Eenendertig

Gregory was teleurgesteld toen hij zag dat de wijnproeverij was afgelast. Er hing een briefje aan de deur van het schoollokaal dat ze voor de cursus gebruikten, met de boodschap ‘Afgelast wegens de weersomstandigheden’. Hij had zich zo op de avond verheugd. De leraar had beloofd hun een video van de beroemdste wijnkelders ter wereld te laten zien.

Gregory dacht erover zijn eigen kelder thuis tot wijnkelder te verbouwen. De verwarmingsketel zou moeten worden verplaatst en er zouden een paar leidingen moeten worden verlegd, maar hij had het idee dat dat allemaal de moeite waard zou zijn voor het genot van het iedere avond voor het eten langs de rekken wandelen om iets uit te kiezen dat bij het eten paste. Terwijl hij door de gangen naar de uitgang liep, vroeg hij zich af hoeveel jaar het duurde voordat er een dikke laag stof op een fles zou liggen. De leraar droeg in zijn kelder een bruine overall, had hij de klas verteld. Gregory zag zichzelf in gedachten al zijn eigen keldertrap opklimmen, ondertussen de fles schoonvegend.

Terwijl hij de warmte van het gebouw achter zich liet en over het parkeerterrein naar zijn auto stapte, probeerde hij een schatting te maken van het aantal rekken dat hij nodig zou hebben. Hij zou al het werk zelf doen, dacht hij. Het was onzin een timmerman te betalen voor zo’n eenvoudig klusje.

Hij stopte onderweg naar huis bij een slijterij en deed er tien minuten over om een wijn te kiezen die bij een hamsalade en een omgekeerde ananastaart zou passen. Na zorgvuldige overwegingen koos hij een riesling van vier pond negenennegentig waarvan hij het idee had dat die de smaak van het eten niet zou wegdrukken.

Gregory ging naar binnen en zag meteen dat de veiligheidsketting gebroken was. Zijn eerste ingeving was ‘Angela’ te roepen, maar toen zag hij een hond uit de keuken komen, een bulterriër, die grommend achter in de gang bleef staan. Gregory had het al nooit zo erg op honden gehad, maar voor bulterriërs was hij doodsbang. Waren dat niet die honden die kleine kinderen aanvielen? Hij deed een stap achteruit en tastte achter zich naar de knop van de voordeur. Binnen een paar seconden stond hij weer in zijn portiek.

Er kwamen vreselijke beelden voor zijn geest. Een inbreker, een verkrachter, Angela vastgebonden en misbruikt.

Hij luisterde ingespannen, maar hij hoorde alleen het voorbijrazende verkeer op de weg. Hij maakte de garagedeur open en zonder het licht aan te doen liep hij tussen de opgeslagen rommel naar de tuin.

Hij zag eerst niets, zo sterk weerkaatste het licht van de sneeuw. Toen onderscheidde hij drie gestalten. Een daarvan was Angela, een was een lange man en de derde was een kind in een witte jas, met een rode sjaal om en Gregory’s eigen blauwwitte voetbalpetje op. Doordat Angela en de lange man elkaar omhelsden, duurde het even voordat het tot Gregory doordrong dat het kleine mensje in de witte jas een sneeuwpop was.

Terwijl hij stond te kijken hoe de lange man zijn mond op Angela’s mond drukte, had hij het gevoel of er een reus met zijn voet op zijn borst stond. Toen de man haar jas losmaakte en haar borsten streelde, trok Gregory zich weer terug in de garage. Het was niet netjes om te kijken.

Hij leunde tegen zijn houten werkbank en probeerde te kalmeren. Tot zijn verbazing merkte hij dat zijn hele lichaam trilde van begeerte naar zijn vrouw. Hij verliet de garage, stapte in zijn auto en reed naar een benzinestation, waar hij een zak houtblokken van het voorterrein pakte. Hij reed terug en zag vlakbij zijn huis de lange man met de hond de weg oversteken. Hij reed een paar keer een blokje om, om Angela de tijd te geven tot zichzelf te komen, joeg toen met veel lawaai de motor over zijn toeren en parkeerde voor hun huis.

Hij vroeg zich af hoe ze de sneeuwman voor hem zou verklaren. Hij besloot haar niet te confronteren met wat hij had gezien. Hij vond de gedachte naar haar leugens te luisteren bijna even opwindend als het zien van een andere man die het lichaam van zijn vrouw begeerde. Het was een bevestiging dat Gregory een prijs in huis had.

Gregory glimlachte toen hij de onhandige reparatie aan de veiligheidsketting op de deur zag. Hij liep met de houtblokken en de wijn naar de keuken en trof Angela daar aan terwijl ze bij het fornuis in een pan met custardsaus stond te roeren.

“Je bent precies op tijd,” zei ze. De lichten in de tuin waren uit, maar hij zag de gedaante van de sneeuwman weerspiegeld in het keukenraam.

Ze had de tafel gedekt voor één persoon. Er stond een bord met hamsalade voor hem klaar.

“Hoe was de cursus?” vroeg ze.

“Heel goed. We hebben een video van de beroemdste kelders van de wereld bekeken.”

Hij hield haar gezicht scherp in de gaten, terwijl ze de custardsaus in een glazen kan goot. Haar lippenstift was pas opgebracht. Hij had ontzettende zin in haar. Hij nam de zak met houtblokken mee naar de woonkamer en stak een vuur aan met het brandhout dat al in de haard lag, waarna hij het zachtjes tot leven wekte door in de vlammen te blazen. Hij zat gehurkt voor het vuur totdat Angela hem vanuit de keuken riep. Ze had de fles wijn opengemaakt en er zelf al een half glas van gedronken. Hij wist dat ze vanavond flink zou drinken en hij was er blij om. Hij wilde haar een en ander over zichzelf vertellen en hij wilde niet dat ze helemaal nuchter was als hij dat deed. Voordat hij ging zitten om te eten, vulde hij haar glas tot de rand, at zwijgend en keek hoe zijn vrouw eerst de vuurvaste schaal op een bord omkeerde en toen optilde om als een goochelaar een volmaakte omgekeerde ananastaart tevoorschijn te toveren.