5
‘De studio is hier om de hoek,’ wees Albert. ‘Ik app je zo het adres.’
‘Is goed. Zie je morgen,’ riep ze terug. Ze zwaaide tot hij de straat uit reed en opende daarna de zware houten deur.
In de koele centrale hal vol marmer zocht ze naar het lichtknopje. Zo eind september werd het al opvallend vroeg donker. Een kroonluchter schoot aan en verspreidde diffuus licht. Ze negeerde het gietijzeren liftje en liep de brede mahoniehouten trap op. Ondanks haar claustrofobie had Christine een paar jaar geleden toch een appartement op de vijfde verdieping gekocht, met zicht op het water. Als makelaar wist ze natuurlijk dat zeezicht het belangrijkste pluspunt van onroerend goed was in Nice.
Jacky liet haar hand langs de oude trapleuning glijden. Deze gebouwen uit het einde van de negentiende eeuw gaven nog steeds een luxueus gevoel. Fresco’s, ornamenten en guirlandes herinnerden aan de tijd van rijke en adellijke overwinteraars. Maar die exclusieve sfeer had de stad al lang geleden verlaten.
Met enige moeite kreeg ze de deur van het appartement open en rook meteen Christines wereld. De geur van bloeiende lelies, haar parfums, licht rottend hout, de boenwas voor het antieke bureautje van hun moeder en de vage lucht van uien. Al at ze niet veel thuis, voor haar zus was het belangrijk dat er altijd basisingrediënten in de keuken lagen. Dat gaf haar een nostalgisch gevoel, had ze weleens uitgelegd. Het deed haar denken aan hun vader, die vroeger elke avond uitgebreid kookte, al kon Jacky zich dat nauwelijks herinneren.
Ze gooide de luiken open en deed de lichten aan. Het was bevreemdend om door Chris’ opgeruimde appartement vol mooie vintage vondsten te lopen, zonder haar opgewekte energie te voelen. Albert had goed aangevoeld dat ze hier zonder haar zus niet wilde blijven.
Snel klopte ze de kussens van de bank op, checkte de ijskast op bedorven spullen en gooide de yoghurt en rottende appels weg. De volle vuilniszak zette ze alvast bij de voordeur klaar.
In de badkamer pakte ze enkele toiletspullen in. Ze vond een weekendtas, die ze vulde met wat lingerie, een kamerjasje en nachtjapon voor Chris en slippers, een paar schone shirts en twee jurkjes voor zichzelf. Haar zus was iets langer, maar ze konden allebei nog steeds maat 38 aan. Ook gooide ze er vlug een rode bikini bij. Misschien had ze de komende dagen tussendoor nog tijd om in zee te zwemmen.
Haar oog viel op de fotolijstjes naast haar bed. Ze zag Duco en Cornelie in de golven bij Noordwijk. Ze moest niet vergeten ze straks nog even te bellen. Uitleggen wat er aan de hand was. Verder stond er een persfoto van Aimee voor hun fabriek in Grasse. De naam la durandia in gietijzeren letters was duidelijk zichtbaar. En ze glimlachte om een vergeeld beeld van haar en Christine. Twee blonde meisjes met Pippi Langkousachtige paardenstaarten.
Achteraan zag ze de bekende zwart-witfoto. Ze pakte het zilveren lijstje en staarde naar de mooie, stralende vrouw in een kaftan. Ze hing ontspannen op een bedje bij het zwembad en haar blonde haren wapperden in de wind. Op de achtergrond was nog net een groot huis zichtbaar. Hoe kon het dat haar moeder er hier zo gelukkig uitzag? Ze streelde de foto en voor het eerst die dag kreeg ze tranen in haar ogen. Allemachtig, wat kon ze haar na al die jaren toch nog vreselijk missen.
Plotseling viel de vuilniszak in de hal om. Had Chris hier muizen? Ze stond op en wilde de gang in lopen, toen ze een zwarte schim de zitkamer in zag schieten. Direct klopte haar hart in haar keel.
