Chapter 11: Taal en politiek

1. Vooraf

De Nederlandse taal wordt geregeld en beschermd door de Nederlandse Taalunie. Dat is een organisatie die gesteund wordt door zowel de Nederlandse als de Vlaamse regering, en die als doel heeft de Nederlandse taal en letterkunde te ondersteunen en te bevorderen.

  1. Ken je nog andere taalregulerende instituten, bijvoorbeeld voor je eigen taal?
  2. Wat is de rol van zo’n instituut?
  3. Vind je het belangrijk dat er zulke organisaties bestaan?
  4. Vind je zelf ‘correcte’ taal belangrijk? Erger je je bijvoorbeeld aan spel- of grammaticafouten in gedrukte teksten of op het Internet?
  5. Zijn er situaties waarin die correctheid niet zo belangrijk is en waar andere vormen mogelijk zijn?
  6. Vind je dat taalgebruik ‘verloedert’ of eerder ‘verandert’? Hoe moet een taalregulerend instituut daarmee omgaan?

  Over de tekst

De tekst in dit hoofdstuk verscheen in het veel gelezen Vlaamse weekblad Knack, naar aanleiding van het dertigjarige bestaan van de Nederlandse Taalunie (1980–2010). De tekst schetst de historische achtergrond van Nederlandse taalpolitiek. De nadruk ligt op Vlaanderen.

Woordenschat

verloederen (ww.)

to become derelict, as a result of neglect

De buurt rond het Centraal Station is de laatste jaren erg verloederd: er is veel drugs, prostitutie en criminaliteit.

2. Tekst, woordenschat en vragen

Tekst Dromen van culturele eenwording

Op 9 september 2010 stapt de Nederlandse Taalunie op tram 3. De uitdrukking is nog niet toegelaten tot onze officiële, mede door die Taalunie bewaakte woordenschat, maar sommige Vlamingen zeggen zo dat iets of iemand 30 jaar wordt. Het tweede artikel van het Taalunieverdrag omschreef het doel ervan als ‘de integratie van Nederland en de Nederlandse gemeenschap in België op het gebied van de Nederlandse taal en letteren’.

  Moedertalen

Na de Belgische Revolutie van 1830 knobbelden enkele jongens een grondwet uit die ultra-verlicht heette en meer democratie beloofde dan het ten val gebrachte Nederlandse bewind. Naast andere rechten werd de Belgische bevolking de vrijheid van taal gegarandeerd. In realiteit domineerde het Frans onderwijs, justitie en politiek. De Nederlandse dialecten die in het noorden van het land werden gesproken, leken, net als de Waalse in het zuiden, voorbestemd om in een folkloristische hoek zachtjes te creperen. Toch zou een groep zich verzetten tegen het Frans als enige officiële taal in België. Het ging om leraren, priesters, lage ambtenaren en klerken, kortom, om lieden die niet alleen Nederlands spraken, maar anders dan de meesten van hun lotgenoten konden lezen en schrijven.

De taalstrijd sloot toewijding aan het prille vaderland niet uit. Van de letterkundigen, filologen en andere taalminnaren die zich al snel als een Vlaamse Beweging gingen manifesteren, stelde bijna niemand België ter discussie. Omgekeerd bejegende het Franstalige establishment de Vlaamse cultuur niet vijandig. Het promoveerde de mix van Romaanse en Germaanse elementen tot een typisch kenmerk van de Belgische identiteit. Alleen geloofde dit establishment niet zo in de noodzaak van een tweede staatstaal. Wie zou bij zijn volle verstand het Frans, taal van verlichting en moderniteit, afwijzen voor een van ver op Nederlands lijkend ‘patois’?

Om deze vraag te bezweren, wilde de Vlaamse Beweging dat patois upgraden. Maar hoe? Na enige discussie raakte men het eens dat de Nederlandse algemene cultuurtaal moest worden geïmporteerd. Kenners vonden de taal in het noorden van België namelijk ‘vervuild’ door Franse invloeden en vreesden dat een Standaardvlaams geen aanzien zou verwerven. Om de Vlaming kaas te leren eten van zijn nieuwe ‘moedertaal’ werd geen moeite gespaard om het enige juiste en beschaafde Nederlands te verspreiden en te promoten. Dit offensief zou een hoogtepunt bereiken in de jaren 1950 en ’60, toen allerhande ABN-verenigingen floreerden en geen krant zonder taalrubriek kon.

  Van een- naar tweedracht

Al tegen het eind van de 19e eeuw raakte een deel van de Vlaamse Beweging vervreemd van de Belgische droom. Was dat België niet een ‘onnatuurlijke’ constructie? En was de opstand tegen het broedervolk in het noorden geen vergissing geweest? De Eerste Wereldoorlog en de met de Duitsers collaborerende Vlamingen scherpten de tegenstelling tussen de taalgemeenschappen verder aan.

In Vlaanderen zou de roep om (meer) autonomie nooit meer verstommen, ook niet toen in de jaren 1920 en ’30 veel Vlaamse wensen werden vervuld. Welke richting België uit moest, daarover bestond geen eensgezindheid. Naar het Verenigd Koninkrijk van Willem I was weinig heimwee, maar intussen droomden sommige flaminganten wel van een Groot-Nederland dat de zestiende-eeuwse allure van de Zeventien Provinciën moest evenaren. Frappanter was dat ook enkele Nederlandse geleerden in dikke boeken de stamverwantschap van Vlamingen en Nederlanders wilden bewijzen.

