De Overval

Midden in de hongerwinter - de donkerste periode uit de vijf bezettingsjaren - werd in Leeuwarden door de Friese Knokploegen een overval uitgevoerd op het Huis van Bewaring die wonderbaarlijk slaagde; wonderbaarlijk niet alleen omdat de gevangenissen, die onder strenge controle van de SD stonden, berucht-moeilijk te "kraken" waren, maar ook omdat die te Leeuwarden gelegen was recht tegenover een gebouw dat dag en nacht door gewapende handlangers van de vijand bezet was. Toch lukte het: meer dan vijftig politieke gevangenen werden op slag bevrijd.

Voorbereiding en uitvoering van deze overval vormen een van de spannedste episoden uit de geschiedenis van de jaren '40-'45. Maar zij tonen meer nog. Zij tonen óók dat het verzet in al zijn zuivere uitingen gedreven werd door mensenliefde en dat verzetsleiders als zij die de verantwoordelijkheid droegen voor de Firese Knokploegen, niet dan na rijp beraad tot hun levensgevaarlijke acties overgingen.

De film "De overval" werd, naar een scenario van de hand van dr. L. de Jong, directeur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, geregisseerd door de befaamde Engelse cineast Paul Rotha, met medewerking van Kees Brusse. De hoofdrol - "Piet Kramer", de KP-leider - werd gespeeld door Rob de Vries, die tijdens de bezetting tot de verzetsgroep behoode welke door Eduard Veterman geleid werd. De film werd geproduceerd door Rudolf Meyer.