[OSS 117 10] • OSS 117 Geheime stad

'Over hoogstens een uur bestaat er in Kosgrad nog maar één Kurt Warner, en dat ben jij!'

De verpleger onderbrak zichzelf om de bovenste krul van de '8' op Hubert's arm te voltooien. Daarna begon hij aan de 'P' en vervolgde:

'We zullen erg voorzichtig te werk moeten gaan. Die zaak van je voorganger heeft de heren volkomen dol gemaakt.

De directeur is overgeplaatst. Hij zal zich moeten verweren tegen een beschuldiging van onachtzaamheid. De nieuwe baas moet morgen aankomen. De chef van de M.V.D. is ook verdwenen. Die is vervangen door een vrouw, ene Vera Pensky. Het is een erg knappe vrouw, maar we zullen haar moeten schuwen als de pest, want ze is erg intelligent. Als je haar ontmoet, herken je haar direct. Erg groot, schitterend gebouwd, met grote groene ogen, zo koud als het ijs op het meer. Haar haren zijn zo blond als het graan van de Oekraïne. Meestal draagt ze het in een knotje.' Geïnteresseerd zei OSS 117, alias Hubert Bonisseur de la Bath: 'Ik zou toch wel eens kennis met haar willen maken.' De verpleger-tatoeëerder keek verbaasd op.

'God moge je ervoor behoeden...'