Omdat in de Tweede Wereldoorlog een deel van de Vlaamse Beweging zich voor de tweede keer aan collaboratie brandde, zou er na 1945 van autonomie of van aansluiting van Vlaanderen bij Nederland geen sprake meer zijn. Termen als stamverwantschap en bloedbanden stonden voortaan in een kwalijke geur.

  Het ‘wezenlijke objectief’

Toch bleef na 1945 de blik van een Vlaamse elite noordwaarts gericht. Politici, journalisten, academici, schrijvers en uitgevers geloofden dat Vlaanderen alleen maar ‘beschaafd’ en ‘modern’ kon worden als het zich aan Nederland zou spiegelen. Om vooral niet romantisch te lijken vermomden ze hun ambitie als ‘culturele integratie’, een onverdacht begrip dat ze uit de discussie rond Europese eenmaking hadden opgevist.

In 1946 sloten België en Nederland een Cultureel Akkoord over samenwerking op het gebied van onderwijs, wetenschap en taal. Opdat de intenties geen dode letter zouden blijven werd een Gemengde Commissie opgericht, die in de daaropvolgende jaren de Vlaams-Nederlandse integratie ter harte nam. In 1971 plande ze de oprichting van een Academie voor de Nederlandse Taal. Die moest de samenwerking op het gebied van taal en letteren coördineren en de uitstraling van het Nederlands in binnen- en buitenland bevorderen. Eind 1976 voltooide de Gemengde Commissie de blauwdruk voor deze academie die intussen Nederlandse Taalunie was gedoopt.

Naar de letter handelt het Taalunieverdrag uitsluitend over taal en letteren. En Nederlanders lezen in de overeenkomst ook naar de geest weinig meer dan afspraken om het onderwijs in het Nederlands te stimuleren, aan leesbevordering te doen en de regels van de taal uniform te houden. Nederlanders lijken te denken: baat het niet, dan schaadt het niet. Voor Vlamingen bleef de Taalunie echter een eerste stap naar culturele eenwording.

  Een ongeneeslijke Vlaamse ziekte

De Taalunie had het niet gemakkelijk. Al vroeg heette het dat de organisatie te bureaucratisch was. Bovendien werd ze zeker de jongste tijd geplaagd door schandaaltjes. ‘Waanzin!’ gilde de Nederlandse pers unisono toen de Taalunie in 2005 nieuwe spellingsregels uitvaardigde. De door de organisatie gesponsorde literatuurgeschiedenis, waarvan in 2006 de eerste delen verschenen, noemden sommige experts dan weer te ouderwets, en de Prijs der Nederlandse Letteren, een ander door de Taalunie gecoördineerd initiatief, bleek in 2007 plots een te lage som te bedragen. De Taalunie krijgt ook geregeld het verwijt te laks te zijn voor de ‘oprukkende’ verengelsing en voor de ‘verloedering’ van het Nederlands waarvan zeker Vlaamse opiniemakers voortdurend de meest afgrijselijke bewijzen menen te kunnen waarnemen. Criticasters hebben tot slot de Taalunies grootste ambitie – taalintegratie – mislukt verklaard. Waarom vinden Vlaanderen en Nederland het anders nodig om elkaars televisieprogramma’s te ondertitelen, jammeren ze.

De onvrede heeft deels met overspannen verwachtingen te maken. De culturele eenwording is altijd een Vlaamse droom geweest. De Nederlandse schrijver Jeroen Brouwers zag het scherp toen hij integratie defi nieerde als ‘een vooralsnog ongeneeslijk gebleken Vlaamse ziekte, waarmee de Vlaming al sedert de dagen van Hendrik Conscience de Nederlander probeert te besmetten, maar waarvoor de Nederlander goddank immuun blijkt te zijn’. Wel slaat deze ziekte ook in Vlaanderen slechts toe in een select gezelschap. Het volk heeft minder zin om zich te identifi ceren met Nederlanders, of liever: met ‘Hollanders’, want zo noemt het zijn noorderbroeders. Van zoveel flagrante zelfgenoegzaamheid kan in dat selecte gezelschap de misnoegdheid hoog oplopen: het Vlaamse volkje blijkt voor verheffing compleet onvatbaar!

Het pleit voor de Taalunie dat ze taaluniformisering niet meer met de snelweg naar de moderniteit verwart. De organisatie ontwikkelt een beleid dat aandacht heeft voor verschillen in taalgebruik en verschillen tussen taalgebruikers. Dit weerspiegelt zich bijvoorbeeld in de opname in het Groene Boekje van woordenschat uit Vlaanderen én Suriname, dat vele moedertaalsprekers van het Nederlands telt en sinds 2004 geassocieerd lid is van de Taalunie.

Dat de Taalunie intussen haar normerende rol minimaliseert, is dan weer een beetje ongerijmd. De organisatie wijst er geregeld op dat ze het zogezegd ‘spontaan’ standaardiserende Nederlands slechts ‘beschrijft’. Als er zich in Vlaanderen en Nederland echter al iets spontaan ontwikkelt, dan wel het vervloekte Verkavelingsvlaams en het even vermaledijde Poldernederlands. Deze tussentalen – dialect noch standaardtaal – worden tot nader order niet ‘beschreven’. Of dit wenselijk zou zijn is uiteraard een heel andere zaak, maar (top down) normering behoort beslist nog niet tot het verleden. Dat de zaken soms wat anders worden voorgesteld lijkt vooral een gevolg van een angst om schoolmeesterachtig te lijken. Taalpolitiek: het blijft een hachelijke onderneming.

