de vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel heeft.

Het is een teken van verarming van de Nederlandse taal dat er steeds meer in het Engels wordt gevloekt.

2. Plannen maken voor een film

Werk samen in kleine groepjes. Jullie zijn er ofwel van overtuigd dat de vrijheid van meningsuiting een grondrecht is waarop uitzonderingen niet mogelijk zijn (dat is censuur), ofwel dat er beperkingen aan moeten worden gesteld, bijvoorbeeld door het beledigen van bepaalde groepen in de samenleving te verbieden. Hoe ver kun je gaan met het beledigen van andere mensen? Jullie willen je boodschap duidelijk maken in een speelfilm van anderhalf uur. Stel vast welke doelgroep jullie willen bereiken, en werk een plan uit voor de film: Wat is het verhaal? Wie zijn de belangrijkste karakters? Op welke manier wordt het verhaal door camerawerk en montagetechniek in beeld gebracht? Hoe ondersteunen jullie keuzes de boodschap die jullie willen uitdragen? Maak een poster die je kunt gebruiken als visuele ondersteuning bij je presentatie.

Als jullie klaar zijn, presenteert ieder groepje zijn plannen aan de hele klas. Maak goed gebruik van je poster. Na afloop van de presentaties stemmen jullie voor de beste film. Wie heeft de beste film bedacht? Welke film zou je het liefste willen zien? Je mag natuurlijk niet op jezelf stemmen!

5. Internetresearch

  1. De Bond tegen het vloeken wordt genoemd in de eerste en tweede tekst. Welke activiteiten ontplooit de Bond om het vloeken tegen te gaan? Welke tips geeft de Bond om te voorkomen dat je vloekt en hoe je moet reageren als je iemand hoort vloeken? Klopt het beeld van de Bond dat Bas Blokker schetst in zijn column over de merites van het vloeken?
  2. In de eerste tekst wordt prof. Piet van Sterkenburg genoemd als ex-hoofdredacteur van het Groene Boekje en de (dikke) Van Dale. Wat zijn deze twee publicaties en hoe belangrijk zijn ze?
  3. In de tweede tekst wordt de indeling genoemd die de historicus A.Th. van Deursen maakte tussen twee soorten kwetsers: de VPRO- en de Veronica-hedonisten. De VPRO en Veronica zijn Nederlandse radio- en televisieomroepen. Dat geldt ook voor BNN, die in de eerste tekst wordt genoemd. Doe onderzoek naar de geschiedenis en karakteristieken van deze omroepen.

6. Verder surfen en lezen

http://www.bondtegenvloeken.nl: dit is de website van de organisatie die wordt besproken in de twee teksten.

http://www.hetnieuwevloeken.nl: de samenstellers van deze site willen een rijk overzicht van scheldwoorden opstellen om het gebruik van scheldwoorden die heel grof zijn in te perken. Om die reden willen ze ook oudere, vaak zachtere, verwensingen weer tot leven brengen. Er is zelfs een scheldwoorden-app!

P.G.J. van Sterkenburg, Vloeken. Een cultuurbepaalde reactie op woede, irritatie en frustratie, Den Haag: SDU en Antwerpen: Standaard, 1997: het boek dat in de eerste tekst wordt genoemd.

Sources

Text 1: based on Mathilde Jansen, ‘Nog meer vloeken’, in: Kennislink, 11 May 2007, online, www.kennislink.nl/publicaties/nog-meer-vloeken.

Text 2: based on Bas Blokker, ‘Schelden is hard nodig: Schelden als wapen tegen de zedenprekers’, in: NRC Handelsblad, 18 July 2008.