‘Hallo?’ Ze hoorde gerommel en greep naar een paraplu. ‘Wie is daar?’
En net toen ze de ijzeren punt naar voren stak verscheen een man in de deuropening. Ze gilde, maar de vent schrok net zo erg en schreeuwde nog harder.
‘Jezus, Jacqueline!’
‘Xavier!’
‘Ik schrok me dood.’
Ze liet de paraplu zakken. Haar benen trilden nog na. ‘Man, ik ook.’
Even stonden ze elkaar op afstand te bestuderen. Hij zag er nog net zo klein en bourgondisch uit als ze zich hem kon herinneren. En hij had nog dezelfde leuke kop met pretoogjes. Op hetzelfde moment schoten ze in de lach.
‘Ik dacht dat je een inbreker was,’ gierde hij uit.
Ze zette de paraplu terug. ‘En ik zag mezelf al bloedend op de gang liggen.’
‘Tja, alles kan gebeuren in Nice.’
Ze gaven elkaar een knuffel. Ze rook La Paz, zijn favoriete sigarenmerk en zijn stoppelbaard prikte op haar nog gevoelige wang.
‘Goed dat je er bent,’ zei Xavier en zette de paraplu voor haar weg. ‘Ik kwam even wat spullen voor Chris halen.’
‘Dat heb ik al gedaan. Die neem ik morgen mee naar het ziekenhuis.’
‘Prima, dan pak ik alleen wat dingen van mezelf,’ zei hij en liep meteen de slaapkamer in.
En terwijl Jacky bezig was de luiken weer te sluiten, vroeg ze zich af of Xavier hier vaak kwam. Chris zei altijd dat een latrelatie voor haar het meest haalbare was en dat haar vriendjes maar maximaal een nacht per week mochten komen logeren. Alleen wonen vond ze heerlijk.
‘Heb je al gegeten?’ klonk het uit de badkamer. ‘Zullen we anders nu snel een hapje eten? Even bijpraten over Christine?’
Eigenlijk had ze willen zeggen dat ze geen honger had en moe was, maar ze wilde Xavier niet teleurstellen. ‘Goed idee. Chris’ favoriete tentje?’
‘Uitstekend,’ riep hij nu uit een kast.
Ze verzamelde haar spullen, knipte de lampen uit en wachtte bij de voordeur. Xavier was al een tijdje in Chris’ leven maar Jacky had hem nog niet zo vaak gesproken. Haar zus koesterde haar vrijheid en kwam liever alleen naar Nederland. Maar ze had wel verteld dat ze zo van zijn ontspannen blik op het leven kon genieten. Aimee was ook blij met hem. Eindelijk een normale vent die niet op haar geld uit was, had ze hem na de eerste ontmoeting in Nice omschreven.
Samen liepen ze naar buiten en Jacky sloot de deur af.
‘Ik zou de bovenste ook maar dichtdraaien,’ zei Xavier en wees naar een steekslot. ‘De laatste tijd wordt er zoveel ingebroken.’
En terwijl ze de brede trap af liepen, vertelde ze over de overval in de taxi.
‘Dat verbaast mij niets,’ zei Xavier, die de buitendeur voor haar openhield. ‘De familie Médicin leverde hier zo lang burgmeesters. De laatste zoon had alleen maar oog voor grote projecten. Veiligheid kwam jarenlang op de tweede plaats. Nu heeft die Estrosi er wel aandacht voor, maar de criminaliteit is niet meer terug te dringen.’
Net toen ze wilde vragen of de maffia van Corsica nog zo’n grote rol speelde, tikte hij tegen haar arm en wees naar de hoek van de straat.
‘Ken je die man?’ vroeg hij.
Nog voordat ze goed kon zien hoe de vent eruitzag, had hij zich al omgedraaid en verdween hij uit beeld.
Ze haalde haar schouders op. ‘Denk het niet.’
‘Hij stond er al toen ik aankwam.’