Woordenschat bij de tekst

bewaken (ww.)

to guard, to protect

Om de kwaliteit van hun product te bewaken, investeren bedrijven veel geld in onderzoek en controlemechanismen.

verdrag (het, -en)

treaty

Na de Eerste Wereldoorlog werd er in het verdrag van Versailles besloten dat de Duitse streek rond Eupen en Malmédy voortaan Belgisch grondgebied zou worden.

uitknobbelen (ww.)

to figure out, to puzzle out

Je zal zelf moeten uitknobbelen hoe je een eigen zaak, een studie en een gezin met jonge kinderen gaat combineren.

(iets of iemand) ten val brengen (vaste verb.)

to overthrow (something or someone), to topple (something or someone)

Tijdens de Franse revolutie werd de aristocratie defi nitief ten val gebracht.

voorbestemmen (ww.)

to predestine

De dochter van die gevierde pianist is voorbestemd om ook de muziekwereld in te gaan: ze heeft een groot talent.

creperen (ww.)

to die, to starve (often used figuratively)

Door de dominantie van internationale supermarktketens creperen de kleine zelfstandige ondernemers en moeten ze vaak hun deuren sluiten.

zich verzetten tegen (ww.)

to resist, to protest against

De studenten hebben zich sterk tegen de verhoging van het collegegeld verzet, maar zonder succes.

lieden (de, altijd mv.)

people

Lieden is altijd een meervoudsvorm en wordt ook gebruikt in samengestelde woorden, zoals het meervoud van brandweerman: brandweerlieden.

lotgenoot (de, -noten)

partner in distress, fellow sufferer

De gestrande reizigers deelden eten en drinken met hun lotgenoten, in afwachting van de heropening van de luchthaven.

pril

early, tender, fresh

Hun relatie is nog erg pril. Als ik jou was, zou ik nog niet over trouwen of kinderen beginnen.

(iets) ter discussie stellen (vaste verb.)

to question (something), to put (something) up for discussion

De Europese welvaartstaat wordt meer en meer ter discussie gesteld, nu het werkloosheidscijfer maar blijft stijgen.

bejegenen (ww.)

to treat, to deal with (people or animals)

Vaak is het zo dat je met minder respect bejegend wordt als je er onverzorgd bijloopt. Met nette kleren en een fris uiterlijk wordt je heel anders behandeld.

bij zijn volle verstand (vaste verb.)

in his right mind, sane

Iemand bij zijn volle verstand zou toch nooit reageren op zo’n slecht gespelde e-mail uit Nigeria waarin je om je bankgegevens gevraagd wordt.

patois (het, g. mv.)

patois

Patois is een Frans woord dat op een denigrerende manier verwijst naar talen die gesproken worden buiten het centrum van het taalgebied (Parijs).

bezweren (ww., onr.)

to prevent, to defuse

Om de revolutie voor meer democratie te bezweren, beloofde de autocratische heerser meer persvrijheid en beter onderwijs voor vrouwen.

aanzien verwerven (vaste verb.)

to gain respect or status

De jonge partijleider verwierf veel aanzien met haar nuchtere en constructieve voorstellen om werkloosheid tegen te gaan.

geen kaas gegeten hebben van (iets) (vaste verb.)

to not know anything about (something)

Het is wel duidelijk dat de huidige regering geen kaas heeft gegeten van onderwijsvernieuwing. Het zal niet lang duren voor er massale ontslagen en stakingen komen.

geen moeite sparen (vaste verb.)

to spare no effort

De ouders van het bruidspaar hadden geen moeite gespaard om het hun gasten naar de zin te maken. Alles was tot in de puntjes verzorgd.

allerhande

all sorts of

In die winkel verkopen ze allerhande kazen, van Franse tot Italiaanse en Engelse.

floreren (ww.)

to flourish

De portret- en interieurschilderkunst in Nederland floreerde in de zeventiende eeuw omdat burgers over meer geld beschikten en dat graag wilden laten zien.

taalrubriek (de, -en)

language column

In zijn taalrubriek in de Vlaamse krant De Standaard schreef Eugène Berode in de jaren 80 en 90 over correct taalgebruik; op die manier moest de Vlaming zijn taal beter leren beheersen.

eendracht (de, g. mv.)

consensus, solidarity, harmony

Eendracht maakt macht is het Belgische devies.

tweedracht (de, g. mv.)

discord, disharmony

De nieuwe voorzitter slaagde er niet in de tweedracht tussen de progressieven en conservatieven in de partij op te lossen.

aanscherpen (ww., onr.)

to sharpen, to strengthen

Het beleid rond inburgering zal nog aangescherpt moeten worden, want sommigen vinden het te vrijblijvend.

verstommen (ww.)

to die out (of noise), to become silent

Het geroezemoes in het cafe verstomde toen de burgermeester binnenkwam. Het werd helemaal stil.

eensgezindheid (de, g. mv.)

unanimity

In het kabinet heerste er eensgezindheid over de aangekondigde besparingen; iedereen was het ermee eens dat er bespaard moest worden.

heimwee (de, g. mv.)

homesickness, longing for a certain space or time

Telkens als de lente in de lucht hangt, heb ik heimwee naar mijn kinderjaren op de boerderij. Dan wil ik weer net als vroeger de lammetjes en kalfjes zien en ruiken!

flamingant (de, -en)

a Flemish nationalist

Hij is afkomstig uit een familie van flaminganten, dus je moet met hem maar niet spreken over je progressieve ideeën over tweetalige scholen in Vlaanderen.

evenaren (ww.)

