[Gutenberg 29507] • Reisbrieven uit Afrika en Azië / benevens eenige brieven uit Zweden en Noorwegen
- Authors
- Jacobs, Aletta H.
- Publisher
- Library of Alexandria
- Tags
- southern -- description and travel , jacobs , africa , voyages and travels , aletta h. (aletta henriette) , 1854-1929 , asia -- description and travel
- Date
- 2009-07-29T00:00:00+00:00
- Size
- 5.97 MB
- Lang
- nl
Met zekeren schroom zend ik deze brieven, die als dagbladartikelen bedoeld waren en door “De Telegraaf” gepubliceerd werden, thans in boekvorm de wereld in. Nooit is bij het neêrpennen er van de gedachte in mij opgekomen dat zij dien weg nog eenmaal zouden nemen. Eerst toen ik in het land terug was en van zoo verschillende zijden het verzoek tot mij kwam om die brieven te verzamelen en in boekvorm uit te geven, ben ik daartoe schoorvoetend over gegaan. Maar al te goed ben ik mij bewust dat er aan vorm en stijl veel ontbreekt en dat zij flink onder handen hadden moeten worden genomen, alvorens zij op nieuw gedrukt en uitgegeven werden. Daartoe ontbrak mij de tijd. Doch ook indien ik aan het veranderen was begonnen, zou ik de lust niet hebben kunnen weerstaan om in menige brief wat uitvoeriger over verschillende punten uit te weiden en hier en daar onderwerpen tusschen te voegen, die in dagblad-artikelen minder op hun plaats waren. Daardoor zouden dan evenwel deze brieven, die nu reeds zulk een grooten omvang bezitten, veel te uitgebreid zijn geworden. Zooals men goede vrienden op de hoogte houdt van wat men ziet en ondervindt op een langdurige reis door vreemde landen, zoo schreef ik ’s avonds, dikwijls na een vermoeienden dag, mijne wedervaringen neder. Geen dag ging voorbij, waarop ik niet eenige uren aan dit werk besteedde. Daardoor zijn het zuivere afdrukken geworden van de indrukken die ik ontving. Dat over de positie der vrouw in verschillende landen met voorliefde gewag wordt gemaakt is heel verklaarbaar. De reisgidsen en meeste beschrijvingen over de landen die wij bezochten, die mijne reisgezellin en mij in handen kwamen, spreken over de vrouwen van het land niet of slechts zeer oppervlakkig. Wij moesten daardoor zelf datgene onderzoeken, wat ons het meeste belang inboezemde. Hieruit zou al van zelf volgen dat dit bij het wedergeven van mijne indrukken dikwijls op den voorgrond moest treden, maar ook omdat wij de positie dier vrouwen in sommige gevallen eene verrassend gunstige vonden en in alle Aziatische landen “het ontwaken der vrouw,” haar strijd voor verheffing, zoo duidelijk voor oogen zagen, kon ik mijne vreugde daarover in mijne brieven niet onderdrukken