Ze schoot in de lach. ‘Nou, dan zal hij wel wat bijverdienen als levend standbeeld.’
‘Nee, even serieus. Hij keek strak naar de ramen van Chris’ appartement.’
Ze voelde een koude rilling langs haar rug glijden en sloeg haar armen om zich heen, als een soort bescherming. Maar waartegen wist ze zelf eigenlijk ook niet.
Xavier aaide even over haar rug. ‘Het zal wel niets zijn. Er lopen hier meer rare figuren rond.’
Ze knikte maar echt gerustgesteld was ze niet. Misschien omdat ze moe was, of omdat ze vandaag te veel heftige emoties gehad, maar ze bleef het koud hebben. Ze was opgelucht toen Xavier voorstelde binnen in het cafeetje te eten en niet op het terras te gaan zitten.
De ruimte was gevuld met druk pratende Fransen en de eigenaar kwam enthousiast op Xavier aflopen. Ze begroetten elkaar als oude vrienden en ze hoorde dat hij uitgebreid begon te vertellen over Chris’ ongeluk.
Ondertussen liet ze de ruimte op haar inwerken. Ze rook natuurlijk als eerste knoflook, maar de vettige geur van roomsauzen hing ook zwaar in de lucht. Als boventoon gleed de vislucht af en toe voorbij. Het kon soms vermoeiend zijn dat haar neus zo sterk ontwikkeld was. En dat ze nooit ergens neutraal naar binnen kon stappen. Maar vaker gaf het haar juist rust; haar reukvermogen creëerde een eigen ruimte die niemand kende, waarin ze zich veilig voelde.
‘Sterkte,’ zei de eigenaar en keek haar vol medelijden aan. ‘Met uw zus.’
Ze knikte als bedankje en ging snel zitten op de stoel die Xavier voor haar naar achteren had geschoven.
‘Ik heb de vissoep voor je besteld. Hun specialiteit,’ zei hij en schoof zelf ook aan. ‘En een glas rosé.’
‘Dank, maar geen wijn voor mij.’
Even keek hij haar vragend aan en leek toen ineens te beseffen wat er aan de hand was. ‘Natuurlijk! Als neus mag je geen alcohol drinken. Dat lijkt mij vreselijk saai trouwens.’
‘Ja voor jou als wijnkenner wel. Maar ik weet niet beter,’ zei ze schouderophalend en ze bestudeerde de vergeelde zwart-witfoto’s aan de muur. Charles Aznavour, Sinatra, Alain Delon en natuurlijk een jonge Brigitte Bardot.
‘Wat lijkt Chris toch op haar hè,’ constateerde Xavier, die duidelijk haar blik had gevolgd. ‘Heb je overigens al een arts gesproken? Mij wilden ze niet veel zeggen.’
Jacky deed verslag van haar ziekenhuisbezoek en legde uit dat het er niet ongunstig uitzag. En terwijl ze het hem vertelde viel het haar op dat Xaviers ogen waterig werden. Ineens pakte hij haar handen. ‘Het was vreselijk. Ik zag haar zo naar achter vallen. In één keer was ze uit beeld.’
Ze verstijfde. Was hij gisteravond op hetzelfde feest geweest? Had hij alles meegemaakt? Waarom had ze daar niet aan gedacht?
‘Heb je het zien gebeuren?’ stamelde ze en ze trok haar handen terug.
Xavier knikte. Tranen liepen nu over zijn wangen. ‘Het was echt vreselijk.’
‘Vertel! Kom op.’ Ze ging rechterop zitten. Het bloed leek sneller door haar aderen te stromen. Haar wangen werden weer warmer. ‘Had ze gedronken? Was het druk? Wat gebeurde er? Verloor ze haar evenwicht? Had ze drugs gebruikt?’
Xavier schudde zijn hoofd en depte met zijn servet zijn tranen weg. ‘Nee nee, zo is het niet gegaan.’
‘Hoe dan wel? Jezus, vertel,’ zei ze harder. Xavier boog van schrik wat naar achteren en ze was zelf ook verrast hoe ongedurig ze klonk.