to equal, to match up

Het is onmogelijk de kookkunst van die televisiechef te evenaren. Waarom doe je niet gewoon een gebraden kip met sla en frieten?

stamverwantschap (de, -pen)

kinship (romantic term, not literal)

Waar de zogenaamde stamverwantschap tussen Nederland en Vlaanderen een populair idee was in de negentiende eeuw, hoor je daar nu heel weinig over.

aansluiting (de, -en)

liaison, connection, link

Wat betreft de integratiekwestie vindt de liberale partij aansluiting bij de conservatieven, omdat geen van beide wil dat er te veel overheidsgeld aan uitgegeven wordt.

geen sprake zijn van (iets) (vaste verb.)

not to be question of (something); to be out of the question

In het geval van de verdachte journalist was er duidelijk geen sprake van chantage en fraude. De man was onschuldig.

kwalijk

bad, ill, amiss

Het is een kwalijk feit dat zijn naam geassocieerd wordt met extreemrechtse ideeën. Dat is geen goede reclame.

wezenlijk

actual, real

Veel mensen vragen zich af wat het wezenlijke doel is van de interventie van westerse landen in het Midden Oosten.

vermommen (ww.)

to disguise as, to be dressed up as

De herorganisatie werd vermomd als verbetering, vernieuwing en zogenaamde ‘rationalisering’ van het bedrijf.

onverdacht

unsuspicious

De nieuwe maatregel rond ziekteverlof leek onverdacht en werd zonder veel discussie goedgekeurd. Later begreep men pas wat de gevolgen waren voor langdurig zieken.

een dode letter blijven (vaste verb.)

to be a paper tiger, to remain idle words

Veel wetgeving rond racisme en discriminatie blijft een dode letter in de praktijk, omdat racisme en discriminatie vaak moeilijk te bewijzen zijn.

uitstraling (de, -en)

reputation, image

Ondanks de negatieve pers, heeft de president nog steeds een heel positieve uitstraling. Veel mensen geloven dat hij echt dingen kan veranderen.

naar de letter (vaste verb.)

to the letter

Sommige fundamentalistische christenen leven naar de letter van de Bijbel, dus daar zwijgen vrouwen als hen niets gevraagd wordt.

naar de geest (vaste verb.)

to the spirit

De meeste hedendaagse christenen leven naar de geest van de Bijbel en beseffen dat het een product van zijn tijd is. De moraal moet daarom niet al te letterlijk genomen worden.

baat het niet, dan schaadt het niet (vaste verb.)

it may not be a benefit but it won’t do any harm either

Ik laat thuis voor alle zekerheid een paar lichten aan als we een weekend weggaan, want je weet nooit met al die inbraken tegenwoordig. Baat het niet dan schaadt het niet.

ongeneeslijk

incurable

Zijn oom lijdt al jaren aan een ongeneeslijke ziekte. Volgens de dokters zou hij eigenlijk al lang dood moeten zijn.

plagen (ww.)

to tease, to pester

De katholieke kerk lijdt erg onder de pedofilieschandalen die hen maar blijven plagen. Maar een openbare verontschuldiging is er nog niet van gekomen.

unisono

lit.: with one voice (musical term); here: unanimously

Het bestuur heeft unisono beslist dat de leraar die een verhouding had met zijn zestienjarige student, onmiddellijk ontslagen moet worden.

uitvaardigen (ww.)

to issue

Het stadsbestuur van Rotterdam vaardigde een aantal jaar geleden een gedragscode uit, waarin stond dat iedereen op straat Nederlands moest spreken.

verwijt (het, -en)

reproach, blame, reprimand

Haar verwijt aan de gemeente is dat het veel te lang geduurd heeft voor er iets aan de overlast gedaan werd. Ondertussen was de helft van de straat verhuisd.

laks

slack, slow

Ik heb eigenlijk altijd gedacht dat ambtenaren traag, laks en onbehulpzaam waren, maar als je dan een keertje vlot en prompt geholpen wordt, moet je die mening toch herzien.

oprukken (ww.)

to move forward, to advance

De onverdraagzaamheid tegenover moslims rukt stevig op in Europa.

afgrijselijk

terrible

Wat de ouders van verdwenen kinderen moeten ervaren, is afgrijselijk. Dat wens je niemand toe.

criticaster (de, -s)

a very critical person, with a connotation of nitpicking small-mindedness

Moderne kunst heeft altijd veel criticasters gehad, die spotten dat hun dochter van drie het ook kan.

jammeren (ww.)

to lament, to wail, to complain

Als ik eens een keertje niet naar huis kom in het weekend, begint mijn vader gegarandeerd te jammeren dat ik niets geef om mijn familie.

overspannen

here: inflated, exaggerated

In populaire media tref je een overspannen vrouwbeeld aan. Vrouwen moeten niet alleen mooi, slank, slim en succesvol zijn, maar ook een perfecte moeder en echtgenote!

vooralsnog

until now

Ik heb dat boek al weken geleden besteld maar heb vooralsnog geen bevestiging gekregen dat het verstuurd is.

sedert

since

Brood is sedert mensenheugenis een cruciaal element in het dieet van de westerse mens.

besmetten (ww.)

to infect, to contaminate

Ongewassen handen zorgen ervoor dat zwakke patiënten besmet worden met ziekenhuisbacteria. Daarom moet je altijd je handen wassen als je iemand in het ziekenhuis bezoekt.

flagrant

flagrant, shockingly clear

Op de financiële afdeling zijn er flagrante fouten gemaakt. Het duurde maanden voor iemand erachter kwam dat er meer dan tienduizend euro was verdwenen!

