Zevenenveertig

Angela lag tot kwart over negen onder het laken aan Gregory te denken. Toen sprong ze naakt uit bed en rende de gang in, zonder zich de tijd te gunnen haar peignoir aan te trekken. Ze holde op het tafeltje in de gang af en belde Lowood’s Linens. De telefoon in de winkel rinkelde op droevige toon. Ze wachtte een hele tijd voordat ze neerlegde.

Christopher keek boven aan de trap naar haar. Hij kwam net onder de douche vandaan en had een witte handdoek om zijn middel. Hij bracht haar haar peignoir en legde die om haar schouders.

Angela zei: “Hij is nooit te laat op de zaak, nooit.” Ze haalde een sigaret uit de zak van haar peignoir en stak hem met trillende handen op.

“Misschien heeft hij vertraging door het weer,” zei Christopher. “Er ligt ijzel op de weg.”

“Nee,” zei ze, terwijl ze het nummer van het huis draaide. “Gregory houdt rekening met dingen als het weer.”

Christopher luisterde met gemengde gevoelens naar het overgaan van de telefoon. Angela legde neer.

“Hij is dood, ik weet dat hij dood is,” zei ze.

Christopher sloeg zijn armen om haar heen en streelde haar haar. “Als ik zou denken dat hij dood was, vroeg ik je ten huwelijk,” zei hij. “Maar hij is niet dood, Angela, dus ik zal het niet doen.”

Hij keek glimlachend op haar neer, maar ze lachte niet terug.

“Ik moet naar huis,” zei ze. Zijn glimlach verdween en hij draaide zich om. Ze holde naar boven en begon razendsnel haar kleren aan te trekken.

Hij kwam de slaapkamer binnen en greep een wit overhemd uit de kleerkast.

“Je houdt nog steeds van hem, hè?”

“Nee,” riep ze.

“Waarom ben je dan niet met mij getrouwd?” vroeg hij.

“O, Chris, niet nu!”

Ze trok een zwarte tuniek met een bijpassende wijde broek aan. Ze ging op bed zitten om haar laarsjes dicht te maken.

“Ik kwam voor jou uit de verkeerde klasse, nietwaar?”

“Nee,” zei ze, en daarachteraan: “schiet op, Chris.”

Hij maakte op zijn gemak de knoopjes van zijn witte overhemd dicht.

“Ik herinner me die avond dat we met je vriendin Sheila en haar vriend, een advocaat, naar een restaurant gingen. De ober vroeg of we een aperitief wilden en ik zei: “Ja, geeft u mij maar de tomatensoep.” En dat de ober moest lachen en zei: “Een aperitief is een drankje voor de maaltijd, meneer.” Ik keek je aan, maar jij keek mij niet aan. Je schaamde je voor me, Angie.”

“In godsnaam, Chris, niet nu! Trekje schoenen aan!”

“Gregory zal wel geweten hebben wat een aperitief was,” zei hij bitter, terwijl hij zijn veters strikte.

De telefoon rinkelde luid en ze schrokken allebei. Angela holde naar beneden en griste hem van de haak. Het was iemand van British Telecom, die iets wilde verkopen. Ze smeet de hoorn neer, pakte hem weer op en belde een taxi.

Christopher verscheen boven aan de trap in een zwart wollen pak met zijn witte overhemd. Hij lijkt wel een begrafenisondernemer, dacht Angela. Ze ijsbeerde door de gang.

Ze belde nog twee keer naar de winkel en drie keer naar huis, maar er werd niet opgenomen. Toen ze zich de deur uit haastten, hoorden ze de hond janken.

Ze konden de dampen al ruiken zodra ze uit de taxi stapten, en halverwege de oprit zagen ze ze ook, blauw kringelend door de spleet onder de garagedeur.

Angela stuntelde met de sleutels aan haar sleutelring en kon de goede sleutel voor de garagedeur niet vinden. Ze begon te huilen en gaf de sleutelring aan Christopher. Methodisch probeerde hij alle Yale-sleutels op het slot. Eindelijk sprong de deur open en werden ze bijna overweldigd door de giftigheid van de lucht in de garage.

Ze zagen Gregory in zijn auto zitten. Zijn hoofd lag op het stuur. Christopher deed het portier open met zijn hand over zijn mond, draaide het contactsleuteltje om en ging een ambulance bellen. Toen het mogelijk was zonder kokhalzen adem te halen in de garage, opende Angela het portier aan de passagierskant en zag het briefje dat op Gregory’s jasje gespeld zat. Hij leek dood. Ze hield hem in haar armen tot Christopher terugkwam.

Samen trokken ze Gregory de auto uit, de verwoeste tuin in. Zijn gezicht was opgezwollen en had de kleur van een verse blauwe plek. Angela boog zich over hem heen, kneep zijn neus dicht, maakte zijn mond open en bedekte die met de hare. Zo lang ze kon blies ze lucht in zijn longen en toen ze het niet meer volhield, nam Christopher het over.

Toen de ambulance arriveerde, leek er nog steeds geen leven in Gregory’s lichaam te zijn gekomen.