20

Na het derde lesuur maakt Günther met de boksersneus het mijn Afrikaanse-dansjongetjes weer erg moeilijk. “Hé, mietjes, laat ons de split eens zien. Jullie kunnen de split, hè. Laat eens zien wat je kunt.”

Geen antwoord.

“Ah, niet zo bescheiden, dames.”

Weer geen antwoord, maar Xavier (Middelvinger) mompelt iets binnensmonds. Günther wordt onmiddellijk gemeen en stompt met zijn rugzak met opzet tegen Xaviers arm.

“Waarom deed je dat?”

“Ik zei je toch dat je het niet met hem moest aanleggen.” Carlo (Oranje) pakt zijn vriend bij zijn elleboog en loopt naar de deur. “Laat toch zitten.”

“Nee, waarom deed je dat?” houdt Xavier vol.

Met een keiharde, holle, metaalachtige klap gooit Günther een kastje dicht. “Om je eraan te herinneren dat je je mond moet houden, dansmietje,” gromt hij. “Bemoei je niet met me of je kunt dat wijvige buikspiergedoe voorgoed vergeten.”

“Noem jij me een mietje?”

“Ja, dat noem ik je. Een mietje.”

“Val dood!” mompelt Xavier. Hij staat op het punt om nog meer te zeggen, maar Günther balt zijn vingers tot een vuist, en Carlo grijpt de arm van zijn vriend stevig vast en trekt hem de gang op, waar het veiliger is.

Als ze weg zijn is het stil.

Günther draait zich om en gaat zich omkleden.

Alsof er niets gebeurd is.

Hij zegt ‘hallo’ tegen een paar jongens die binnenkomen, maakt grapjes met een paar mensen, babbelt over iets wat op tv was en vertelt over de tentoonstelling van de beeldhouwklas eind april. Zo lijkt hij een prima kerel.

Je zou nooit hebben gedacht dat hij iets eerder een paar dansgekken had staan jennen alsof het een Olympische sport was waarin hij een podiumplaats wilde veroveren.