zelfgenoegzaamheid (de, -heden)

arrogance, conceitedness

De zelfgenoegzaamheid waarmee figuren uit de financiële wereld op de televisie kwamen uitleggen waarom ze een bonus verdienden in een tijd van recessie, veroorzaakte veel ergernis.

misnoegdheid (de, -heden)

dissatisfaction, disgruntled feeling

De misnoegdheid onder het academisch personeel was groot toen werd aangekondigd dat docenten minder salaris zouden krijgen.

verheffing (de, -en)

elevation, edification

Muziek, literatuur en theater worden vaak als volksverheffing gezien, terwijl televisie en computerspelletjes eerder als dom vermaak worden beschouwd.

onvatbaar

unsusceptible

Studenten zijn vaak onvatbaar voor pleidooien van hun ouders om een studie in functie van een beroep te kiezen.

pleiten voor (ww.)

to defend, to plead for

Het centrum voor gelijke kansen pleit al jaren voor een vorm van positieve discrimatie bij het recruteren van mensen van allochtone afkomst.

ongerijmd

absurd, preposterous

Hij vertelde allerlei ongerijmde dingen: eerst zei hij dat hij gisterenavond bij Linda was en daarna had hij het over een avond in de kroeg.

vervloekt

cursed, damned, darned

Verdorie, als ik dat vervloekte essay maar op tijd af krijg, anders zit ik dik in de puree.

vermaledijd

cursed (to hell) (archaic, used ironically)

Als ik die vermaledijde vogels te pakken krijg, dan draai ik ze de nek om. Moet je nu kijken hoe die hele auto ondergepoept is!

tot nader order (vaste verb.)

until further notice

De premier zal tot nader order geen interviews meer geven op televisie, nadat hij een enorme flater beging in een praatprogramma dat live uitgezonden werd.

schoolmeesterachtig

like a schoolmaster, pedantic

Ik heb altijd een bloedhekel gehad aan die schoolmeesterachtige schoolboeken Nederlands in Vlaanderen: ‘zeg niet “patat”, maar “aardappel”’, alsof er maar één woord voor alles zou bestaan.

hachelijk

perilous, dangerous, precarious

Ze zaten in een hachelijke situatie, maar ze verloren de moed niet en bleven positief.

Vragen bij de tekst

  1. In de introductie werd bewust gekozen voor de uitdrukking ‘op tram 3 stappen’.
    1. Wat betekent de uitdrukking?
    2. Waarom wordt deze uitdrukking hier gebruikt?
  2. De bescherming voor het Nederlands kwam vanuit een bepaalde hoek.
    1. Welke mensen kwamen op voor het Nederlands in de 19de eeuw?
    2. Waarom die groep?
    3. Wie maakte zich sterk voor het Nederlands na de Tweede Wereldoorlog (1945)?
    4. Wat was hun motivatie, denk je?
    5. Verwijst de tekst ook naar de ‘rest’ van de bevolking? Zo ja, hoe?
  3. Begrijp je het standpunt van ‘het volk’? Leg uit.
  4. De tekst gaat over de Nederlandse Taalunie.
    1. Wat is het doel van de Nederlandse Taalunie?
    2. Hoe kijken de Nederlanders en Vlamingen ertegenaan?
    3. Zou je de verschillen kunnen verklaren? (Dit antwoord vind je niet in de tekst. Denk er zelf over na.)
  5. Hoe beschrijft de auteur de Groot-Nederlandse gedachte?
  6. Wat werd er bedoeld met ‘een van ver op Nederlands lijkend “patois”’?
  7. Hoe werden de Vlamingen gestimuleerd om ‘goed Nederlands’ te leren spreken?
  8. Waarom was de argumentatie van ‘stamverwantschap en bloedbanden’ volgens de tekst na de Tweede Wereldoorlog niet meer aanvaardbaar? Welke neutralere terminologie nam haar plaats in?
  9. De Taalunie krijgt kritiek over zich heen.
    1. Wanneer en door wie?
    2. Hoe verklaart de auteur de kritiek?
  10. Bij de beschrijving van de kritiek die de Taalunie over zich heen krijgt, worden sterk gekleurde woorden gebruikt.
    1. Kun je daar voorbeelden voor geven?
    2. Waarom denk je dat de schrijver deze woordkeuzes maakt?
  11. In het citaat van Jeroen Brouwers en het commentaar van de auteur zie je veelvuldig gebruik van een ziekte-metafoor.
    1. Kan je hier voorbeelden van geven?
    2. Denk je dat de auteur het eens is met Jeroen Brouwers?
  12. Herlees de volgende zin: ‘Van zoveel flagrante zelfgenoegzaamheid kan in dat selecte gezelschap de misnoegdheid hoog oplopen: het Vlaamse volkje blijft voor verheffing compleet onvatbaar!’
    1. Naar wie verwijst ‘dat selecte gezelschap’?
    2. Waarom wordt de verkleinvorm ‘volkje’ gebruikt?
  13. De schrijver van het artikel, Kevin Absillis, geeft aan dat de houding van de Nederlandse Taalunie wat ambigu is wat taalvariatie betreft. Leg uit.

