Gifmoord Op Rotterdam

Op 14 april om 15 uur 31 explodeerde door onbekende oorzaak een hoeveelheid ammoniumnitraat bij de chemische fabriek , Maas-Chemie op de Vondelingenplaat. Als gevolg hiervan explodeerde onmiddellijk hierna een andere, aanzienlijk grotere voorraad. Door de drukgolf werden binnen een straal van vier kilometer ruiten vernield. Op het terrein van Maas-Chemie ontstond een felle brand; gebouwen en installaties werden vernield, Waarbij vijf werknemers de dood vonden. Vier minuten later kwamen ter hoogte van de Tweede Petroleumhaven van Pernis de Zweedse tanker Najade en de Liberiaanse tanker Olympic Trader met elkaar in aanvaring. Deze aanvaring was een gevolg van een door de loods aan boord van de Zweed verkeerd begrepen manoeuvre. Van de twee korte stoten (het sein: ik wijk naar bakboord uit) viel de laatste samen met het geluid van de explosie bij Maas-Chemie. De loods van de Najade hoorde één stoot (het sein: ik wijk naar stuurboord uit).

De omvang van de ramp,

met als oorzaken de explosie van het ammoniumnitraat,

de aanvaring tussen de beide tankers,

de heersende westenwind en de opkomende vloed,

was toeval, een samenloop van omstandigheden. Maar de omstandigheden waren reëel; op de samenloop behoefde men slechts te wachten. Enkelen waren met de omstandigheden op de hoogte en hielden rekening met een samenloop. Velen wisten van niets of wilden er niet van weten. Voor de laatsten was de samenloop der omstandigheden een verrassing.