In flarden kwam eruit wat er gisteravond was gebeurd. Ze waren uitgenodigd voor de verjaardag van Aleksis Volkov, een Russische oligarch wiens familie al decennialang elke zomer naar Nice kwam. Het beloofde een decadent feest te worden in een penthousesuite van Le Negresco. Veel kaviaar, escorts en champagne.
‘Christine wilde niet gaan. Wat gek was. Voor ons feestbeest.’
Ze knikte. Daarin waren ze ook enorm verschillend. ‘Op zich wel ja, maar het was door de week.’
‘Klopt, hoewel dat hier niet veel uitmaakt. Zaken gaan gewoon door. Ik heb erg aangedrongen dat ze moest gaan omdat er veel potentiële klanten zouden kunnen komen.’ Xavier friemelde aan zijn servet. ‘Daar heb ik nu zo’n spijt van.’
Jacky negeerde zijn berouw. ‘En toen?’
‘Ze zag er natuurlijk schitterend uit. Al die Russen wilden met haar praten. Ze was de ster van de avond. Daar had ze het op een gegeven moment wel mee gehad en was op het balkon gaan staan. Ik ging binnen wat te drinken halen.’ Hij bleef naar zijn servet kijken, waarschijnlijk om de confrontatie met haar blik te vermijden. ‘Toen ik naar buiten liep zag ik haar vallen.’
‘Zomaar?’
‘Het was daar ook druk en ze had hoge hakken aan. Misschien gleed ze uit?’
Ze wachtte even met doorvragen tot de ober de soepkommen en het brood op tafel had gezet. Behalve de vis, rook ze pastis en de scherpe geur van cayennepeper. ‘Domme pech dus?’
‘Vrees van wel,’ besloot hij en roerde de geraspte gruyère door de soep.
Ze kneep in het tafellaken en voelde een ongekende irritatie. Onterecht, maar ergens vond ze dat Xavier had gefaald. Hij had haar zus moeten beschermen. ‘En toen ben je naar beneden gegaan?’
Hij knikte. ‘Dat kan ik me nauwelijks meer herinneren, ineens stond ik buiten. Naast haar. Tussen al dat bloed.’
Ze sloeg haar handen voor haar gezicht en wreef over haar ogen. Haar grote zus. Hulpeloos op de grond. Waarom was ze in hemelsnaam naar een Russisch feest gegaan? Ze zei zelf altijd dat ze die oligarchen niet vertrouwde. Die waren zo rijk geworden omdat ze meedogenloos konden zijn. Had ze daarom die pepperspray bij zich gehad? Omdat ze toch bang was geweest?
‘Gaat het?’ vroeg Xavier.
Ze keek op. ‘Denk je dat ze niet wilde gaan omdat ze bang was?’
Xavier verslikte zich bijna in zijn soep. ‘Bang? Christine? Waarvoor?’
‘Klinkt wel onwaarschijnlijk hè?’
‘Onmogelijk, zou ik zeggen.’
Ze glimlachte. ‘Ik dacht misschien iets met die Russen.’
‘Geen fijne lui inderdaad. Maar nee, op het feest was echt niets raars aan de hand.’
Ze nam een hap. De zilte smaak rolde door haar mond. Precies zo kon haar vader hem ook maken. Langzaam zakte de spanning uit haar lichaam. ‘Gewoon een ongeluk dus?’
‘Ja, echt niet meer dan dat. Maar gelukkig wel een met een goede afloop.’
Ze maakte rondjes met haar lepel in de soep. Pech was ook de meest logische verklaring, maar toch, ergens leek het verhaal niet te kloppen. Misschien kon ze morgen als ze wat had geslapen helderder denken. Nu waren haar gedachten warrig en vol losse draadjes. Ze pakte haar waterglas en hield het omhoog. ‘Op Christine.’
‘Op snel herstel,’ zei Xavier en hij tikte zachtjes tegen haar glas.