3. Woordenschatoefeningen

  1. Welk woord hoort niet in het rijtje?
    1. filologen – taalminnaars – letterkundigen – politici
    2. stamverwantschap – modern – broederschap – romantisch
    3. standaardtaal – Verkavelingsvlaams – Poldernederlands – patois
    4. verengelsd – vervuild – beschaafd – laks
    5. vervloekt – spontaan – vermaledijd – afgrijselijk
    6. Hollanders – noorderbroeders – Nederlanders – volkje
    7. verstommen – gillen – vermommen – verblinden
    8. floreren – hoogtepunt bereiken – allure evenaren – creperen
    9. zakelijkheid – heimwee – verzuchting – toewijding
    10. droom – weerspiegeling – fantasie – werkelijkheid
    11. eensgezindheid – unisono – tweedracht – eenwording
    12. hachelijk – ongerijmd – onvatbaar – flagrant
  2. Vaste combinaties
    1. Werkwoorden en substantieven vormen veel vaste verbindingen, met een specifieke betekenis. Zoek op in de tekst welke werkwoorden in combinatie met de volgende substantieven gebruikt worden.
      1. tegenstellingen
      2. aanzien
      3. geen moeite
      4. een hoogtepunt
      5. een akkoord
    2. Vul een van de bovenstaande combinaties in de zinnen in. Let op de plaats van de verschillende elementen in de zin en de werkwoordstijd.
      1. In de zeventiende eeuw . . . de Nederlandse economie en cultuur een absoluut. Hun handelswaren kwamen van overal, het geld vloeide en schilders en ambachtslieden creëerden prachtige werken voor de nieuwe welgestelde burgers.
      2. Het recente hoofddoekjesverbod op die middelbare school . . . tussen de leerlingen alleen maar. Waarom proberen ze niet iets te verzinnen dat ze verenigt in plaats van verdeelt?
      3. Na nachtenlang vergaderen werd eindelijk . . . ; uiteraard was het een compromis, maar alle partijen waren er min of meer tevreden mee.
      4. Het was een fantastisch feest, de gastvrouw had werkelijk . . . ; er was eten in overvloed, er speelde een bandje en er was champagne à volonté.
      5. Die Iraanse regisseur heeft heel wat . . . in het westen door zijn prachtig gefilmde en aangrijpende films waarmee hij ook een aantal prijzen heeft gewonnen.
  3. Uitdrukkingen

    Vervang in onderstaande zinnen de schuingedrukte woorden door een uitdrukking uit het rijte. Pas de zin waar nodig aan.

    geen kaas gegeten hebben van iets – in een kwalijke geur staan – onder de neus wrijven – een dode letter blijven – achter de schermen – naar de letter – baat het niet, dan schaadt het niet – bij zijn volle verstand

    1. Ik zou hem eens heel graag heel duidelijk willen zeggen dat dit niets met hem te maken heeft en dat hij zich met zijn eigen zaken moet bemoeien.
    2. Het kan me eigenlijk weinig schelen of ik die baan krijg of niet; op zich vind ik het wel een interessante gelegenheid om mezelf te profileren, maar anderzijds ben ik ook best tevreden met de baan die ik nu heb; we zien wel.
    3. Sommige mensen geloven echt elk woord en verhaal uit de Bijbel, de Koran of het Wetboek en nemen die als waarheid aan, terwijl ik eerder denk dat het met al die belangrijke teksten belangrijk is om ze in een historische context te zien en ze voorzichtig te interpreteren; de waarheid is heel relatief.
    4. Het is moeilijk als je ouders bejaard worden en ze niet meer allemaal op een rijtje hebben; weinig mensen zijn nog bereid hun ouders in huis te nemen, maar gelukkig zijn er tegenwoordig geweldige verzorgingstehuizen.
    5. Ik heb een collega en het is onvoorstelbaar hoe weinig zij afweet van computers en bepaalde programma’s; ze kan eigenlijk nauwelijks haar e-mails organiseren. Daar-door vindt ze ook nooit iets terug en verliest ze heel veel tijd.
    6. Sinds er allerlei schandalen aan het licht kwamen over priesters en misbruik, staat de katholieke kerk in een slecht daglicht; hun reputatie is onherroepelijk beschadigd.
    7. Ik vermoed dat het het beste is als je eens rustig met een aantal mensen gaat praten; ik zou niet meteen op tafel kloppen, hogerop gaan of de pers contacteren. Dit soort problemen los je best op zonder dat al te veel mensen ervan horen.
    8. De wetgeving rond seksuele discriminatie op de werkvloer is eigenlijk weinig waard, tenminste, ze is er wel, maar niemand die er wat mee doet; ik geloof ook niet dat er al ooit iemand voor veroordeeld is.
  4. Uitdrukkingen met oude vormen
    1. De tekst bevat een aantal vaste uitdrukkingen, waarin je nog oude verbogen vormen terugvindt, zoals genitieven, die uit het huidige Nederlands verdwenen zijn. Ze komen alleen nog in vaste uitdrukkingen voor en die moet je gewoon uit je hoofd leren. Bekijk de volgende stukjes uit de tekst en kies een van de synoniemen.

      de grondwet die meer democratie beloofde dan het ten val gebrachte Nederlandse bewind

      in vraag stellen

      van de letterkundigen, filologen en anderen stelde bijna niemand Belgie ter discussie.

      zich ontfermen over

      de Gemengde Commissie die in de daaropvolgende jaren de integratie ter harte nam.

      omverwerpen

    2. Vul in elk van de volgende zinnen een van deze 3 uitdrukkingen in. Let goed op de plaats en de vorm. Als er woorden tussen haakjes staan, moet je die in de zin invoegen.
      1. In de onderhandelingen met de vakbonden wordt de pensioensleeftijd door de werkgevers telkens weer . . ., en zo krijgen de vakbondsleiders het gevoel te dweilen met de kraan open.
      2. Wat dat betreft, is het belangrijk dat er een organisatie komt die zich als doel stelt discriminatie op grond van leeftijd en de rechten van ouderen . . .
      3. Krantenlezers in Europa hadden verwacht dat het, na het aftreden van Moebarak in Egypte, niet lang zou duren voordat ook Kaddhafi in Libië snel (zou) . . . maar dat duurde aanzienlijk langer.
    3. Op de website van het populaire tijdschrift Onze Taal vind je een overzicht van dergelijke uitdrukkingen (http://www.onzetaal.nl/taaladvies/advies/staandeuitdrukkingen). Verbind onderstaande veelvoorkomende combinaties met hun betekenis.
      1. te allen tijde
      2. ter attentie van
      3. uit den boze
      4. ter plaatse
      5. op staande voet
      6. ter sprake (komen)
      7. ten hoogste
      8. ter ere van
      9. ter gelegenheid van
      10. mijns inziens
      11. ten gunste van
      1. bestemd voor
      2. volgens mij
      3. over gesproken worden
      4. voor (de glorie van)
      5. met slechte bedoelingen
      6. voor (de gebeurtenis van)
      7. altijd
      8. voor (het voordeel van)
      9. niet meer dan
      10. daar, op die plek
      11. onmiddellijk
  5. Vervang in de onderstaande zinnen het schuingedrukte woord met een synoniem uit de woordenlijsten van dit hoofdstuk. Mogelijk heb je een woordenboek nodig.
    1. Het is erg jammer dat die laatmiddeleeuwse kerk daar staat te verkrotten terwijl er toch geld en interesse is om dit soort gebouwen op te knappen en een nieuwe bestemming te geven.
    2. De overwinning van de werkgevers in de pensioensleeftijddiscussie geeft alweer aan dat het vaak weinig zin heeft in te gaan tegen beslissingen die zogezegd ter discussie op tafel liggen, maar die eigenlijk al lang vastliggen.
    3. Zijn handel in feestproducten bloeide tijdens het wereldkampioenschap voetbal, toen het hele land stond te springen om oranje vlaggetjes, bekertjes en balonnen.
    4. Hij gooide haar allerlei verwensingen naar het hoofd, toen ze hem vertelde dat ze zijn auto de gracht in had gereden. Hij had haar toch gezegd op te passen met het nieuwe stuur?
    5. Ik vind het een prachtig gebouw daar aan de gracht, maar je hoort ze al komen, de muggenzifters, met hun commentaar dat het niet in de omgeving past en dat het te ‘modern’ is.
    6. We mailden het agentschap een week geleden over de beschikbaarheid van die vakantievilla maar hebben tot nu toe geen antwoord van ze ontvangen.
    7. Ik vind het echt verschrikkelijk wat er in Syrië gebeurd is, zoveel moorden en nodeloos geweld, en dat allemaal voor de eer van een man.
    8. Veel mensen vinden zijn uitspraken over het belang van de familie als hoeksteen van de samenleving een beetje absurd, zo vlak nadat hij zijn vrouw en kinderen heeft verlaten voor een achttienjarige.
    9. De bergbeklimmer bevond zich in een erg gevaarlijke situatie, toen het touw doorbrak waarmee hij aan zijn partner hing.
  6. Herhalingsoefening. In deze oefening wordt de woordenschat uit hoofdstuk 8 tot en met 10 herhaald.
    1. Kies een werkwoord uit het rijtje en vul het in de juiste vorm in de zinnen in. Vul het aan met de vaste prepositie die erbij hoort.

      beschouwen (+ prep.) – uitmonden (+ prep.) – zich wenden (+ prep.) – zich verzekeren (+ prep.) – dwepen (+ prep.)

      1. Mijn oom heeft mijn geadopteerde neef altijd . . . zijn eigen kind. Hij behandelde hem nooit anders dan zijn andere kinderen.
      2. Voor je het huis verlaat, moet je . . . er altijd . . . dat alle lichten uit zijn en dat alle deuren gesloten zijn.
      3. Onze buurmeisjes . . . vreselijk . . . Justin Bieber maar ik vond die hele jongen maar niets! Wat zagen ze toch in hem?
      4. Die ruzies tussen Els en Karin . . . altijd . . . een vrolijk gelach. Ze kunnen gewoon niet lang kwaad op elkaar blijven.
      5. Als u nog vragen hebt over de te volgen procedure, . . . u . . . dan . . . de relevante dienst.
    2. Parafraseer het schuingedrukte woord met een substantief uit het lijstje dat ongeveer hetzelfde betekent. Pas eventueel het artikel aan.

      allochtoon – autochtoon – toewijding – lacune – saamhorigheidsgevoel – voltooiing

      1. Grote nationale feesten zijn goed voor een volk. Als alle mensen in een land hetzelfde feest vieren, kan dat de eenheid ten goede komen.
      2. Dat onderscheid tussen Nederlanders en niet-Nederlanders is eigenlijk niet meer van deze tijd, vind je niet? Wat maakt het nou uit waar je ouders geboren zijn?
      3. Ik denk dat je heel erg trots mag zijn op de afronding van je project. Je hebt er heel hard aan gewerkt en het resultaat is prima!
      4. Het is een gat in de wet op discriminatie dat er niets wordt gezegd over sociale klasse: je mag niet discrimineren op basis van gender, ras, godsdienst of seksualiteit, maar je mag wel iemand discrimineren omdat hij armer of rijker is dan jij.
      5. De zorg en aandacht die Moeder Theresa voor de kinderen van Kolkata had, blijft nog steeds mensen inspireren.
    3. Kies in elke zin het woord uit het rijtje dat de vaste verbinding compleet maakt.
      1. Hij weet erg goed zijn familie naar zijn hoofd/hand/nek te zetten. Zijn familie is het altijd met hem eens.
      2. De jongste zoon spreekt al een aardig woordje/taaltje/zinnetje mee in beslissingen over waar de familie op vakantie gaat. Vorig jaar zijn ze op zijn advies naar Andalusië gegaan.
      3. Toen ik mijn bejaarde oom vorige zondag in de kerk zag, was hij helemaal de muts/kluts/klets kwijt. Hij wist nauwelijks wie ik was en was de hele tijd op zoek naar zijn jas.
      4. Tijdens de vergadering over het mogelijk ontslag van tientallen werknemers hield ik de toren/kerk/mening in het midden. Ik koos geen partij tussen de vakbonden en de directie.
      5. Tijdens onze les heeft de docent het altijd gemikt/gericht/gemunt op Abbi, heb je dat ook al gemerkt? Zij kan echt niets goed doen.

4. Spreekoefeningen

De meeste mensen zijn het erover eens dat het belangrijk is om een heldere schrijfnorm te hebben, maar toch hebben niet alle talen regulerende instituten zoals de Taalunie. Daarnaast hebben die instituten ook niet altijd dezelfde doelen: sommige zijn dogmatischer dan andere. De taalnormen zijn als gevolg niet altijd even expliciet of uniform, wat tot discussie kan leiden. Maar ook als er van staatswege duidelijke normen worden gesteld, wordt er vaak nog hevig over gedebateerd. Het blijkt dus geen makkelijke taak te zijn.

1. Formeel debat over stellingen

Houd een debat over één van de volgende stellingen. Verdeel je in twee groepen, een voor en een tegen, en duid een moderator aan. Elke groep kiest een woordvoerder, en bereid samen de standpunten voor. Denk vooral ook aan de tegenargumenten die de andere groep zal gebruiken, en pas je taalgebruik aan de formelere spreeksituatie aan.

Op de nationale televisie en radio moet er altijd standaardtaal gesproken worden.

Op scholen mag alleen standaardtaal gesproken worden.

Het is belangrijk dat kinderen zich leren uitdrukken, zowel in spreken als in schrijven, en het maakt niet uit als ze fouten maken tegen de regels van de standaardtaal.

Het is de taak van de Taalunie taalverloedering tegen te gaan, daarom moeten ze duidelijk, regulerend optreden.

Standaardiseren van talen is onzin; iedereen moet zich uitdrukken zoals hij of zij dat wilt.

Het debat kan in verschillende rondes verlopen, waarbij elke groep afzonderlijk spreekt. Daarna kan er nog een lossere discussie volgen. De disucssie kan opgenomen worden om zo achteraf de kwaliteit van de argumenten en van het taalgebruik van de verschillende groepen te kunnen bespreken.

5. Internetresearch

  1. Ga naar de website van de Nederlandse Taalunie (http://www.taalunieversum.org) en zoek naar wat de Taalunie allemaal doet. Voor wie zijn ze er? Wat doen ze allemaal om de Nederlandse taal te steunen en te stimuleren? Er staan heel wat interessante film-pjes op de site die je kunnen helpen. Bedenk of dit is wat je verwachtte. Vind je dat ze goed werk doen? Zijn er dingen die je niet terugvindt?
  2. Zowel in hoofdstuk 9 als in dit hoofstuk las je over het Poldernederlands en het Verkavelingsvlaams. Kijk eens op de website van Jan Stroop (http://www.janstroop.nl), een Nederlandse taalkundige die het Poldernederlands voor het eerst beschreef. Hij heeft een hele website over het Poldernederlands. Voor het Verkavelingsvlaams (of tussentaal) kan je beginnen bij Wikipedia. Veel voorbeelden van deze taalvariëteit en attitudes erover vind je via het blog van enkele onderzoekers van de Universiteit Antwerpen: ‘de manke usurpator’ (http://demankeusurpator.wordpress.com). Ga nu wat uitgebreider onderzoeken waar deze varianten voor staan, met betrekking op de volgende kenmerken:
  3. Zoek wat meer informatie over de aspecten van de Nederlandse en Belgische geschiedenis waarnaar in de tekst verwezen wordt, zoals bijvoorbeeld: de Belgische revolutie of de 17 Verenigde Provinciën. Handige websites zijn http://www.20eeuwennederland.nl/periodes/, http://entoen.nu en http://ww.w.geschiedenis24.nl, een televisiekanaal met op de website interessante dossiers.

6. Verder surfen en lezen

http://taalschrift.org/discussie/001943.html: in 2008 schreef Jaap van der Horst het boek Het einde van de standaardtaal, dat heel wat stof deed opwaaien. Op deze site kan je een samenvatting van zijn stelling lezen en een tegenargument van een andere taalkundige, Frans Daems.

http://boeken.vpro.nl: op de website van het programma VPRO Boeken van de Nederlandse omroep VPRO vind je meer informatie en ook een interview met Van der Horst.

http://www.vanoostendorp.nl/linguist/sijs.html: hier kan je een bespreking lezen van Nicoline van der Sijs’ bekende boek Taal als mensenwerk, over het ontstaan van het ABN.

Source

Text: based on Kevin Absillis, ‘Dromen van culturele eenwording’, in: Knack, 14 September 2010.